ECLI:NL:RVS:2014:953

Raad van State

Datum uitspraak
19 maart 2014
Publicatiedatum
19 maart 2014
Zaaknummer
201304737/1/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen afwijzing verzoek om toevoeging door de raad voor rechtsbijstand

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 18 april 2013, waarin het beroep tegen de afwijzing van een verzoek om een toevoeging door de raad voor rechtsbijstand ongegrond werd verklaard. Het verzoek om een toevoeging werd op 24 januari 2012 door de raad afgewezen, waarna [appellant] bezwaar maakte. Dit bezwaar werd op 27 februari 2012 ongegrond verklaard. De rechtbank bevestigde deze beslissing in haar uitspraak van 18 april 2013.

[Appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. Tijdens de zitting op 5 maart 2014 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de zaak behandeld. In hoger beroep herhaalt [appellant] zijn eerdere argumenten over de rechtmatigheid van de afwijzing van zijn verzoek om een toevoeging. De Afdeling oordeelt dat de argumenten van [appellant] een herhaling zijn van wat eerder in beroep is aangevoerd en door de rechtbank op goede gronden is verworpen.

De Afdeling komt tot de conclusie dat het hoger beroep ongegrond is en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Tevens wordt er geen vergoeding van de kosten in bezwaar, beroep en hoger beroep toegekend, zoals door [appellant] was verzocht. De uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee leden van de Afdeling bestuursrechtspraak, in aanwezigheid van een ambtenaar van staat.

Uitspraak

201304737/1/A2.
Datum uitspraak: 19 maart 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 18 april 2013 in zaak nr. 12/1063 in het geding tussen:
[appellant]
en
het bestuur van de raad voor rechtsbijstand (hierna: de raad).
Procesverloop
Bij besluit van 24 januari 2012 heeft de raad een verzoek van [appellant] om een toevoeging afgewezen.
Bij besluit van 27 februari 2012 heeft de raad het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 18 april 2013 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting aan de orde gesteld op 5 maart 2014.
Overwegingen
1. Hetgeen [appellant] in hoger beroep aanvoert over de rechtmatigheid van de bij het besluit van 27 februari 2012 gehandhaafde weigering hem de gevraagde toevoeging te verstrekken, is een herhaling van hetgeen hij in beroep heeft aangevoerd en door de rechtbank op goede gronden is verworpen.
Het aangevoerde kan aldus niet leiden tot het daarmee beoogde doel. Voor een vergoeding van de in bezwaar, beroep en hoger beroep gemaakte kosten, als verzocht, is geen plaats.
2. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. C.H.M. van Altena, voorzitter, en mr. C.J. Borman en mr. N. Verheij, leden, in tegenwoordigheid van mr. R.H.L. Dallinga, ambtenaar van staat.
w.g. Van Altena w.g. Dallinga
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 19 maart 2014
18-799.