ECLI:NL:RVS:2015:1611
Raad van State
- Wraking
- W.D.M. van Diepenbeek
- M.G.J. Parkins-de Vin
- A.W.M. Bijloos
- G. van der Wiel
- Rechtspraak.nl
Verzoek om wraking in bestuursrechtelijke procedure
Op 30 april 2015 heeft [verzoeker] een verzoek om wraking ingediend met betrekking tot de behandeling van zaak nr. 201500412/3/R1, waarbij mr. W.D.M. van Diepenbeek als staatsraad was belast. Het verzoek om wraking is gedaan op basis van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de mogelijkheid biedt om rechters te wraken indien er feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De wrakingskamer heeft echter overwogen dat het verzoek niet in behandeling kan worden genomen, omdat het verzoek niet gemotiveerd was en bovendien is ingediend nadat de einduitspraak in de hoofdzaak openbaar was gemaakt. Dit is in strijd met de bepalingen van de Wrakingsregeling bestuursrechtelijke colleges 2013, die stelt dat een verzoek om wraking moet worden gedaan voordat de uitspraak in de hoofdzaak is gedaan.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek van [verzoeker] geen specifieke gronden bevatte die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar zouden kunnen brengen. Daarnaast werd opgemerkt dat het verzoek ook geen naam van de betrokken staatsraad bevatte. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft uiteindelijk besloten om het verzoek om wraking buiten behandeling te laten, zonder dat er een zitting werd gehouden. Deze beslissing werd genomen door de voorzitter mr. M.G.J. Parkins-de Vin en de leden mr. A.W.M. Bijloos en mr. G. van der Wiel, in aanwezigheid van griffier mr. N.T. Zijlstra. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 13 mei 2015.