ECLI:NL:RVS:2015:152

Raad van State

Datum uitspraak
15 januari 2015
Publicatiedatum
21 januari 2015
Zaaknummer
201408913/2/R6
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • M.G.J. Parkins-de Vin
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan 'Engelse Tuin Voorhout'

Op 15 januari 2015 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een verzoeker, wonend in de gemeente Teylingen, een voorlopige voorziening heeft gevraagd tegen het bestemmingsplan 'Engelse Tuin Voorhout', dat op 25 september 2014 door de raad van de gemeente Teylingen is vastgesteld. De verzoeker heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, omdat hij het niet eens is met de bestemming 'Wonen - 1' die aan zijn perceel is toegekend. Hij vreest dat de inwerkingtreding van het plan de bereikbaarheid van zijn perceel voor vrachtwagens negatief zal beïnvloeden.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 7 januari 2015 ter zitting behandeld. De raad was vertegenwoordigd door P.M.W.M. van Goch. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. De verzoeker heeft toegelicht dat zijn perceel momenteel niet in gebruik is voor activiteiten die vrachtverkeer vereisen en dat hij niet voornemens is het gebruik van zijn perceel te wijzigen voordat de hoofdzaak op 6 februari 2015 wordt behandeld.

Gezien het ontbreken van spoedeisend belang heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 15 januari 2015.

Uitspraak

201408913/2/R6.
Datum uitspraak: 15 januari 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker], wonend te [woonplaats], gemeente Teylingen,
verzoeker,
en
de raad van de gemeente Teylingen,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 25 september 2014 heeft de raad het bestemmingsplan "Engelse Tuin Voorhout" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [verzoeker] beroep ingesteld.
[verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 7 januari 2015, waar [verzoeker], en de raad, vertegenwoordigd door P.M.W.M. van Goch, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het plan voorziet in de herontwikkeling van het plangebied, waarbij ongeveer 180 woningen worden mogelijk gemaakt.
3. [verzoeker] kan zich niet verenigen met het plan, voor zover daarin aan zijn perceel [locatie] te [plaats] de bestemming "Wonen - 1" is toegekend. Hij wenst de huidige bestemming voor zijn perceel te behouden of een gemengde bestemming aan zijn perceel te zien toegekend. [verzoeker] vreest dat zijn perceel door de inwerkingtreding van het plan slecht bereikbaar wordt voor vrachtwagens.
4. Aangezien [verzoeker] eigenaar is van het perceel [locatie], heeft hij de ontwikkelingen op dat perceel in eigen hand. [verzoeker] heeft toegelicht dat de op zijn perceel aanwezige schuur, waarin een aannemersinventaris aanwezig is, op dit moment behoudens deze opslag niet in gebruik is, dat zijn perceel wordt gebruikt ten behoeve van wonen en dat geen activiteiten worden verricht waarbij vrachtwagens van en naar het perceel rijden. Ter zitting heeft [verzoeker] toegelicht dat hij voordat uitspraak wordt gedaan in de hoofdzaak, die op 6 februari 2015 ter zitting zal worden behandeld, niet voornemens is het gebruik van zijn perceel te wijzigen.
5. Gelet op het voorgaande ontbreekt het spoedeisend belang bij het treffen van een voorlopige voorziening en bestaat aanleiding het verzoek van [verzoeker] om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
Proceskosten
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. M.G.J. Parkins-de Vin, als voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. W. van Steenbergen, griffier.
w.g. Parkins-de Vin w.g. Van Steenbergen
voorzieningenrechter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 15 januari 2015
528-731.