ECLI:NL:RVS:2014:729

Raad van State

Datum uitspraak
21 februari 2014
Publicatiedatum
5 maart 2014
Zaaknummer
201302028/2/A3 201302192/2/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van rechters in bestuursrechtelijke zaken

Op 18 februari 2014 heeft verzoeker, wonend te Hoofddorp, een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechters mr. J.E.M. Polak, mr. R.W.L. Loeb en mr. B.J. van Ettekoven, die belast waren met de behandeling van de zaken 201302028/1/A3 en 201302192/1/A3. De wraking werd aangevraagd op basis van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat verzoeker meende dat de onpartijdigheid van de rechters in het geding was. Tijdens de zitting werd verzoeker gehoord, maar de staatsraden maakten geen gebruik van hun recht om te worden gehoord.

Verzoeker voerde twee gronden aan voor de wraking. Ten eerste stelde hij dat de staatsraden de door hem meegebrachte getuige niet wilden horen, terwijl hij deze getuige cruciaal achtte voor de beoordeling van zijn zaken. Ten tweede was verzoeker van mening dat de zaken ten onrechte inhoudelijk ter zitting werden behandeld voordat de klachtadviescommissie een bindend advies had uitgebracht over een klacht die hij had ingediend. Hij betoogde dat dit de waarde van het advies illusoir maakte.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State overwoog dat de wrakingsprocedure niet bedoeld is als rechtsmiddel tegen procesbeslissingen. De beslissing om de getuige niet te horen en de zitting door te laten gaan, zijn procesbeslissingen die niet ter beoordeling in een wrakingsprocedure kunnen staan. Verzoeker kan zijn standpunt over deze beslissingen aan de orde stellen tijdens de inhoudelijke behandeling van de zaken zelf.

De Afdeling concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de vrees voor partijdigheid van de staatsraden konden onderbouwen. Daarom werd het wrakingsverzoek afgewezen. De beslissing werd genomen door de voorzitter mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen en de leden mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen en mr. C.J. Borman, in tegenwoordigheid van mr. B. Nell, ambtenaar van staat. De uitspraak vond plaats op 21 februari 2014.

Uitspraak

201302028/2/A3 201302192/2/A3.
Datum beslissing: 21 februari 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op het verzoek van:
[verzoeker], wonend te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer,
verzoeker,
om toepassing van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb).
Procesverloop
Tijdens de zitting op 18 februari 2014 heeft [verzoeker] verzocht om wraking van mr. J.E.M. Polak, mr. R.W.L. Loeb en mr. B.J. van Ettekoven, belast met de behandeling van de zaken nrs. 201302028/1/A3 en 201302192/1/A3.
De staatsraden hebben niet in de wraking berust en geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om te worden gehoord.
De Afdeling heeft het wrakingsverzoek op 18 februari 2014 ter zitting behandeld, waar [verzoeker] is gehoord.
Overwegingen
1. Op verzoek van een partij kan ingevolge artikel 8:15 van de Awb elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2. Als eerste grond is aan de wraking ten grondslag gelegd dat de staatsraden de door [verzoeker] ter zitting meegebrachte getuige vooralsnog niet wilden horen, terwijl [verzoeker] de af te leggen verklaring cruciaal acht voor de beoordeling van zijn zaken. Als tweede grond is aangevoerd dat de zaken ten onrechte inhoudelijk ter zitting worden behandeld voordat de klachtadviescommissie bindend advies uitbrengt over een door [verzoeker] in het kader van deze zaken ingediende klacht met betrekking tot een brief van de voorzitter van de zittingskamer over onder meer het overleggen van stukken. Het advies wordt hierdoor volgens [verzoeker] illusoir.
3. [verzoeker] is het niet eens met beslissingen van de zittingskamer om in dit stadium de getuige niet te horen en om de zitting doorgang te laten vinden terwijl de klachtadviescommissie nog geen advies heeft uitgebracht. Dit zijn procesbeslissingen, die als zodanig in een wrakingsprocedure niet ter beoordeling kunnen staan. Het instituut van wraking is immers niet bedoeld om als rechtsmiddel tegen zulke beslissingen te worden aangewend.
Voor zover [verzoeker] van mening is dat hij door bedoelde beslissingen in zijn processuele belangen is geschaad, kan hij zijn standpunt ter zake bij de inhoudelijke behandeling van de zaken zelf aan de orde stellen. Het feit dat op de onderhavige punten procesbeslissingen zijn genomen, waarmee [verzoeker] het niet eens is, brengt niet met zich dat daarom sprake is van een feit of omstandigheid waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
Met betrekking tot de tweede wrakingsgrond wordt bovendien overwogen dat de klachtadviescommissie in een bindend advies zal antwoorden op de klacht. Dit antwoord kan er evenwel niet aan afdoen dat het aan de kamer die de hoger beroepszaak inhoudelijk behandelt, is om te beoordelen of de zaak rijp is voor onderzoek ter zitting en om te beslissen of er termen zijn dit onderzoek te schorsen. Dat beslissingen zijn genomen waaraan een gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid van de staatsraden zou kunnen worden ontleend, is niet gebleken.
4. Gelet op het voorgaande dient het verzoek te worden afgewezen.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, voorzitter, en mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen en mr. C.J. Borman, leden, in tegenwoordigheid van mr. B. Nell, ambtenaar van staat.
w.g. Van der Beek-Gillessen w.g. Nell
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 21 februari 2014
597.