ECLI:NL:RVS:2015:1615

Raad van State

Datum uitspraak
1 mei 2015
Publicatiedatum
20 mei 2015
Zaaknummer
201408682/1/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
  • N. Verheij
  • R.F.J. Bindels
  • M.R. Baart
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag over kinderopvangtoeslag

In deze zaak heeft de appellante in hoger beroep aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de Belastingdienst/Toeslagen zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat zij niet heeft aangetoond dat zij de gestelde kosten van kinderopvang over 2009 heeft gemaakt. De mondelinge uitspraak vond plaats op 1 mei 2015, waarbij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de zaak behandelde. De appellante, wonend te [woonplaats], was in hoger beroep gegaan tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 15 september 2014, waarin de rechtbank had geoordeeld dat de Belastingdienst/Toeslagen de aanvraag voor kinderopvangtoeslag terecht had afgewezen.

Tijdens de zitting op 1 mei 2015 is de appellante niet verschenen en heeft zij geen stukken overgelegd ter ondersteuning van haar betoog. De Afdeling overweegt dat de appellante niet heeft aangetoond dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en concludeert dat de appellante niet voldoet aan de voorwaarden om voor kinderopvangtoeslag in aanmerking te komen. De uitspraak van de rechtbank blijft daarmee in stand, en het hoger beroep faalt.

De uitspraak is gedaan door een enkelvoudige kamer, waarbij de voorzitter N. Verheij en griffier R.F.J. Bindels aanwezig waren. De Belastingdienst/Toeslagen was vertegenwoordigd door mr. J.H.E. van der Meer. De zaak is geregistreerd onder nummer 201408682/1/A2 en de uitspraak is gepubliceerd op 10 november 2015.

Uitspraak

201408682/1/A2.
Datum uitspraak: 1 mei 2015 AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van: [appellante], wonend te [woonplaats], tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 15 september 2014 in zaak nr. 14/2417 in het geding tussen: [appellante] en de Belastingdienst/Toeslagen. Openbare zitting gehouden op 1 mei 2015 om 12:00 uur. Tegenwoordig:
staatsraad mr. N. Verheij voorzitter mr. R.F.J. Bindels griffier
mr. M.R. Baart jurist Verschenen:
de Belastingdienst/Toeslagen, vertegenwoordigd door mr. J.H.E. van der Meer, werkzaam aldaar. Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 15 september 2014. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige. De Afdeling:
bevestigt de aangevallen uitspraak. Daartoe overweegt zij het volgende. [appellante] heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij stukken zal overleggen waaruit volgt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de Belastingdienst/Toeslagen zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat [appellante] niet heeft aangetoond dat zij de gestelde kosten van kinderopvang over 2009 heeft gemaakt. [appellante] heeft geen stukken overgelegd en is ook niet ter zitting verschenen om het betoog toe te lichten. Zij heeft dan ook niet aangetoond dat de rechtbank ten onrechte tot voormeld oordeel is gekomen, zodat niet is voldaan aan de voorwaarden om voor kinderopvangtoeslag in aanmerking te komen. Het voorgaande brengt de Afdeling tot de conclusie dat het betoog faalt. w.g. Verheij w.g. Bindels
lid van de enkelvoudige kamer griffier 85-799.