201311335/1/R2.
Datum uitspraak: 30 juli 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Container Service Maasdriel B.V. (hierna: CSM B.V.), gevestigd te Velddriel, gemeente Maasdriel,
appellante
en
de raad van de gemeente Maasdriel,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 10 oktober 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Velddriel, bedrijventerrein De Geerden" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft CSM B.V. beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De raad en CSM B.V. hebben nadere stukken ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 13 juni 2014.
Overwegingen
1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
2. Het plan voorziet in een actueel juridisch-planologisch kader voor het bedrijventerrein De Geerden dat is gelegen in de hoek tussen de Rijksweg A2 en de Provinciale weg N831. Het plan is hoofdzakelijk conserverend van aard en biedt voor bestaande bedrijven op het terrein kleinschalige uitbreidingsmogelijkheden.
3. CSM B.V. richt zich tegen de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 4.1", die is toegekend aan het noordelijke deel van haar gronden. Volgens haar zijn daarmee niet alle bestaande en milieuvergunde activiteiten als zodanig bestemd. In dit verband wijst zij erop dat de bestaande activiteiten met de zeefinstallatie, vuilstort en vuiloverslag (overslag van afvalstoffen) vallen onder categorie 4.2 van de Staat van Inrichtingen in bijlage 1 van het plan en ingevolge de verleende milieuvergunning mogen plaatsvinden op het gehele bedrijfsperceel. Voorts is ten onrechte de milieuvergunde bewerking van afvalstoffen in het geheel niet toegestaan, nu deze activiteit niet is opgenomen in de Staat van Inrichtingen in bijlage 1 van het plan.
3.1. De raad stelt dat CSM B.V. terecht heeft opgemerkt dat gelet op de verbeelding gelezen in samenhang met artikel 4, lid 4.1.1, aanhef en onder a, van de planregels niet alle bestaande activiteiten op haar perceel zijn bestemd. Dit is volgens de raad wel beoogd. De raad vermeldt dat het gebrek kan worden hersteld door de aanduiding "bedrijf van categorie 5.2" op de verbeelding te vervangen door de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 5.2", de betreffende aanduiding in artikel 4, lid 4.1.1, onder a, sub 2 en 3, overeenkomstig aan te passen en de daarin opgenomen zinsnede "bestaande bedrijfsactiviteiten uit categorie 5.2" te vervangen door "de bestaande bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 5.2". Ten aanzien van de activiteit ‘bewerking van afvalstoffen’ stelt de raad zich op het standpunt dat de desbetreffende activiteit weliswaar niet als zodanig is opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten, maar dat deze geschaard kan worden onder de wel opgenomen activiteiten ‘recycling’, ‘afvalverwerking’ en ‘vuiloverslag’.
3.2. CSM B.V. is gevestigd aan De Twee Geerden 21 te Velddriel. Aan de bij het bedrijf toebehorende gronden is de bestemming "Bedrijventerrein" toegekend en de aanduidingen "bedrijf tot en met categorie 4.1", "bedrijf tot en met categorie 4.2" en "bedrijf van categorie 5.2".
Ingevolge artikel 4, lid 4.1.1, aanhef en onder a, van de planregels zijn de voor "Bedrijventerrein" aangewezen gronden bestemd voor: bedrijven, ter plaatse van de aanduiding:
[…]
2. "bedrijf tot en met categorie 4.1": uit de categorieën 1, 2, 3.1, 3.2 en 4.1, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "bedrijf van categorie 5.2" de bestaande bedrijfsactiviteiten uit categorie 5.2 mogen worden voortgezet;
3. "bedrijf tot en met categorie 4.2": uit de categorieën 1, 2, 3.1, 3.2, 4.1, en 4.2, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "bedrijf van categorie 5.2" de bestaande bedrijfsactiviteiten uit categorie 5.2 mogen worden voortgezet,
als genoemd in Bijlage 1 Staat van inrichtingen, met uitzondering van:
* geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
* risicovolle inrichtingen.
[…]
In de Staat van Bedrijfsactiviteiten, die onderdeel uitmaken van de planregels, zijn onder meer de volgende activiteiten opgenomen: ‘recycling’ onder categorie 5.2, diverse soorten ‘afvalverwerkingsbedrijven’ onder categorieën tot en met categorie 4.2 en ‘vuiloverslagstations’ onder categorie 4.2.
3.3. Uit de bij het plan behorende verbeelding, gelezen in samenhang met artikel 4, lid 4.1.1, aanhef en onder a, sub 2 en 3 van de planregels, volgt dat op het noordelijk deel van het perceel van CSM B.V. geen activiteiten zijn toegestaan tussen categorie 4.1 en de bestaande activiteiten van categorie 5.2 en op het zuidelijke deel van het perceel geen activiteiten zijn toegestaan tussen categorie 4.2 en de bestaande activiteiten van categorie 5.2. Onweersproken is dat hiermee niet alle bestaande milieuvergunde activiteiten van CSM B.V. op haar perceel zijn toegestaan. De raad heeft erkend dat in het licht van die bedrijfsactiviteiten, op het gehele perceel van CSM B.V. de bestaande bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 5.2 hadden moeten worden toegestaan. De raad heeft in zoverre dan ook niet bestemd hetgeen hij heeft beoogd toe te staan.
In zoverre slaagt het betoog.
3.4. Ten aanzien van de stelling van CSM B.V. dat de activiteit ‘afvalbewerking’ niet is opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten, overweegt de Afdeling dat de raad zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat ‘afvalbewerking’ kan worden geschaard onder de in de Staat van Inrichtingen opgenomen activiteiten ‘recycling’, ‘afvalverwerkingsbedrijven’ en ‘vuiloverslagstations’.
In zoverre faalt het betoog.
3.5. In hetgeen CSM B.V. heeft aangevoerd, ziet de Afdeling aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit, voor zover het ten tijde van de vaststelling van het plan op het perceel De Twee Geerden 21 te Velddriel milieuvergunde bestaande gebruik niet als zodanig is bestemd, is genomen in strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb).
Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit dient in zoverre te worden vernietigd.
4. De Afdeling ziet geen aanleiding om, zoals partijen hebben verzocht, met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder b, van de Awb zelf in de zaak te voorzien, nu onvoldoende informatie beschikbaar is om te kunnen uitsluiten dat derdebelanghebbenden in hun belangen zouden kunnen worden geschaad.
De Afdeling ziet wel aanleiding de raad met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, aanhef en onder b, van de Awb op te dragen met inachtneming van hetgeen in 3.3 is overwogen een nieuw besluit te nemen. De Afdeling zal daartoe een termijn stellen.
5. Ten aanzien van CSM B.V. dient de raad op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het beroep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Container Service Maasdriel B.V. gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Maasdriel, van 10 oktober 2013, voor zover het ten tijde van de vaststelling van het plan op het perceel De Twee Geerden 21 te Velddriel bestaande en vergunde gebruik niet als zodanig is bestemd;
III. draagt de raad van de gemeente Maasdriel op om binnen 26 weken na de verzending van deze uitspraak en met inachtneming van hetgeen is overwogen in dictumonderdeel II een nieuw besluit te nemen en dit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken;
IV. veroordeelt de raad van de gemeente Maasdriel tot vergoeding van bij de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Container Service Maasdriel B.V. in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 478,00 (zegge: vierhonderdachtenzeventig euro);
V. gelast dat de raad van de gemeente Maasdriel aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Container Service Maasdriel B.V. het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 318,00 (zegge: driehonderdachttien euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. J.A. Hagen, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. Y.M. van Soest-Ahlers, ambtenaar van staat.
w.g. Hagen w.g. Van Soest-Ahlers
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 30 juli 2014
343-815.