ECLI:NL:RVS:2014:2905
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.A. Hagen
- A. Bijleveld
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Spaanse Polder
Op 21 juli 2014 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in het geding tussen verzoeker en de raad van de gemeente Rotterdam. Het verzoek volgde op het besluit van de raad van 23 januari 2014, waarbij het bestemmingsplan "Spaanse Polder" werd vastgesteld. Verzoekers, wonend te Rotterdam, vorderden een voorlopige voorziening omdat zij vreesden dat het gebruiksverbod voor ligplaatsen voor woonschepen, zoals opgenomen in artikel 11 van de planregels, onomkeerbare gevolgen zou hebben voor hun woonsituatie. Zij wonen op woonschepen in de Lingehaven en de Pelserhaven en waren bezorgd over de handhaving van het verbod, terwijl zij stelden dat er geen onaanvaardbaar woon- en leefklimaat zou zijn en dat er geen vervangende ligplaatsen waren gerealiseerd.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 8 juli 2014, waar verzoekers vertegenwoordigd waren door gemachtigden en de raad door mr. E. van Lunteren en A.C.M.M. Jonker. In zijn overwegingen stelde de voorzitter dat het oordeel voorlopig van aard is en niet bindend in de bodemprocedure. De voorzitter merkte op dat de raad had aangegeven dat het gebruik van de gronden als ligplaats voor woonschepen op grond van het overgangsrecht mag worden voortgezet, waardoor het spoedeisend belang voor het treffen van een voorlopige voorziening ontbrak. Uiteindelijk heeft de voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.