ECLI:NL:RVS:2014:87

Raad van State

Datum uitspraak
22 januari 2014
Publicatiedatum
22 januari 2014
Zaaknummer
201110216/1/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • P.J.J. van Buuren
  • P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
  • J.C. Kranenburg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan en exploitatieplan Hooghkamer 2011 vastgesteld door de raad van de gemeente Teylingen

In deze zaak gaat het om de vaststelling van het bestemmingsplan "Hooghkamer 2011" en het bijbehorende exploitatieplan door de raad van de gemeente Teylingen. Het besluit werd genomen op 23 juni 2011, maar leidde tot meerdere beroepen van verschillende partijen, waaronder de Vereniging De natuurlijke Boekhorstpolder en Stichting Rivierduinen. De appellanten stelden dat het besluit in strijd was met de Wet ruimtelijke ordening en de Algemene wet bestuursrecht. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak behandeld en op 22 januari 2014 uitspraak gedaan. De Afdeling oordeelde dat de beroepen van de stichting Woningstichting Stek en [appellant sub 6] gegrond waren, terwijl de beroepen van andere appellanten gedeeltelijk gegrond werden verklaard. De Raad van State heeft de raad opgedragen om binnen twaalf weken de gebreken in het besluit te herstellen. De uitspraak bevatte ook een proceskostenveroordeling voor de raad van de gemeente Teylingen, die verplicht werd om de gemaakte kosten van de appellanten te vergoeden. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige besluitvorming bij de vaststelling van bestemmingsplannen en de bijbehorende exploitatieplannen.

Uitspraak

201110216/1/R4.
Datum uitspraak: 22 januari 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. de vereniging Vereniging De natuurlijke Boekhorstpolder (hierna: de Vereniging), gevestigd te Voorhout, gemeente Teylingen,
2. de stichting Stichting Rivierduinen (hierna: Rivierduinen), gevestigd te Leiden,
3. [appellante sub 3 A] en [appellante sub 3 B] (hierna gezamenlijk in enkelvoud: [appellante sub 3]), beide gevestigd te [plaats],
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Interprojecta Vastgoed Best B.V. en de commanditaire vennootschap Terra Ontwikkeling C.V. (hierna gezamenlijk: Interprojecta en Terra), beide gevestigd te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch,
5. de stichting Woningstichting Stek (hierna: Stek), gevestigd te Lisse,
6. [appellant sub 6], wonend te Voorhout, gemeente Teylingen,
en
de raad van de gemeente Teylingen,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 23 juni 2011, kenmerk 178991, heeft de raad het bestemmingsplan "Hooghkamer 2011" en het gelijknamige exploitatieplan vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben de Vereniging, Rivierduinen, [appellante sub 3], Interprojecta en Terra, Stek en [appellant sub 6] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De raad heeft het taxatierapport inbrengwaarden van Overwater van 23 juni 2011 (hierna: het taxatierapport) en de daarbij behorende oplegnotitie ingezonden en ten aanzien van de oplegnotitie verzocht om beperkte kennisneming als bedoeld in artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Bij beslissing van 7 augustus 2012 heeft een andere kamer van de Afdeling het verzoek om beperkte kennisneming ingewilligd. [appellante sub 3] en [appellant sub 6] is gevraagd om toestemming om mede op grondslag van de geheim te houden informatie in de oplegnotitie uitspraak te doen. [appellante sub 3] en [appellant sub 6] hebben deze toestemming verleend.
[appellante sub 3] heeft nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 16 augustus 2012, waar de Vereniging, vertegenwoordigd door M.S. Wagenmaker en E.J. Weebers, [appellante sub 3], vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door mr. C.W. Kniestedt en mr. L. Schapink, beiden advocaat te Amsterdam, en F.H. de Bruijne, werkzaam bij Gloudemans, Stek, vertegenwoordigd door T.A.C. de Wit, en de raad, vertegenwoordigd door mr. H.J.M. Winkelhuizen, advocaat te Alphen aan den Rijn, J.R. van der Kooij, werkzaam bij Overwater Grondbeleid Adviesbureau, N. Harkes, werkzaam bij NEXT Vastgoed Consultancy, dr. F.A.M. Schreiner en P.M.W.M. van Goch, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Na sluiting van het onderzoek ter zitting heeft de Afdeling het onderzoek heropend. De raad heeft nadere stukken ingediend. [appellante sub 3] en Stek hebben hierop gereageerd. De raad heeft op deze reacties gereageerd. De Afdeling heeft de raad tevens een aantal vragen voorgelegd. De raad heeft deze beantwoord. [appellante sub 3] heeft op de beantwoording gereageerd. Voorts heeft de raad een nader verweerschrift ingediend, waarop [appellante sub 3] heeft gereageerd. Met toestemming van partijen is een nadere zitting achterwege gebleven.
Bij tussenuitspraak van 12 juni 2013 in zaak nr. 201110216/1/T1/R4 heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen twaalf weken na de verzending van deze tussenuitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van 23 juni 2011 te herstellen. Deze tussenuitspraak is aangehecht.
Bij besluit van 2 september 2013, kenmerk 2013_Raad_00059, heeft de raad het besluit van 23 juni 2011, voor zover dit strekt tot vaststelling van het exploitatieplan "Hooghkamer 2011", gewijzigd vastgesteld.
Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hun zienswijzen over het besluit van 2 september 2013 naar voren te brengen.
De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft.
Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak overwogen dat het besluit van 23 juni 2011, voor zover dit strekt tot vaststelling van het exploitatieplan, is vastgesteld in strijd met artikel 6.13, eerste lid, en artikel 6.18, gelezen in samenhang met de artikelen 6.19 en 6.13, eerste lid, aanhef en onder c, ten zesde, van de Wet ruimtelijke ordening en de artikelen 3:2 en 3:46 van de Awb. De Afdeling heeft de raad opgedragen:
a. met inachtneming van hetgeen in 24.3 van de tussenuitspraak is overwogen de exploitatieopzet van het exploitatieplan zodanig te wijzigen dat tot de raming van de kosten in verband met de exploitatie niet langer behoren de kosten voor de afkoop van de historische bouwclaim;
b. met inachtneming van hetgeen in 26.3 van de tussenuitspraak is overwogen alsnog toereikend te motiveren dat de gehele verharding in het plangebied met 1,5 m dient te worden verhoogd dan wel de exploitatieopzet van het exploitatieplan te wijzigen wat betreft de raming van de kosten in verband met de exploitatie ten aanzien van de kosten van de voorbelasting;
c. met inachtneming van hetgeen in 30.3 van de tussenuitspraak is overwogen de exploitatieopzet van het exploitatieplan zodanig te wijzigen dat tot de raming van de kosten in verband met de exploitatie niet langer behoort de btw op het geluidscherm;
d. met inachtneming van hetgeen in 38.3 van de tussenuitspraak is overwogen de exploitatieopzet van het exploitatieplan zodanig te wijzigen dat de wijze van toerekening van de te verhalen kosten aan de uit te geven gronden inzichtelijk is.
2. Gelet op hetgeen in de tussenuitspraak is overwogen, zijn de beroepen van [appellante sub 3], Interprojecta en Terra, Stek en [appellant sub 6] tegen het besluit van 23 juni 2011, voor zover dit strekt tot vaststelling van het financiële deel van het exploitatieplan, gegrond. De beroepen van [appellante sub 3] en Interprojecta en Terra tegen het besluit van 23 juni 2011, voor zover dit strekt tot vaststelling van de fasering van het exploitatieplan, zijn ongegrond.
3. Gelet op hetgeen in de tussenuitspraak is overwogen, zijn de beroepen van de Vereniging, Rivierduinen en Interprojecta en Terra tegen het besluit van 23 juni 2011, voor zover dit strekt tot vaststelling van het bestemmingsplan, ongegrond.
4. [appellante sub 3], Interprojecta en Terra, Stek en [appellant sub 6] hebben naar aanleiding van het besluit van 2 september 2013 geen zienswijzen ingediend over de hierin opgenomen wijzigingen van het exploitatieplan. De Afdeling leidt hieruit af dat [appellante sub 3], Interprojecta en Terra, Stek en [appellant sub 6] geen bezwaren hebben tegen het besluit van 2 september 2013, zodat de van rechtswege ontstane beroepen tegen dit besluit ongegrond zijn.
5. De raad dient ten aanzien van [appellante sub 3] en [appellant sub 6] op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld. Het verzoek van [appellante sub 3] tot vergoeding van de kosten voor het inschakelen van een deskundige wordt afgewezen, omdat [appellante sub 3] niet te kennen heeft gegeven hoeveel uren de deskundige aan het overgelegde deskundigenrapport heeft besteed en evenmin een nota voor dit deskundigenrapport heeft overgelegd.
Niet is gebleken van proceskosten van Interprojecta en Terra en Stek die voor vergoeding in aanmerking komen.
Voor een proceskostenveroordeling ten aanzien van de Vereniging en Rivierduinen bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart de beroepen van de stichting Woningstichting Stek en [appellant sub 6] tegen het besluit van de raad van de gemeente Teylingen van 23 juni 2011, kenmerk 178991, voor zover het betreft de vaststelling van het exploitatieplan "Hooghkamer 2011", gegrond;
II. verklaart de beroepen van [appellante sub 3] Projectontwikkeling B.V. en [appellante sub 3 B] en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Interprojecta Vastgoed Best B.V. en de commanditaire vennootschap Terra Ontwikkeling C.V. tegen het besluit van de raad van de gemeente Teylingen van 23 juni 2011, kenmerk 178991, voor zover het betreft de vaststelling van het exploitatieplan "Hooghkamer 2011", gedeeltelijk gegrond;
III. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Teylingen van 23 juni 2011, kenmerk 178991, voor zover het betreft de vaststelling van het financiële deel van het exploitatieplan "Hooghkamer 2011";
IV. verklaart de beroepen van [appellante sub 3] en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Interprojecta Vastgoed Best B.V. en de commanditaire vennootschap Terra Ontwikkeling C.V. tegen het besluit van de raad van de gemeente Teylingen van 23 juni 2011, kenmerk 178991, voor zover het betreft de vaststelling van het exploitatieplan "Hooghkamer 2011", voor het overige ongegrond;
V. verklaart de beroepen van de vereniging Vereniging De natuurlijke Boekhorstpolder, de stichting Stichting Rivierduinen en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Interprojecta Vastgoed Best B.V. en de commanditaire vennootschap Terra Ontwikkeling C.V. tegen het besluit van de raad van de gemeente Teylingen van 23 juni 2011, kenmerk 178991, voor zover het betreft de vaststelling van het bestemmingsplan "Hooghkamer 2011", ongegrond;
VI. verklaart de beroepen van [appellante sub 3], de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Interprojecta Vastgoed Best B.V. en de commanditaire vennootschap Terra Ontwikkeling C.V., de stichting Woningstichting Stek en [appellant sub 6] tegen het besluit van de raad van de gemeente Teylingen van 2 september 2013, kenmerk 2013_Raad_00059, ongegrond;
VII. veroordeelt de raad van de gemeente Teylingen tot vergoeding van bij [appellante sub 3] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 974,00 (zegge: negenhonderdvierenzeventig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat betaling aan één van hen bevrijdt ten opzichte van de ander;
veroordeelt de raad van de gemeente Teylingen tot vergoeding van bij [appellant sub 6] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 487,00 (zegge: vierhonderdzevenentachtig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
VIII. gelast dat de raad van de gemeente Teylingen aan appellanten het door hen voor de behandeling van de beroepen betaalde griffierecht ten bedrage van € 302,00 (zegge: driehonderdtwee euro) voor [appellante sub 3], met dien verstande dat betaling aan één van hen bevrijdt ten opzichte van de ander, € 302,00 (zegge: driehonderdtwee euro) voor de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Interprojecta Vastgoed Best B.V. en Terra Ontwikkeling C.V., met dien verstande dat betaling aan één van hen bevrijdt ten opzichte van de ander, € 302,00 (zegge: driehonderdtwee euro) voor de stichting Woningstichting Stek en € 152,00 (zegge: honderdtweeënvijftig euro) voor [appellant sub 6] vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. P.J.J. van Buuren, voorzitter, en mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen en mr. J.C. Kranenburg, leden, in tegenwoordigheid van mr. R.R. Jacobs, ambtenaar van staat.
w.g. Van Buuren w.g. Jacobs
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 22 januari 2014
717.