ECLI:NL:RVS:2014:3161
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
- M. Priem
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Stationslocatie 2014 te Den Helder
Op 12 augustus 2014 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van het bestemmingsplan "Stationslocatie 2014" te Den Helder. Dit bestemmingsplan werd op 17 februari 2014 vastgesteld door de raad van de gemeente Den Helder. Tegen dit besluit hebben verzoekers, [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2], beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter heeft de verzoeken op 29 juli 2014 ter zitting behandeld, waarbij de verzoekers bijgestaan werden door hun rechtsbijstandverleners en de raad vertegenwoordigd was door ambtenaren van de gemeente.
De voorzitter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. De verzoekers waren van mening dat het plan onomkeerbare gevolgen met zich meebrengt en vroegen om een voorlopige voorziening. De raad heeft ter zitting verklaard dat er geen omgevingsvergunning zal worden aangevraagd voor de bouw van het stadhuis totdat er uitspraak is gedaan in de bodemzaak. Dit was het gevolg van een motie die in de raadsvergadering van 6 mei 2014 was aangenomen, waarin de raad aangaf het bestemmingsplan niet langer te willen verwezenlijken.
De voorzitter concludeerde dat er geen spoedeisend belang was dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigde. Daarom heeft hij de verzoeken afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.