201502861/1/A4.
Datum uitspraak: 1 mei 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Recycling Kombinatie Reko B.V. (hierna: Reko), gevestigd te Rotterdam, om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
verzoekster,
en
het bestuur van de Nederlandse Emissieautoriteit (hierna: de Nea),
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 2 april 2015 heeft de Nea Reko onder oplegging van een dwangsom gelast de werking van de inrichting op de Vondelingenplaat te beëindigen voor zover daarbij broeikasgassen worden geëmitteerd zonder vergunning als bedoeld in artikel 16.5 van de Wet milieubeheer. Daarbij is bepaald dat Reko tot 26 juni 2015 geen dwangsommen zal verbeuren.
Tegen dit besluit heeft Reko bezwaar gemaakt.
Reko heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 28 april 2015, waar Reko, vertegenwoordigd door mr. R.G.J. Laan, advocaat te Hoorn, R.J.A. Heijkoop en ir. E.C. Doekemeijer, en de Nea, vertegenwoordigd door dr. M.A.J. Leenders, ing. R. de Ridder en mr. M.M. Kleijn, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Aan het besluit van 2 april 2015 heeft de Nea ten grondslag gelegd dat Reko ten onrechte niet over een vergunning in de zin van artikel 16.5 van de Wet milieubeheer beschikt, nu de in de inrichting aanwezige thermische installatie waarin onder meer teerhoudend asfaltgranulaat wordt verwerkt is aan te merken als een broeikasgasinstallatie in de zin van artikel 16.1, tweede lid, van de Wet milieubeheer. De Nea heeft in het besluit van 2 april 2015 bepaald dat Reko nadat de begunstigingstermijn is afgelopen per dag dat de inrichting broeikasgassen emitteert zonder emissievergunning € 25.000 verbeurd met een maximum van € 100.000.
2. Partijen zijn onder meer verdeeld over de vraag of de thermische installatie als een verbrandingsinstallatie is aan te merken waarop de uitzondering van artikel 2, tweede lid, aanhef en onder b, van het Besluit handel in emissierechten (hierna: het Besluit) van toepassing is. Wanneer de in dit artikel genoemde uitzondering van toepassing is geldt voor de inrichting geen vergunningplicht op grond van artikel 16.5 van de Wet milieubeheer.
3. Deze procedure leent zich niet voor beantwoording van de vraag of de in artikel 2, tweede lid, aanhef en onder b, van het Besluit genoemde uitzondering van toepassing is.
Ter zitting heeft de Nea desgevraagd verklaard ervan uit te gaan dat binnen afzienbare tijd een besluit op bezwaar kan worden genomen en het niet onoverkomelijk te vinden wanneer het besluit van 2 april 2015 wordt geschorst tot zes weken na het nemen van het besluit op bezwaar. Reko heeft in haar verzoekschrift aannemelijk gemaakt dat zij om te voorkomen dat de aan haar opgelegde dwangsom wordt verbeurd hoge kosten moet maken voor de aanvraag om en naleving van een vergunning als bedoeld in artikel 16.5 van de Wet milieubeheer. Deze omstandigheden geven de voorzieningenrechter aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen.
4. De Nea dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van het bestuur van de Nederlandse Emissieautoriteit van 2 april 2015, kenmerk U2015-04-02/17356, tot zes weken na de bekendmaking van het besluit op bezwaar, met dien verstande dat indien binnen die termijn wordt verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening, de schorsing doorloopt totdat op dat verzoek is beslist;
II. veroordeelt het bestuur van de Nederlandse Emissieautoriteit tot vergoeding van bij de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Recycling Kombinatie Reko B.V. in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 980,00 (zegge: negenhonderdtachtig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
III. gelast dat het bestuur van de Nederlandse Emissieautoriteit aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Recycling Kombinatie Reko B.V. het door haar voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 331,00 (zegge: driehonderdeenendertig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, als voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. A.H. Schoppers, griffier.
w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Schoppers
voorzieningenrechter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 1 mei 2015
578.