ECLI:NL:RVS:2014:3133
Raad van State
- Hoger beroep
- C.H.M. van Altena
- B.J. van Ettekoven
- G.M.H. Hoogvliet
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit burgemeester Dordrecht inzake ontheffing openings- en sluitingstijden horeca
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De rechtbank had op 19 december 2013 geoordeeld dat het bezwaar van [appellant] tegen een besluit van de burgemeester van Dordrecht, dat op 18 juni 2012 was genomen, niet-ontvankelijk was. Dit besluit verleende een ontheffing van de openings- en sluitingstijden voor een horeca-inrichting in Dordrecht voor de periode van 20 juli tot en met 21 augustus 2012. De burgemeester had het bezwaar van [appellant] op 20 december 2012 afgewezen, wat leidde tot de rechtsgang.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 31 juli 2014 behandeld. De burgemeester was vertegenwoordigd door mr. K Baoutou en mr. G. Boukich. De Afdeling oordeelde dat de rechtbank terecht had vastgesteld dat [appellant] niet als belanghebbende kon worden aangemerkt volgens artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht. Hierdoor was het bezwaar van [appellant] niet-ontvankelijk verklaard en kon de Afdeling niet inhoudelijk ingaan op de argumenten die [appellant] in hoger beroep had aangevoerd.
De Afdeling heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd vastgesteld door de voorzitter en twee leden van de Afdeling, in aanwezigheid van de griffier. De uitspraak werd openbaar gedaan op 20 augustus 2014.