ECLI:NL:RVS:2015:1570

Raad van State

Datum uitspraak
13 mei 2015
Publicatiedatum
20 mei 2015
Zaaknummer
201402493/2/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van een rechter in bestuursrechtelijke procedure

Op 4 mei 2015 heeft de verzoeker een wrakingsverzoek ingediend bij de Raad van State tegen mr. A.W.M. Bijloos, die betrokken was bij de behandeling van de zaak met nummer 201402493/1. Het verzoek om wraking is gedaan op basis van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de mogelijkheid biedt om een rechter te wraken indien er feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in haar overwegingen vastgesteld dat volgens de wet een verzoek om wraking niet kan worden ingediend nadat er een einduitspraak in de hoofdzaak is gedaan. In dit geval was de einduitspraak in de hoofdzaak, zaaknummer 201402493/1/A3, al openbaar gemaakt op 8 oktober 2014. Aangezien het wrakingsverzoek pas na deze datum is ingediend, kon het verzoek niet in behandeling worden genomen.

De beslissing van de Afdeling bestuursrechtspraak was dan ook om het wrakingsverzoek buiten behandeling te laten. Deze beslissing werd genomen door de voorzitter mr. M.G.J. Parkins-de Vin en de leden mr. A.B.M. Hent en mr. G. van der Wiel, met mr. B. Nell als griffier. De uitspraak werd openbaar gedaan op 13 mei 2015.

Uitspraak

201402493/2/A3.
Datum beslissing: 13 mei 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op het verzoek van:
[verzoeker], wonend te [woonplaats],
om toepassing van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb).
Procesverloop
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 4 mei 2015, heeft [verzoeker] verzocht om wraking van mr. A.W.M. Bijloos bij de behandeling van de zaak nr. 201402493/1.
Overwegingen
1. Ingevolge artikel 8:15 van de Awb kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2. Ingevolge artikel 3, tweede lid, aanhef en onder a, van de Wrakingsregeling bestuursrechterlijke colleges 2013 kan de wrakingskamer zonder daartoe een zitting te houden beslissen een verzoek om wraking niet in behandeling te nemen indien het verzoek is gedaan nadat in de hoofdzaak de einduitspraak openbaar is gemaakt.
3. Uit artikel 8:15 van de Awb, gelezen in samenhang met de toelichting op die bepaling, valt af te leiden dat een verzoek om wraking niet kan worden gedaan, nadat uitspraak is gedaan in de hoofdzaak. De einduitspraak in zaak nr. 201402493/1/A3 is openbaar gemaakt op 8 oktober 2014. Het wrakingsverzoek is nadien gedaan en wordt daarom zonder zitting te houden buiten behandeling gelaten.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
laat het verzoek buiten behandeling.
Aldus vastgesteld door mr. M.G.J. Parkins-de Vin, voorzitter, en mr. A.B.M. Hent en mr. G. van der Wiel, leden, in tegenwoordigheid van mr. B. Nell, griffier.
w.g. Parkins-de Vin w.g. Nell
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 13 mei 2015
597.