ECLI:NL:RVS:2015:142

Raad van State

Datum uitspraak
15 januari 2015
Publicatiedatum
21 januari 2015
Zaaknummer
201409074/2/R6
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • M.G.J. Parkins-de Vin
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Uitermeerlocatie Lisse

Op 15 januari 2015 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door [verzoeker] en anderen, wonend te Lisse, tegen de raad van de gemeente Lisse. Het geschil ontstond naar aanleiding van het besluit van de raad van 11 september 2014, waarbij het bestemmingsplan "Uitermeerlocatie Lisse" werd vastgesteld. De verzoekers waren van mening dat zij onvoldoende waren geïnformeerd over de beoogde ontwikkelingen en dat hun belangen niet adequaat waren meegenomen in de besluitvorming. Zij vreesden financiële schade te lijden door de toekenning van de bestemming "Wonen" aan gronden nabij hun woningen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 7 januari 2015. Tijdens deze zitting waren de verzoekers vertegenwoordigd door [verzoeker], terwijl de raad werd vertegenwoordigd door M.A.M. Ransdorp en mr. A.K. Koornneef, beiden werkzaam bij de gemeente. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig van aard is en niet bindend in de bodemprocedure. De raad heeft toegelicht dat de school op de locatie tot het einde van het schooljaar 2014-2015 in gebruik zal blijven en dat er geen omgevingsvergunning zal worden aangevraagd voordat er uitspraak is gedaan in de hoofdzaak.

Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat er geen spoedeisend belang was bij het treffen van een voorlopige voorziening, en heeft het verzoek van de verzoekers afgewezen. De proceskosten werden niet toegewezen. De uitspraak werd openbaar gedaan op 15 januari 2015, en is vastgesteld door mr. M.G.J. Parkins-de Vin, als voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. W. van Steenbergen, griffier.

Uitspraak

201409074/2/R6.
Datum uitspraak: 15 januari 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker] en anderen, wonend te Lisse,
verzoekers,
en
de raad van de gemeente Lisse,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 11 september 2014 heeft de raad het bestemmingsplan "Uitermeerlocatie Lisse" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [verzoeker] en anderen beroep ingesteld. [verzoeker] en anderen hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 7 januari 2015, waar [verzoeker] en anderen, vertegenwoordigd door [verzoeker], en de raad, vertegenwoordigd door M.A.M. Ransdorp en mr. A.K. Koornneef, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het plan voorziet in de herontwikkeling van de huidige locatie van het Fioretticollege, locatie Uitermeer, tot woningbouw.
3. [verzoeker] en anderen kunnen zich niet verenigen met het plan, voor zover daarin aan de op korte afstand van hun woningen gelegen gronden de bestemming "Wonen" is toegekend. [verzoeker] en anderen voeren onder meer aan dat zij onvoldoende zijn geïnformeerd over de beoogde ontwikkelingen en dat zij onvoldoende de mogelijkheid hebben gekregen de besluitvorming te beïnvloeden. Daarnaast voeren zij aan dat de geplande woningbouw ter plaatse niet mogelijk is omdat niet wordt voldaan aan de aan te houden afstanden op basis van milieuregelgeving. [verzoeker] en anderen stellen verder dat onvoldoende rekening is gehouden met hun belangen en dat zij verwachten financiële schade te zullen lijden ten gevolge van het plan.
4. Vast staat dat de gronden binnen het plangebied in eigendom zijn van de gemeente. De raad heeft verder toegelicht dat de school nog tot eind van het schooljaar 2014-2015 in gebruik zal zijn en pas nadien aan woningstichting Stek zal worden opgeleverd. Na telefonisch overleg heeft de raad ter zitting namens woningstichting Stek toegezegd dat geen omgevingsvergunning zal worden aangevraagd voordat uitspraak is gedaan in de hoofdzaak, die op 6 februari 2015 ter zitting zal worden behandeld. Ook is toegezegd dat binnen het plangebied geen andere werkzaamheden die niet reeds mogelijk zijn op basis van het geldende bestemmingsplan, zullen worden verricht totdat uitspraak is gedaan in hoofdzaak.
5. Gelet op het voorgaande ontbreekt het spoedeisend belang bij het treffen van een voorlopige voorziening en bestaat aanleiding het verzoek van [verzoeker] en anderen om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
Proceskosten
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. M.G.J. Parkins-de Vin, als voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. W. van Steenbergen, griffier.
w.g. Parkins-de Vin w.g. Van Steenbergen
voorzieningenrechter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 15 januari 2015
528-731.