ECLI:NL:RVS:2015:2001
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in hoger beroep tegen besluit bestuurscommissie stadsdeel Centrum
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 4 juni 2015 een mondelinge uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Het hoger beroep is ingesteld door [verzoeker], wonend te Amsterdam, tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 22 april 2015. De rechtbank had eerder een beslissing genomen in een geschil tussen [verzoeker] en het dagelijks bestuur van het stadsdeel Centrum, thans het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van het stadsdeel Centrum.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek van [verzoeker] om een voorlopige voorziening te treffen, toegewezen. Dit houdt in dat de voorzieningenrechter het besluit van het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van het stadsdeel Centrum van 23 december 2013 en het besluit van 15 mei 2014 schorst tot de uitspraak in de bodemprocedure. De voorzieningenrechter overweegt dat het economische belang van [verzoeker] bij schorsing van de aan hem opgelegde last onder dwangsom zwaarder weegt dan het algemene belang van het college bij handhaving van het bestemmingsplan.
Bij de beoordeling heeft de voorzieningenrechter in aanmerking genomen dat [verzoeker] heeft aangetoond dat circa 70% van zijn omzet afkomstig is uit de verkoop van truffels en dat zijn winkel een klein verkoopoppervlak heeft in een rustige straat met weinig toeristen. De voorzieningenrechter merkt op dat er op het moment van de uitspraak geen overtredingen waren die langer dan een week hadden voortgeduurd, waardoor [verzoeker] nog geen dwangsommen verschuldigd was. Tevens is er geen proceskostenvergoeding toegewezen, omdat daar geen aanleiding voor was.