201311005/2/R2.
Datum uitspraak: 19 februari 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
de vereniging Vereniging Winssen Ontwikkelt ZichZelf, gevestigd te Winssen, gemeente Beuningen, en anderen (hierna: de Vereniging en anderen),
verzoekers,
en
het college van gedeputeerde staten van Gelderland, de raad van de gemeente Beuningen en de raad van de gemeente Druten,
verweerders.
Procesverloop
Bij besluit van 24 september 2013 heeft de raad van de gemeente Beuningen het bestemmingsplan "Geertjesgolf en Voorhaven" vastgesteld.
Bij besluit van 26 september 2013 heeft de raad van de gemeente Druten het bestemmingsplan "Voorhaven Geertjesgolf" vastgesteld.
Bij besluit van 21 oktober 2013 heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland een vergunning onder voorschriften als bedoeld in de Ontgrondingenwet verleend aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Winruimte Geertjesgolf BV voor het ontgronden van meerdere percelen in Ewijk en Druten ten behoeve van het project Geertjesgolf.
Het college van gedeputeerde staten heeft op verzoek van de aanvrager van de ontgrondingsvergunning besloten voornoemde besluiten gecoördineerd voor te bereiden en bekend te maken, als bedoeld in artikel 10a en 10e van de Ontgrondingenwet.
Tegen deze besluiten hebben onder meer de Vereniging en anderen beroep ingesteld.
De Vereniging en anderen hebben de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 10 februari 2014, waar de Vereniging en anderen, vertegenwoordigd door G.H. Rolf,
E.C. Smit en J.A.M. Heemskerk, en het college van gedeputeerde staten van Gelderland, vertegenwoordigd door A.H.G.R. Hager, de raad van de gemeente Beuningen, vertegenwoordigd door D. van der Coelen, de raad van de gemeente Druten, vertegenwoordigd door mr. M.W.H.P. Jansen, werkzaam bij de gemeente, allen bijgestaan door mr. T.E.P.A. Lam, advocaat te Nijmegen, zijn verschenen. Voorts is ter zitting de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Winruimte Geertjesgolf BV, vertegenwoordigd door ing. H. van der Linde, gehoord.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Ingevolge artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan de voorzieningenrechter op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
3. Met voornoemde besluiten wordt onder andere het Zandwin- en herinrichtingsproject Geertjesgolf mogelijk gemaakt. Het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening richt zich uitsluitend tegen voornoemde besluiten voor zover die betrekking hebben op dit project.
Het project bestaat uit een binnendijkse zandwinning en een tijdelijke werkhaven in de uiterwaard, aangeduid als voorhaven. De binnendijkse zandwinning vindt plaats in het Winssensche Veld in de gemeente Beuningen. De voorhaven ligt deels in de gemeente Beuningen en deels in de gemeente Druten. De Vereniging en anderen willen met hun verzoek voorkomen dat de bestemmingsplannen en de voorliggende ontgrondingsvergunning in werking treden. Zij vrezen dat door de inwerkingtreding van de bestemmingsplannen en de ontgrondingsvergunning een onomkeerbare situatie zal ontstaan.
3.1. Ter zitting hebben het college van gedeputeerde staten van Gelderland, de raad van de gemeente Beuningen, de raad van de gemeente Druten en Winruimte Geertjesgolf BV verklaard dat niet met de voorbereidende werkzaamheden en de uitvoeringswerkzaamheden ten behoeve van het project wordt begonnen voordat de betreffende besluiten onherroepelijk zijn. Een uitzondering is de bestaande woning op het perceel Dijk 61 te Winssen. Deze woning zal volgens Winruimte Geertjesgolf BV op korte termijn worden verbouwd tot kantoorruimte. Ter zitting hebben verzoekers toegelicht dat het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening zich niet richt tegen voornoemde ontwikkeling op het perceel Dijk 61 te Winssen.
Voorts hebben voornoemde partijen verklaard bereid te zijn om in het geval niettemin besloten wordt om te beginnen met de voorbereidende werkzaamheden, bestaande uit onder andere het voor aanvang van de ontgronding uitvoeren en kenbaar maken van nulmetingen van de bestaande situatie van opstallen die zich bevinden binnen een afstand van 250 meter van het gebied, de Vereniging en anderen daarvan uiterlijk twee maanden voor aanvang van deze werkzaamheden in kennis te stellen. Gezien deze termijn worden de Vereniging en anderen in de gelegenheid gesteld om, indien de omstandigheden wijzigen, een nieuw verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in te dienen. Gelet op het voorgaande ziet de voorzitter geen aanleiding voor de verwachting dat zich onomkeerbare gevolgen zullen voordoen voordat door de Afdeling uitspraak is gedaan in de bodemzaak.
3.2. De voorzitter is gelet op het vorenstaande van oordeel dat een spoedeisend belang tot het treffen van een voorlopige voorziening ontbreekt.
3.3. Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.A. Hagen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. P. Plambeck, ambtenaar van staat.
w.g. Hagen w.g. Plambeck
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 19 februari 2014
159-772.