201403509/1/R3.
Datum uitspraak: 3 december 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant] en anderen, allen wonend te Vught,
en
de raad van de gemeente Vught,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 13 februari 2014, kenmerk GRIFBW/14-001093, heeft de raad het bestemmingsplan "Centrum Vught e.o., 1e herziening Centrum West/Centrum Oost" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant] en anderen beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
Met toestemming van partijen heeft de Afdeling afgezien van behandeling van de zaak ter zitting en het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
2. [appellant] en anderen betogen dat de raad het plandeel met de bestemming "Verkeer" en de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - ondergronds parkeren", voor zover gelegen ter plaatse van de Dr. Hillenlaan, ten onrechte gewijzigd heeft vastgesteld.
3. Het plan voorziet voor de Dr. Hillenlaan in de bestemming "Verkeer" en de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - ondergronds parkeren", ter plaatse waarvan op grond van artikel 5, lid 5.1, aanhef en onder b, van de planregels een (ondergrondse) parkeergarage is toegestaan. Het plangebied is in zoverre ten opzichte van het ontwerpplan vergroot. De raad heeft zich in het verweerschrift op het standpunt gesteld dat het plangebied ten opzichte van het ontwerpplan niet had hoeven te worden vergroot, omdat een ondergrondse parkeergarage onder de Dr. Hillenlaan niet meer nodig is om in de parkeerbehoefte van het winkelcentrum te kunnen voorzien. Nu de raad zich in zoverre op een ander standpunt stelt dan hij in het bestreden besluit heeft gedaan en niet is gebleken dat gewijzigde omstandigheden hiertoe aanleiding hebben gegeven, moet worden geoordeeld dat het bestreden besluit in zoverre niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid. Het betoog slaagt.
4. In hetgeen [appellant] en anderen hebben aangevoerd ziet de Afdeling aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit, voor zover dat ziet op de vaststelling van het plandeel met de bestemming "Verkeer" en de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - ondergronds parkeren", voor de Dr. Hillenlaan, zoals nader aangeduid op de bij deze uitspraak behorende kaart, is genomen in strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht. Het beroep is gegrond, zodat het bestreden besluit in zoverre dient te worden vernietigd.
5. Uit oogpunt van rechtszekerheid en gelet op artikel 1.2.3 van het Besluit ruimtelijke ordening, ziet de Afdeling aanleiding de raad op te dragen het hierna in de beslissing nader aangeduide onderdeel van deze uitspraak binnen vier weken na verzending van de uitspraak te verwerken in het elektronisch vastgestelde plan dat te raadplegen is op de landelijke voorziening, www.ruimtelijkeplannen.nl.
6. De raad dient ten aanzien van dit beroep op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het beroep gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Vught van 13 februari 2014, kenmerk GRIFBW/14-001093, voor zover dat ziet op de vaststelling van het plandeel met de bestemming "Verkeer" en de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - ondergronds parkeren", voor zover toegekend aan de Dr. Hillenlaan, zoals nader aangeduid op de bij deze uitspraak behorende kaart;
III. draagt de raad van de gemeente Vught op om binnen vier weken na verzending van deze uitspraak ervoor zorg te dragen dat het hiervoor vermelde onderdeel II wordt verwerkt in het elektronisch vastgestelde plan dat te raadplegen is op de landelijke voorziening, www.ruimtelijkeplannen.nl;
IV. veroordeelt de raad van de gemeente Vught tot vergoeding van bij [appellant] en anderen in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 487,00 (zegge: vierhonderdzevenentachtig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen;
V. gelast dat de raad van de gemeente Vught aan [appellant] en anderen het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 165,00 (zegge: honderdvijfenzestig euro) vergoedt, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R.I.Y. Lap, griffier.
w.g. Van Sloten w.g. Lap
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 3 december 2014
709-288.