ECLI:NL:RVS:2015:1615
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- N. Verheij
- R.F.J. Bindels
- M.R. Baart
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag over kinderopvangtoeslag
In deze zaak heeft de appellante in hoger beroep aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de Belastingdienst/Toeslagen zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat zij niet heeft aangetoond dat zij de gestelde kosten van kinderopvang over 2009 heeft gemaakt. De mondelinge uitspraak vond plaats op 1 mei 2015, waarbij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de zaak behandelde. De appellante, wonend te [woonplaats], was in hoger beroep gegaan tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 15 september 2014, waarin de rechtbank had geoordeeld dat de Belastingdienst/Toeslagen de aanvraag voor kinderopvangtoeslag terecht had afgewezen.
Tijdens de zitting op 1 mei 2015 is de appellante niet verschenen en heeft zij geen stukken overgelegd ter ondersteuning van haar betoog. De Afdeling overweegt dat de appellante niet heeft aangetoond dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en concludeert dat de appellante niet voldoet aan de voorwaarden om voor kinderopvangtoeslag in aanmerking te komen. De uitspraak van de rechtbank blijft daarmee in stand, en het hoger beroep faalt.
De uitspraak is gedaan door een enkelvoudige kamer, waarbij de voorzitter N. Verheij en griffier R.F.J. Bindels aanwezig waren. De Belastingdienst/Toeslagen was vertegenwoordigd door mr. J.H.E. van der Meer. De zaak is geregistreerd onder nummer 201408682/1/A2 en de uitspraak is gepubliceerd op 10 november 2015.