ECLI:NL:RVS:2015:2110

Raad van State

Datum uitspraak
8 juli 2015
Publicatiedatum
8 juli 2015
Zaaknummer
201403317/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.J.J. van Buuren
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursrechtelijke uitspraak inzake bestemmingsplan Heemskerkerduin en Noorddorp

Op 8 juli 2015 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende het bestemmingsplan "Heemskerkerduin en Noorddorp 2009, 1e herziening 2013". Dit bestemmingsplan was op 20 februari 2014 vastgesteld door de raad van de gemeente Heemskerk. Tegen dit besluit hebben appellanten, waaronder [appellante sub 1] en [appellant sub 2] en anderen, beroep ingesteld. De zaak werd behandeld door een enkelvoudige kamer van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

De appellanten voerden aan dat het besluit van de raad niet met de vereiste zorgvuldigheid was voorbereid en dat er gebreken waren in de motivering van het besluit. De Afdeling heeft in een tussenuitspraak van 12 januari 2015 de raad opgedragen om binnen twintig weken de geconstateerde gebreken te herstellen. Deze termijn is ongebruikt verstreken, wat leidde tot de conclusie dat de gebreken niet waren hersteld.

De Afdeling heeft vervolgens geoordeeld dat het bestreden besluit, met betrekking tot bepaalde plandelen, in strijd was met de rechtszekerheid en niet voldeed aan de eisen van de Wet ruimtelijke ordening. De beroepen van de appellanten zijn gegrond verklaard, en het besluit van de raad is vernietigd. De raad is opgedragen om binnen 24 weken na de uitspraak een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening moet worden gehouden met de overwegingen in de uitspraak. Tevens is de raad veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van [appellante sub 1].

Uitspraak

201403317/2/R1.
Datum uitspraak: 8 juli 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. [appellante sub 1], gevestigd te Heemskerk,
2. [appellant sub 2] en anderen, allen wonend te Heemskerk,
en
de raad van de gemeente Heemskerk,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 20 februari 2014 heeft de raad het bestemmingsplan "Heemskerkerduin en Noorddorp 2009, 1e herziening 2013" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellante sub 1] en [appellant sub 2] en anderen beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[appellante sub 1] heeft nadere stukken ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 25 november 2014, waar [appellante sub 1], vertegenwoordigd door I. Brouwer, bijgestaan door mr. C.H. Witte, en [appellant sub 2] en anderen, vertegenwoordigd door [gemachtigde], zijn verschenen.
Bij tussenuitspraak van 12 januari 2015, zaak nr. 201403317/1/R1 (hierna: de tussenuitspraak), heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen twintig weken na de verzending van de tussenuitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van 20 februari 2014 te herstellen. Deze tussenuitspraak is aangehecht.
De raad en [appellante sub 1] hebben nadere stukken ingediend.
Met toepassing van artikel 8:57, tweede lid, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) heeft de Afdeling bepaald dat een tweede onderzoek ter zitting achterwege blijft.
Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1. De tussenuitspraak verplicht, gelet op artikel 8:51a, tweede lid, van de Awb, de gebreken te herstellen binnen de daartoe gestelde, tot 3 juni 2015 lopende, termijn. De in de tussenuitspraak opgenomen hersteltermijn is ongebruikt verstreken, zodat niet is voldaan aan de door de Afdeling in de tussenuitspraak gegeven opdracht. De in de tussenuitspraak geconstateerde gebreken in het besluit van 20 februari 2014 zijn derhalve niet hersteld.
2. Gezien overweging 3.3 van de tussenuitspraak ziet de Afdeling in hetgeen [appellant sub 2] en anderen hebben aangevoerd aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit wat betreft het plandeel ter plaatse van natuurkampeerterrein "De Berenweide" met de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie" en de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - natuurkampeerterrein" voor zover ingevolge artikel 6, lid 6.2.1, onder d, van de planregels het maximaal toegestane oppervlakte voor aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en vrijstaande bijgebouwen bij een bedrijfswoning per bouwvlak meer dan 60 m² is, niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid. Voorts ziet de Afdeling gelet op overweging 3.7 van de tussenuitspraak aanleiding voor het oordeel dat dit plandeel voor zover ingevolge artikel 6, lid 6.2.1, onder a, van de planregels gebouwen en bouwwerken buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd, niet berust op een deugdelijke motivering.
Gezien overweging 4.2 van de tussenuitspraak ziet de Afdeling in hetgeen [appellant sub 2] en anderen hebben aangevoerd aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit wat betreft de drie plandelen waaraan in het vorige bestemmingsplan "Heemskerkerduin en Noorddorp 2009", vastgesteld door de raad bij besluit van 2 juni 2010 de bestemming "Natuur" was toegekend en in het onderhavige bestemmingsplan de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie" is toegekend, is vastgesteld in strijd met de rechtszekerheid.
3. Gezien overweging 5.3 van de tussenuitspraak ziet de Afdeling in hetgeen [appellante sub 1] heeft aangevoerd aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit wat betreft het plandeel ter plaatse van de bestaande schuur op het perceel Duindoornweg 11 met de bestemming "Wonen" is vastgesteld in strijd met artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening.
4. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen zijn de beroepen van [appellant sub 2] en anderen en [appellante sub 1] gegrond, zodat het bestreden besluit in zoverre dient te worden vernietigd.
5. De Afdeling ziet aanleiding om met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, aanhef en onder b, van de Awb, de raad op te dragen om binnen 24 weken na de verzending van deze uitspraak en met inachtneming van hetgeen in de tussenuitspraak is overwogen een nieuw besluit te nemen. De Afdeling ziet geen aanleiding om hiertoe een dwangsom op te leggen. Hierbij betrekt de Afdeling dat de raad heeft aangegeven dat hij een nieuw plan aan het voorbereiden is.
Proceskosten
6. De raad dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten van [appellante sub 1] te worden veroordeeld.
Van proceskosten gemaakt door [appellant sub 2] en anderen die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart de beroepen van [appellante sub 1] en [appellant sub 2] en anderen tegen het besluit van de raad van de gemeente Heemskerk van 20 februari 2014 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Heemskerkerduin en Noorddorp 2009, 1e herziening 2013" gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Heemskerk van 20 februari 2014 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Heemskerkerduin en Noorddorp 2009, 1e herziening 2013" voor zover het betreft:
- het plandeel met de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie" ter plaatse van natuurkampeerterrein "De Berenweide";
- het plandeel met de bestemming "Wonen" ter plaatse van de bestaande schuur op het perceel Duindoornweg 11;
III. draagt de raad van de gemeente Heemskerk op om binnen 24 weken na de verzending van deze uitspraak met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen een nieuw besluit te nemen en dit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken;
IV. veroordeelt de raad van de gemeente Heemskerk tot vergoeding van bij [appellante sub 1] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1034,34 (zegge: duizendvierendertig euro en vierendertig cent), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
V. gelast dat de raad van de gemeente Heemskerk aan [appellante sub 1] het door hem voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 328,00 (zegge: driehonderdachtentwintig euro) vergoedt;
VI. gelast dat de raad van de gemeente Heemskerk aan [appellant sub 2] en anderen het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 165,00 (zegge: honderdvijfenzestig euro) vergoedt, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen.
Aldus vastgesteld door mr. P.J.J. van Buuren, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. B.C. Bošnjaković, griffier.
w.g. Van Buuren w.g. Bosnjakovic
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 8 juli 2015
410-812.