ECLI:NL:RVS:2014:4224

Raad van State

Datum uitspraak
26 november 2014
Publicatiedatum
26 november 2014
Zaaknummer
201308776/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan 'Oude Kerk' vastgesteld door de raad van de gemeente Dongen

Op 27 juni 2013 heeft de raad van de gemeente Dongen het bestemmingsplan 'Oude Kerk' vastgesteld. Tegen dit besluit hebben appellanten A en B, beiden wonend te Dongen, beroep ingesteld. De raad heeft een verweerschrift ingediend en beide partijen hebben nadere stukken ingediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige kamer. De zitting vond plaats op 17 april 2014, waar de appellanten bijgestaan werden door hun advocaat en deskundigen, terwijl de raad vertegenwoordigd was door ambtenaren en deskundigen.

In een tussenuitspraak van 14 mei 2014 heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 20 weken de gebreken in het besluit van 27 juni 2013 te herstellen. De raad heeft op 25 september 2014 het besluit gewijzigd vastgesteld. Appellanten hebben aangegeven in te stemmen met het herstelbesluit, waardoor hun beroep in zoverre als ingetrokken wordt beschouwd.

De Afdeling heeft overwogen dat het bestreden besluit in strijd is met de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en heeft het beroep van appellanten gegrond verklaard. Het besluit van de raad van 27 juni 2013 is vernietigd voor de artikelen die in strijd zijn met de wet. De raad is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellanten, die in totaal € 2.222,64 bedragen, en het griffierecht van € 160,00 dient vergoed te worden. De uitspraak is gedaan door mr. W.D.M. van Diepenbeek, lid van de enkelvoudige kamer, en is openbaar uitgesproken op 26 november 2014.

Uitspraak

201308776/2/R3.
Datum uitspraak: 26 november 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant A] en [appellant B], beiden wonend te Dongen,
en
de raad van de gemeente Dongen,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 27 juni 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Oude Kerk" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellanten] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[appellanten] en de raad hebben nadere stukken ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 17 april 2014, waar [appellanten], bijgestaan door mr. F. Kooijman, advocaat te Breda, en ir. H.D. Koppen en J.A.M. van Dijk, en de raad, vertegenwoordigd door J.H. Rijken-de Haan en M.C. Gorissen, beiden werkzaam bij de gemeente, en ing. F.H. Henrichs en drs. J.M. van Riet, zijn verschenen.
Bij tussenuitspraak van 14 mei 2014, in zaak nr. 201308776/1/R3, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 20 weken na de verzending van de tussenuitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van 27 juni 2013 te herstellen. Deze tussenuitspraak is aangehecht.
Bij besluit van 25 september 2014 heeft de raad het besluit van 27 juni 2013 gewijzigd vastgesteld.
Daartoe in de gelegenheid gesteld hebben [appellanten] een zienswijze naar voren gebracht.
De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft.
Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak overwogen dat het bestreden besluit voor zover dat ziet op de vaststelling van artikel 4, lid 4.1, onder c, artikel 4, lid 4.3 en artikel 4, lid 4.4, van de planregels is genomen in strijd met artikel 3:2 en 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Het beroep van [appellanten] is gegrond, zodat het bestreden besluit in zoverre dient te worden vernietigd.
2. De raad heeft bij besluit van 25 september 2014 naar aanleiding van de tussenuitspraak het plan gewijzigd vastgesteld door artikel 4, lid 4.3 en artikel 4, lid 4.4, van de planregels gewijzigd vast te stellen. Het besluit van 25 september 2014, waarbij de raad het besluit van 27 juni 2013 heeft gewijzigd, is ingevolge artikel 6:19, eerste lid, van de Awb mede onderwerp van het geding.
Nu [appellanten] evenwel bij brief van 17 oktober 2014 aan de Afdeling hebben laten weten dat zij met het herstelbesluit kunnen instemmen, wordt het van rechtswege ontstane beroep van [appellanten] in zoverre geacht te zijn ingetrokken.
3. De raad dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld. [appellanten] hebben verzocht om vergoeding van de kosten voor het opstellen van het deskundigenrapport van 1 oktober 2013 door het bureau Royal Haskoning DHV (hierna: het rapport van Royal Haskoning) en het deskundigenrapport van 9 oktober 2013 door het bureau Arcadis Nederland B.V. (hierna: het rapport van Arcadis). Voor het opstellen van een deskundigenrapport wordt een forfaitair bedrag van € 75,00 per uur gehanteerd. In de overgelegde factuur van Arcadis staat dat negen uur aan het opstellen van het rapport van Arcadis is besteed. Uit de overgelegde e-mail van 17 september 2013 volgt niet hoeveel uur aan het opstellen van het rapport van Royal Haskoning is besteed. Daarin is slechts een raming van vier uur opgenomen. De Afdeling acht het redelijk om van vier uur voor het opstellen van het rapport van Royal Haskoning uit te gaan. Uit de andere overgelegde e-mail van 22 januari 2013 volgt dat in een eerdere fase tevens een notitie door Royal Haskoning is opgesteld, doch deze notitie is door [appellanten] niet in deze procedure aan de Afdeling overgelegd. Reeds hierom komen deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking. Voor zover [appellanten] met de overgelegde factuur van 16 april 2014 en overgelegde e-mail van 13 april 2014 tevens om vergoeding van de kosten van de door hen ter zitting meegebrachte deskundigen verzoekt, is van belang dat deze kosten slechts voor vergoeding in aanmerking komen indien overeenkomstig artikel 8:60, vierde lid, van de Awb van het meebrengen van de deskundigen uiterlijk een week voor de zitting mededeling is gedaan. Nu de door hen gedane mededeling om deskundigen mee naar de zitting te nemen is binnengekomen na de termijn die daarvoor geldt, dient een proceskostenveroordeling in zoverre eveneens achterwege te blijven.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het beroep tegen het besluit van de raad van de gemeente Dongen van 27 juni 2013 gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Dongen van 27 juni 2013 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Oude Kerk", voor zover het betreft artikel 4, lid 4.1, onder c, artikel 4, lid 4.3 en artikel 4, lid 4.4, van de planregels;
III. veroordeelt de raad van de gemeente Dongen tot vergoeding van bij [appellant A] en [appellant B] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 2.222,64 (zegge: tweeduizend tweehonderdtweeëntwintig euro en vierenzestig cent), waarvan € 1.217,50 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
IV. gelast dat de raad van de gemeente Dongen aan [appellant A] en [appellant B] het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 160,00 (zegge: honderdzestig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. W.D.M. van Diepenbeek, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R.I.Y. Lap, griffier.
w.g. Van Diepenbeek w.g. Lap
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 26 november 2014
709-288.