ECLI:NL:RVS:2015:2316

Raad van State

Datum uitspraak
22 juli 2015
Publicatiedatum
22 juli 2015
Zaaknummer
201310245/3/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursrechtelijke procedure inzake wijzigingsplan 'Uitbreiden winkelcentrum Sterrenburg'

In deze bestuursrechtelijke procedure heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan over het wijzigingsplan 'Uitbreiden winkelcentrum Sterrenburg', vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Dordrecht op 24 september 2013. De stichting Stichting Bewaarder MeesPierson Vastgoedfondsen, gevestigd te Amsterdam, heeft tegen dit besluit beroep ingesteld. De Afdeling heeft de zaak op 19 mei 2014 ter zitting behandeld, waarbij MeesPierson werd vertegenwoordigd door mr. V.J. Leijh, en het college door mr. C.W.M. Berendsen en N.J. de Wit. Ook was Corio Nederland B.V. als belanghebbende aanwezig, vertegenwoordigd door mr. M.J.E. Boudesteijn.

In een tussenuitspraak van 17 december 2014 heeft de Afdeling geoordeeld dat het besluit van 24 september 2013 in strijd was met de wetgeving, en heeft de raad opgedragen om binnen 20 weken de geconstateerde gebreken te herstellen. De raad heeft op 3 maart 2015 een gewijzigd besluit genomen, maar MeesPierson heeft hierop geen zienswijze ingediend. De Afdeling concludeert dat MeesPierson geen bezwaren heeft tegen het gewijzigde besluit.

De Afdeling heeft het beroep tegen het oorspronkelijke besluit van 24 september 2013 gegrond verklaard en vernietigt dit besluit. Het beroep tegen het gewijzigde besluit van 3 maart 2015 is ongegrond verklaard. De raad wordt veroordeeld in de proceskosten van MeesPierson tot een bedrag van € 4.280,00, en moet het griffierecht van € 318,00 vergoeden. De uitspraak is gedaan door de voorzitter mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen en de leden mr. R. Uylenburg en mr. J.W. van de Gronden, in aanwezigheid van griffier mr. W. van Steenbergen.

Uitspraak

201310245/3/R4.
Datum uitspraak: 22 juli 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de stichting Stichting Bewaarder MeesPierson Vastgoedfondsen en andere (hierna tezamen en in enkelvoud: MeesPierson), gevestigd te Amsterdam,
appellanten,
en
het college van burgemeester en wethouders van Dordrecht,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 24 september 2013 heeft het college het wijzigingsplan "Uitbreiden winkelcentrum Sterrenburg" (hierna: het wijzigingsplan) vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft MeesPierson beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Het college en MeesPierson hebben nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 19 mei 2014, waar MeesPierson, vertegenwoordigd door mr. V.J. Leijh, advocaat te Amsterdam, vergezeld door [gemachtigden] en het college, vertegenwoordigd door mr. C.W.M. Berendsen en N.J. de Wit, beiden werkzaam voor de gemeente, zijn verschenen. Voorts is daar als belanghebbende gehoord Corio Nederland B.V., vertegenwoordigd door mr. M.J.E. Boudesteijn, advocaat te Gouda, vergezeld door M.N.H. Sturm en drs. A. Ouwehand.
Bij tussenuitspraak van 17 december 2014, in zaak nr. 201310245/1/R4, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 20 weken na de verzending van de tussenuitspraak de daarin geconstateerde gebreken in het besluit van 24 september 2013 te herstellen. Deze tussenuitspraak is aangehecht.
Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft de raad op 3 maart 2015 het wijzigingsplan "Uitbreiden winkelcentrum Sterrenburg" gewijzigd vastgesteld.
Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hun zienswijze naar voren te brengen over de wijze waarop de gebreken zijn hersteld. Zij hebben hiervan geen gebruik gemaakt.
De Afdeling heeft afgezien van het houden van een nadere zitting en het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1. Ingevolge artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) heeft het beroep van rechtswege mede betrekking op een besluit tot intrekking, wijziging of vervanging van het bestreden besluit, tenzij partijen daarbij onvoldoende belang hebben. Het beroep is van rechtswege mede gericht tegen het besluit van 3 maart 2015.
Het besluit van 24 september 2013
2. In overweging 7 van de tussenuitspraak heeft de Afdeling geoordeeld dat het besluit van 24 september 2013 is genomen in strijd met artikel 3.6 van de Wro en artikel 9, vierde lid, van de provinciale Verordening Ruimte.
Gelet daarop is het beroep tegen het besluit van 24 september 2013 gegrond.
Het besluit van 3 maart 2015
3. Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft de raad bij besluit van 3 maart 2015 het plan gewijzigd vastgesteld op basis van een actueel advies van het REO.
4. MeesPierson heeft naar aanleiding van het besluit van 3 maart 2015 geen zienswijze ingediend. De Afdeling leidt hieruit af dat MeesPierson geen bezwaren heeft tegen dat besluit. Het beroep tegen het besluit van 3 maart 2015 is reeds daarom ongegrond.
Proceskosten
5. De raad dient op navolgende wijze te worden veroordeeld in de proceskosten van MeesPierson.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Dordrecht van 24 september 2013, waarbij het wijzigingsplan "Uitbreiden winkelcentrum Sterrenburg" is vastgesteld, gegrond;
II. vernietigt het onder I genoemde besluit;
III. verklaart het beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Dordrecht van 3 maart 2015, waarbij het wijzigingsplan "Uitbreiden winkelcentrum Sterrenburg" is vastgesteld, ongegrond;
IV. veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Dordrecht tot vergoeding van bij de stichting Stichting Bewaarder MeesPierson Vastgoedfondsen en andere in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 4.280,00 (zegge: vierduizend tweehonderdtachtig euro), waarvan € 980,00 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de andere;
V. gelast dat het college van burgemeester en wethouders van Dordrecht aan de stichting Stichting Bewaarder MeesPierson Vastgoedfondsen en andere het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 318,00 (zegge: driehonderdachttien euro) vergoedt, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de andere.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, voorzitter, en mr. R. Uylenburg en mr. J.W. van de Gronden, leden, in tegenwoordigheid van mr. W. van Steenbergen, griffier.
w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Van Steenbergen
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 22 juli 2015
528.