201405081/1/R3.
Datum uitspraak: 26 november 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Willemstad, gemeente Moerdijk,
en
de raad van de gemeente Moerdijk,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 8 mei 2014 heeft de raad het bestemmingsplan "Koningin Julianalaan" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[appellant] heeft nadere stukken ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 20 oktober 2014, waar [appellant], bijgestaan door mr. M.D. Witvliet, advocaat te Oud-Beijerland, en de raad, vertegenwoordigd door M. Zantingh en A.A. van Dongen, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is ter zitting de stichting Woningstichting Brabantse Waard, vertegenwoordigd door B. Walet, gehoord.
Overwegingen
1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
2. Het plan voorziet in een appartementencomplex met twaalf appartementen op het perceel op de hoek van de kruising van de Prinses Beatrixlaan met de Koningin Julianalaan aan de zuidoostzijde van de kern Helwijk. Met het plan wordt beoogd de herontwikkeling van het perceel mogelijk te maken waar voorheen een garagebedrijf was gevestigd.
3. Voor zover de raad zich op het standpunt stelt dat enkele beroepsgronden niet in de zienswijze zijn aangevoerd, zodat deze beroepsgronden buiten beschouwing dienen te worden gelaten, overweegt de Afdeling dat binnen de door de wet en de goede procesorde begrensde mogelijkheden geen rechtsregel eraan in de weg staat dat bij de beoordeling van het beroep beroepsgronden worden betrokken die na het nemen van het bestreden besluit zijn aangevoerd en niet als zodanig in de uniforme openbare voorbereidingsprocedure naar voren zijn gebracht.
4. Het beroep van [appellant] is gericht tegen de vaststelling van het plan. [appellant] voert aan dat het appartementencomplex niet in zijn woonomgeving past, omdat het een veel grotere bouwhoogte zal hebben dan de grondgebonden woningen die in de nabijheid van het plangebied staan. Het verschil in bouwhoogte zal 6 m bedragen, omdat de feitelijke hoogte van deze woningen 8 m bedraagt. Zijn privacy zal onaanvaardbaar worden aangetast, omdat vanuit het appartementencomplex in de tuin bij zijn woning aan de [locatie] kan worden gekeken. Voorts zal zijn uitzicht door het appartementencomplex onaanvaardbaar worden beperkt.
Daarnaast voert [appellant] aan dat onvoldoende nieuwe parkeerplaatsen zijn voorzien. Ter plaatse van een nabijgelegen activiteitencentrum worden jaarlijks acht tot tien markten georganiseerd en daarvoor zijn reeds te weinig parkeerplaatsen aanwezig. Het gebrek aan parkeerplaatsen in de omgeving van het plangebied zal in het geval een dergelijke activiteit wordt georganiseerd nog groter worden.
Voorts voert [appellant] aan dat het plan in strijd met het "Beleidsplan Wonen 2007-2011" (hierna: Beleidsplan) is vastgesteld, omdat het plan geen bijdrage levert aan meer variatie in het woningaanbod. Onder verwijzing naar het rapport "Woningbehoefteonderzoek 2010-2015 gemeente Moerdijk" (hierna: woningbehoefteonderzoek) stelt [appellant] voorts dat er geen vraag is naar seniorenwoningen in de kern Helwijk. [appellant] stelt dat het plan alleen in woningen voorziet die voor sociale huur zullen worden gebruikt. Hij vreest dat deze woningen tot verpaupering van zijn woonomgeving zullen leiden.
4.1. De raad stelt zich op het standpunt dat het appartementencomplex in de omgeving van het plangebied past. Bij de keuze voor de maximale bouwhoogte voor het appartementencomplex is rekening gehouden met de feitelijke hoogte van de woningen in de nabijheid van het plangebied. Volgens de raad wordt met de voorziene hoogte een accent gelegd op een locatie die als entree van de kern Helwijk wordt gekenmerkt. Dit komt ten goede aan de identiteit van en de oriëntatie op deze kern. Voorts zal de privacy van [appellant] niet onaanvaardbaar worden aangetast, omdat bij de indeling van het appartementencomplex rekening wordt gehouden met de privacy van omwonenden. Daarnaast zijn er voor de nieuwe appartementen voldoende parkeerplaatsen voorzien. Voor markten in het nabijgelegen activiteitencentrum hoeven geen extra parkeerplaatsen te worden aangelegd. Daarbij komt dat deze parkeerplaatsen gedurende de periode dat geen markt wordt georganiseerd leeg zullen zijn. Verder is de raad van mening dat het plan niet in strijd is met het gemeentelijke woonbeleid.
4.2. Aan de gronden in het plangebied is de bestemming "Wonen" toegekend. Op de verbeelding is voor een deel van het perceel vier bouwlagen en een bouwhoogte van maximaal 14 m aangegeven. Voor twee delen zijn twee bouwlagen en een bouwhoogte van maximaal 7 m aangegeven. Voorts is aan een deel van het perceel de aanduiding "gestapeld" toegekend.
Ingevolge artikel 3, lid 3.1, aanhef en onder a, van de planregels zijn de voor "Wonen" aangewezen gronden bestemd voor het wonen in maximaal twaalf woningen.
Ingevolge lid 3.2.1, gelden voor het bouwen van hoofdgebouwen de volgende regels:
a. hoofdgebouwen worden gebouwd in een bouwvlak;
b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
c. ter plaatse van de aanduiding "gestapeld" mogen uitsluitend gestapelde woningen worden gebouwd;
d. het aantal bouwlagen van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan aangegeven ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal bouwlagen";
e. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan aangegeven ter plaatse van de aanduiding "maximum bouwhoogte (m)".
4.3. Het bestemmingsplan "Kern Helwijk" voorziet voor de woningen in de omgeving van het plangebied in een bouwhoogte van maximaal 12 m. Het plan voorziet voor het nieuwe appartementencomplex in een bouwhoogte van maximaal 14 m. Het verschil in de maximale bouwhoogte van 2 m acht de Afdeling niet aanzienlijk. Voor de delen van het appartementencomplex die in de directe nabijheid van bestaande woningen met een bouwhoogte van 8 m zijn voorzien is een bouwhoogte van maximaal 7 m toegestaan. Gelet hierop ziet de Afdeling geen grond voor het oordeel dat het appartementencomplex niet in zijn omgeving past.
De woning van [appellant] grenst niet aan het plangebied. De afstanden vanaf zijn tuin tot de delen van het appartementencomplex met maximaal twee en maximaal vier bouwlagen bedragen ongeveer 7,5 m onderscheidenlijk 15 m. Deze afstanden zijn in een bebouwde omgeving niet ongebruikelijk. De Afdeling ziet daarom evenmin grond voor het oordeel dat de raad bij afweging van de betrokken belangen aan de gestelde inbreuk op de privacy van [appellant] overwegende betekenis had moeten toekennen.
Verder ziet de Afdeling geen grond voor het oordeel dat het uitzicht van [appellant] onaanvaardbaar zal worden beperkt, omdat het appartementencomplex niet tegenover, maar evenwijdig aan zijn woning komt te staan. De betogen falen.
4.4. Uit de plantoelichting volgt dat een parkeernorm geldt van 1,5 parkeerplaatsen per appartement. Voor de twaalf appartementen die in het plangebied zijn voorzien zijn derhalve achttien parkeerplaatsen nodig. Blijkens de parkeerbalans voor het gebied waarin het appartementencomplex komt te liggen, zoals opgenomen op pagina 19 van de toelichting op het plan, is er een overschot van veertien parkeerplaatsen in de openbare ruimte. Dit overschot zal worden benut voor de nieuwe appartementen. Daarnaast zullen vier nieuwe parkeerplaatsen naast de bestaande parkeerplaatsen ter plaatse van de middenberm op de Koningin Julianalaan worden aangelegd, aldus de toelichting op het plan.
De Afdeling ziet geen grond voor het oordeel dat onvoldoende nieuwe parkeerplaatsen voor de appartementen zijn voorzien. [appellant] heeft niet bestreden dat vier nieuwe parkeerplaatsen nodig zijn en dat er voldoende ruimte is om deze parkeerplaatsen op de Koningin Julianalaan aan te leggen. Wat betreft het gestelde tekort aan parkeerplaatsen in geval een markt in het nabijgelegen activiteitencentrum wordt georganiseerd, heeft de raad zich op het standpunt mogen stellen dat hij daarin geen aanleiding heeft hoeven te zien om extra parkeerplaatsen aan te leggen en daarbij in aanmerking mogen nemen dat deze parkeerplaatsen gedurende de periode dat geen markt wordt georganiseerd leeg zullen zijn.
Het betoog faalt.
4.5. Het woonbeleid uit het Beleidsplan is geactualiseerd. Dit beleid is neergelegd in de Paraplunota Maatschappij 2014-2030 (hierna: Paraplunota) die op 16 januari 2014 door de raad is vastgesteld. In de Paraplunota staat als één van de doelstellingen van het woonbeleid vermeld dat ruimte wordt gegeven voor maatwerk in de woningvoorraad. Via maatwerk wordt voorzien in de woningbehoefte van verschillende doelgroepen. Hierdoor ontstaat een gedifferentieerde woningvoorraad en een gedifferentieerde samenstelling van kernen, wijken en buurten.
Volgens de raad zullen de nieuwe appartementen niet tot meer woningen leiden. In dit verband stelt de raad dat in een met Brabantse Waard gesloten overeenkomst is vastgelegd dat op termijn bij nieuwe ontwikkelingen voor de kern Helwijk compensatie dient plaats te vinden door de sloop van twaalf woningen zonder vervangende nieuwbouw. Voorts zal het plan leiden tot meer woningdifferentiatie in de kern Helwijk, omdat in deze kern voornamelijk eengezinswoningen staan. De raad stelt dat er behoefte is aan de beoogde seniorenwoningen, omdat de inwoners van Helwijk veelal in deze kern blijven wonen en de populatie van Helwijk vergrijst.
De Afdeling ziet geen grond voor het oordeel dat het plan in strijd met de Paraplunota is vastgesteld. [appellant] heeft niet aannemelijk gemaakt dat er geen behoefte is aan de beoogde seniorenwoningen in de kern Helwijk. Daarbij is van belang dat het woningbehoefteonderzoek zich uitstrekt tot 2015 en [appellant] niet heeft onderbouwd dat na 2015 geen behoefte bestaat aan seniorenwoningen. Wat verder ook zij van de stelling van [appellant] dat alle appartementen feitelijk voor sociale huur zullen worden gebruikt, deze omstandigheid betekent niet dat zijn woonomgeving zal verpauperen.
Het betoog faalt.
5. Gelet op het voorgaande is het beroep ongegrond.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J.C. Kranenburg, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. K.S. Man, griffier.
w.g. Kranenburg w.g. Man
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 26 november 2014
629.