ECLI:NL:RVS:2014:4383

Raad van State

Datum uitspraak
24 november 2014
Publicatiedatum
3 december 2014
Zaaknummer
201408971/2/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van de last tot verwijdering van een bijenstal op perceel in Texel

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 24 november 2014 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van [verzoeker], wonend te Den Hoorn, gemeente Texel. Het verzoek volgde op een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Texel, dat op 7 oktober 2013 aan [verzoeker] had gelast om verschillende materialen en bouwwerken, waaronder een bijenkas, van zijn perceel te verwijderen. Dit besluit werd onderbouwd met een dwangsom. Na een bezwaarprocedure, waarin het college het bezwaar ongegrond verklaarde, heeft de rechtbank Noord-Holland op 27 oktober 2014 het beroep van [verzoeker] gegrond verklaard en het besluit van het college vernietigd, met uitzondering van de last om de bijenstal te verwijderen.

Tegen deze uitspraak heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 20 november 2014 behandeld. In zijn overwegingen heeft de voorzieningenrechter benadrukt dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Hij heeft vastgesteld dat de begunstigingstermijn voor het verwijderen van de bijenstal op 24 november 2014 verstrijkt. Gezien de belangen van [verzoeker] en de twijfel over de uitkomst van de bodemprocedure, heeft de voorzieningenrechter besloten om de last tot verwijdering van de bijenstal te schorsen.

De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat het college van burgemeester en wethouders van Texel de proceskosten van [verzoeker] dient te vergoeden, inclusief de kosten voor rechtsbijstand en het griffierecht. De totale proceskosten zijn vastgesteld op € 1058,54, waarvan een aanzienlijk deel is toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand. Deze uitspraak biedt [verzoeker] de mogelijkheid om de bijenstal op zijn perceel te behouden totdat er een definitieve uitspraak in de bodemprocedure is gedaan.

Uitspraak

201408971/2/A1.
Datum uitspraak: 24 november 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
[verzoeker], wonend te Den Hoorn, gemeente Texel,
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 27 oktober 2014 in zaak nr. 14/858 in het geding tussen:
[verzoeker]
en
het college van burgemeester en wethouders van Texel.
Procesverloop
Bij besluit van 7 oktober 2013 heeft het college [verzoeker] onder oplegging van een dwangsom gelast materialen en bouwwerken, zoals een bijenkas, lege kuubkisten, kuubkisten met materialen, bollenkistjes, hout, machines, dakplaten, rioolbuizen, schaftwagen, kasonderdelen en bestratingsmateriaal, van het perceel gelegen aan het Klif/Lagewegje, kadastraal bekend gemeente Texel, sectie P, nummer 804 te verwijderen en verwijderd te houden.
Bij besluit van 25 februari 2014 heeft het college het door [verzoeker] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 27 oktober 2014 heeft de rechtbank het door [verzoeker] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 25 februari 2014 vernietigd, het bezwaar tegen het primaire besluit gegrond verklaard en dat besluit herroepen, behoudens voor wat betreft de bijenstal. Voorts heeft de rechtbank [verzoeker] in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken na verzending van deze uitspraak de bijenstal van het perceel te verwijderen en verwijderd te houden en bepaald dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit van 25 februari 2014.
Tegen deze uitspraak heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld.
Bij deze brief heeft [verzoeker] de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 20 november 2014, waar [verzoeker], bijgestaan door mr. M.J. Smaling, is verschenen.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het hoger beroep van [verzoeker] richt zich tegen de door de rechtbank in stand gelaten opgelegde last om de bijenstal van het perceel te verwijderen en verwijderd te houden en de door de rechtbank, zelf in de zaak voorziend, aan deze last verbonden nieuwe begunstigingstermijn van vier weken na verzending van de aangevallen uitspraak.
3. De door de rechtbank aan de last verbonden begunstigingstermijn verstrijkt op 24 november 2014. Het door [verzoeker] gedane verzoek strekt tot schorsing van de opgelegde last tot verwijdering van de bijenstal en de aangevallen uitspraak, voor zover die ziet op de gestelde begunstigingstermijn, totdat in de hoofdzaak uitspraak is gedaan.
4. Met name gelet op hetgeen [verzoeker] in hoger beroep naar voren heeft gebracht met betrekking tot de toepasselijkheid van het in artikel 30 van het bestemmingsplan "Bestemmingsplan Den Hoorn Beschermd Dorpsgezicht" neergelegde overgangsrecht is voorshands niet buiten twijfel dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure onverkort in stand zal blijven.
Gelet op het vorenstaande en de betrokken belangen in aanmerking genomen, waarbij aan het belang van [verzoeker] bij het hangende het hoger beroep niet hoeven verwijderen van de bijenstal, zoals door hem ter zitting toegelicht, meer gewicht toekomt dan aan dat van het college bij verwijdering van het bouwwerk hangende de bodemprocedure, en nu van andere belangen die zich tegen de verzochte schorsing verzetten niet is gebleken, ziet de voorzieningenrechter aanleiding om na te melden voorlopige voorziening te treffen.
5. Het college dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld. Hierbij is in aanmerking genomen dat de door opgegeven verletkosten niet zijn onderbouwd, zodat deze moeten worden gesteld op 6 x € 7,00 = € 42,00. De reiskosten voor het bijwonen van de zitting worden gesteld op € 42,54.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Texel van 25 februari 2014, kenmerk 5242, en het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Texel van 7 oktober 2013, kenmerk 13.UP04861, voor zover het betrekking heeft op de last om de bijenstal op het perceel te verwijderen en verwijderd te houden;
II. veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Texel tot vergoeding van bij [verzoeker] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1058,54 (zegge: duizendachtenvijftig euro en vierenvijftig cent), waarvan € 974,00 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
III. gelast dat het college van burgemeester en wethouders van Texel aan [verzoeker] het door hem voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 246,00 (zegge: tweehonderdzesenveertig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, als voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. G.J. Deen, griffier.
w.g. Van der Beek-Gillessen w.g. Deen
voorzieningenrechter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 24 november 2014
604.