ECLI:NL:RVS:2014:3903

Raad van State

Datum uitspraak
22 oktober 2014
Publicatiedatum
29 oktober 2014
Zaaknummer
201406543/2/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
  • P.J.A.M. Broekman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Bilthoven Noord 2013

Op 22 oktober 2014 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in het geding tussen een verzoeker, wonend te Bilthoven, en de raad van de gemeente De Bilt. Het verzoek volgde op het besluit van de raad van 22 mei 2014, waarbij het bestemmingsplan "Bilthoven Noord 2013" werd vastgesteld. De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 6 oktober 2014, waar de verzoeker en de raad, vertegenwoordigd door T. Maas en J. Makhan, aanwezig waren. Ook belanghebbenden, waaronder Stichting Walter Maas, waren ter zitting aanwezig. De voorzitter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. De voorzitter heeft vastgesteld dat het plan voorziet in de splitsing van een perceel in Bilthoven en de mogelijkheid biedt voor de bouw van een woning op het nieuwe perceel.

De verzoeker en anderen hebben bezwaar gemaakt tegen de splitsing en de bestemmingen die aan het perceel zijn toegekend. Zij hebben aangevoerd dat de woning niet past op het perceel en dat de splitsing in strijd is met gemeentelijk beleid. De raad heeft toegelicht dat er nog geen omgevingsvergunning is verleend en dat deze pas kan worden verleend na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid. De voorzitter concludeert dat er geen spoedeisend belang is dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt.

Daarom heeft de voorzitter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd uitgesproken in het openbaar op 22 oktober 2014.

Uitspraak

201406543/2/R2.
Datum uitspraak: 22 oktober 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker], wonend te Bilthoven, gemeente De Bilt,
en
de raad van de gemeente De Bilt,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 22 mei 2014 heeft de raad het bestemmingsplan
"Bilthoven Noord 2013" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [verzoeker] beroep ingesteld.
Bij dezelfde brief als waarmee beroep is ingesteld heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 6 oktober 2014, waar [verzoeker] en de raad, vertegenwoordigd door T. Maas en J. Makhan, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Voorts zijn ter zitting [belanghebbende] en Stichting Walter Maas, vertegenwoordigd door ing. H.K.M. Luchtmeijer, als belanghebbenden gehoord.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het plan voorziet in de splitsing van perceel [locatie] te Bilthoven en door middel van een wijzigingsbevoegdheid in de mogelijkheid van de bouw van een woning op het nieuwe perceel.
3. [verzoeker] en anderen kunnen zich niet verenigen met de splitsing van perceel [locatie] te Bilthoven en de toekenning van een bestemming "Wonen - 3" met een bouwvlak aan het nieuwe perceel. Daarnaast richten zij zich tegen de bestemming "Maatschappelijk - 1". Zij voeren onder meer aan dat een woning binnen de bestemming "Wonen - 3" gezien de vereiste maatvoering niet past op het perceel, dat splitsing in strijd is met gemeentelijk beleid en dat uitvoering van het plan een blijvende aantasting betekent van het [rijksmonument] op perceel [locatie] te Bilthoven.
4. De raad heeft toegelicht dat nog geen omgevingsvergunning voor bouwen is verleend en dat deze pas kan worden verleend nadat toepassing is gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 15, lid 15.6.1, van de planregels. Ter zitting heeft de eigenaar van het perceel [locatie] voorts verklaard dat zij de nieuwe mogelijkheden die het plan biedt niet zal benutten voordat het plan rechtens onaantastbaar is. Dit betekent dat, nu ook niet is gebleken van andere argumenten voor het aannemen van een spoedeisend belang, met het verzoek om voorlopige voorziening geen spoedeisend belang is gemoeid dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt.
5. Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. P.J.A.M. Broekman, griffier.
w.g. Van der Beek-Gillessen w.g. Broekman
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 22 oktober 2014
12-815.