ECLI:NL:RVS:2014:4793

Raad van State

Datum uitspraak
28 april 2014
Publicatiedatum
15 juli 2015
Zaaknummer
201402469/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag uitstel van uitzetting op basis van de Vreemdelingenwet 2000

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, van 25 februari 2014. De vreemdeling had een aanvraag ingediend bij de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie om te bepalen dat zijn uitzetting achterwege blijft, op basis van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000. Deze aanvraag werd op 6 juni 2013 afgewezen. De staatssecretaris verklaarde het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar op 12 augustus 2013 ongegrond. De rechtbank heeft het beroep van de vreemdeling op 25 februari 2014 eveneens ongegrond verklaard, waarop de vreemdeling hoger beroep heeft ingesteld.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het hoger beroep behandeld en geconcludeerd dat de argumenten die in het hogerberoepschrift zijn aangevoerd niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak kunnen leiden. De aangevoerde punten voldoen niet aan de criteria van artikel 85, eerste en tweede lid, van de Vw 2000, en er zijn geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoording behoeven. Daarom wordt met het oordeel volstaan.

De Raad van State bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep kennelijk ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. C.J. Borman, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. D. van Leeuwen, ambtenaar van staat, en is openbaar uitgesproken op 28 april 2014.

Uitspraak

201402469/1/V3.
Datum uitspraak: 28 april 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, van 25 februari 2014 in zaak nr. 13/21118 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie.
Procesverloop
Bij besluit van 6 juni 2013 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om krachtens artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: de Vw 2000) te bepalen dat zijn uitzetting achterwege blijft, afgewezen.
Bij besluit van 12 augustus 2013 heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Dit besluit is aangehecht.
Bij uitspraak van 25 februari 2014 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld. Het hogerberoepschrift is aangehecht.
De staatssecretaris heeft een verweerschrift ingediend.
Vervolgens is het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1. Hetgeen in het hogerberoepschrift is aangevoerd en aan artikel 85, eerste en tweede lid, van de Vw 2000 voldoet, kan niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak leiden. Omdat het aldus aangevoerde geen vragen opwerpt die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoording behoeven, wordt, gelet op artikel 91, tweede lid, van deze wet, met dat oordeel volstaan.
2. Het hoger beroep is kennelijk ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. C.J. Borman, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. D. van Leeuwen, ambtenaar van staat.
w.g. Borman w.g. Van Leeuwen
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 28 april 2014
53.