ECLI:NL:RVS:2015:1575

Raad van State

Datum uitspraak
11 mei 2015
Publicatiedatum
20 mei 2015
Zaaknummer
201501504/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
  • D.A.C. Slump
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van bestemmingsplan 'Ambachtsezoom' door voorzieningenrechter Raad van State

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 11 mei 2015 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het geding tussen een verzoeker, wonend te Hendrik-Ido-Ambacht, en de raad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht. Het beroep richt zich tegen het besluit van de raad van 1 december 2014, waarbij het bestemmingsplan 'Ambachtsezoom' is vastgesteld. De verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, omdat hij van mening is dat het bestemmingsplan in strijd is met de geldende wet- en regelgeving, met name artikel 3.1.6, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro).

De voorzieningenrechter heeft tijdens de openbare zitting, die op 11 mei 2015 om 11:30 uur plaatsvond, de argumenten van de verzoeker en de raad gehoord. De verzoeker betoogde dat het bedrijventerrein is voorzien buiten bestaand stedelijk gebied en dat de raad ten onrechte niet heeft onderzocht of de beoogde ontwikkeling gerealiseerd kan worden op gronden die beschikbaar zijn voor herstructurering of transformatie. De raad heeft in reactie hierop aangegeven dat er twijfels bestaan over de vraag of het plangebied voldoet aan de eisen van bestaand stedelijk gebied, zoals gesteld in artikel 1.1.1, eerste lid, aanhef en onder h, van het Bro.

De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er voldoende aanleiding is om het besluit van de raad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht van 1 december 2014 tot vaststelling van het bestemmingsplan 'Ambachtsezoom' te schorsen. Dit besluit is genomen met het oog op de noodzaak om de behandeling van de hoofdzaak te bespoedigen, die naar verwachting in het najaar van 2015 zal plaatsvinden. De voorzieningenrechter heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, mede gezien de aanleiding voor de getroffen voorlopige voorziening.

Uitspraak

201501504/2/R3.
Datum uitspraak: 11 mei 2015 AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer: [verzoeker], wonend te Hendrik-Ido-Ambacht, en de raad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht,
verweerder. Openbare zitting gehouden op 11 mei 2015 om 11:30 uur. Tegenwoordig:
Staatsraad mr. D.A.C. Slump voorzieningenrechter griffier: mr. M. Vletter Verschenen:
[verzoeker], bijgestaan door mr. H.J.M. Winkelhuijzen, advocaat te Alphen aan den Rijn, en de raad, vertegenwoordigd door mr. H.W.J. Visser, J.T.M. van Boxtel en mr. A.J. Melkert, allen werkzaam bij de gemeente. Het beroep richt zich tegen het besluit van de raad van 1 december 2014, waarbij het bestemmingsplan "Ambachtsezoom" is vastgesteld. [verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter:
schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht van 1 december 2014 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Ambachtsezoom". Daartoe overweegt hij het volgende. Het plan voorziet door middel van de uit te werken bestemming "Bedrijventerrein - Uit te werken" onder meer in de ontwikkeling van de eerste fase van een bedrijventerrein op een locatie in het zuidwesten van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht. Inmiddels is een concept-uitwerkingsplan opgesteld en naar verwachting van de raad zal binnen afzienbare tijd een ontwerp-uitwerkingsplan ter inzage worden gelegd. [verzoeker] betoogt onder meer dat het bestemmingsplan in strijd is met artikel 3.1.6, tweede lid, van Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro). Hij voert onder meer aan dat het bedrijventerrein is voorzien buiten bestaand stedelijk gebied. De raad heeft volgens hem daarom ten onrechte niet onderzocht of de beoogde ontwikkeling gerealiseerd kan worden op gronden die beschikbaar zijn voor herstructurering, transformatie of anderszins. [verzoeker] noemt een aantal locaties binnen bestaand stedelijk gebied die daarvoor volgens hem mogelijkheden bieden. Naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling van 29 april 2015 in zaak nr. 201408996/1/R3 stelt de raad zich op het standpunt dat betwijfeld wordt of het plangebied voldoet aan de eisen die artikel 1.1.1, eerste lid, aanhef en onder h, van het Bro stelt om als bestaand stedelijk gebied te kunnen worden aangemerkt. Dit betekent dat voor de toepassing van artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro ervan moet worden uitgegaan dat het plan een nieuw beslag legt op de ruimte buiten bestaand stedelijk gebied. De raad verwacht dat kan worden voldaan aan de in artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro, gestelde voorwaarden, maar dat, mogelijk op basis van aanvullend onderzoek, de motivering van het bestreden besluit op dit punt wellicht aanpassing behoeft. Gelet op deze omstandigheden heeft de raad ter zitting ingestemd met een schorsing van het bestreden besluit. Daarbij is van belang dat de voorzieningenrechter heeft toegezegd te zullen trachten de behandeling van de hoofdzaak te bespoedigen. Deze behandeling zal naar verwachting in het najaar van 2015 kunnen plaatsvinden. Voor een proceskostenveroordeling ziet de voorzieningenrechter mede gelet op de aanleiding voor de getroffen voorlopige voorziening geen aanleiding. w.g. Slump w.g. Vletter
voorzieningenrechter griffier 653.