ECLI:NL:RVS:2015:223
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Lubberdink
- R. van der Spoel
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen verlenging van bewaringsmaatregel vreemdeling
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, die op 22 oktober 2014 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaarde. De vreemdeling had beroep ingesteld tegen een besluit van 9 september 2014, waarbij de termijn van de aan hem opgelegde bewaringsmaatregel met maximaal twaalf maanden werd verlengd. De rechtbank oordeelde dat het verlengingsbesluit voldeed aan de eisen van de Vreemdelingenwet 2000 en dat er geen andere, minder dwingende maatregelen beschikbaar waren die effectief konden worden toegepast. De vreemdeling heeft hoger beroep ingesteld en verzocht om schadevergoeding. Tijdens de zitting op 11 december 2014 waren zowel de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R.M. Seth Paul, als de staatssecretaris, vertegenwoordigd door mr. D. Kuiper, aanwezig. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de grief van de vreemdeling niet kan leiden tot vernietiging van de aangevallen uitspraak. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De beslissing werd genomen door mr. H.G. Lubberdink, voorzitter, en mr. R. van der Spoel en mr. N. Verheij, leden, in aanwezigheid van griffier M.E. van Laar. De uitspraak vond plaats op 23 januari 2015.