ECLI:NL:RVS:2014:710
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- A.W.M. Bijloos
- R.F.J. Bindels
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit centraal stembureau over geldigheid kandidatenlijst Piratenpartij
In deze zaak heeft de vereniging Piratenpartij beroep ingesteld tegen het besluit van het centraal stembureau van 7 februari 2014, waarbij de kandidatenlijst met de aanduiding 'Piratenpartij' geldig is verklaard. De mondelinge uitspraak vond plaats op 17 februari 2014. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak behandeld in een openbare zitting, waar de appellante, vertegenwoordigd door haar voorzitter H. Heslinga en woordvoerder, aanwezig was.
De Afdeling heeft overwogen dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat het beroepschrift te laat is ingediend. Volgens artikel I 4 van de Kieswet moet het centraal stembureau op de laatste dag van de termijn, in dit geval 8 februari 2014, besluiten over de geldigheid van de lijsten. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt vier dagen, wat betekent dat de termijn eindigde op 11 februari 2014. Het beroepschrift is echter pas op 12 februari 2014, na afloop van de termijn, ingediend.
De Piratenpartij heeft aangevoerd dat zij op 10 februari 2014 omstreeks 22:45 uur een fax met het beroepschrift heeft verzonden, maar heeft geen bewijs geleverd in de vorm van een faxjournaal. De Raad van State heeft geen bewijs kunnen vinden dat een fax op dat tijdstip is ontvangen. Hierdoor is niet aannemelijk geworden dat de Piratenpartij tijdig heeft gehandeld. De Afdeling heeft geconcludeerd dat er geen feiten of omstandigheden zijn die de termijnoverschrijding verschoonbaar maken.
De uitspraak eindigt met de mededeling dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De zaak is behandeld door een enkelvoudige kamer, en de uitspraak is gedaan door de voorzitter en een lid van de kamer.