ECLI:NL:RVS:2014:2766
Raad van State
- Hoger beroep
- C.J. Borman
- A.J. de Heer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake besluit niet tijdig genomen door de Raad voor Rechtsbijstand
In deze zaak heeft [appellant] op 15 april 2013 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de Raad voor Rechtsbijstand op zijn bezwaarschrift van 1 april 2010. De rechtbank Noord-Nederland heeft op 7 november 2013 het beroep van [appellant] niet-ontvankelijk verklaard. Hierop heeft [appellant] hoger beroep ingesteld. De Raad voor Rechtsbijstand heeft een verweerschrift ingediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige kamer. Met toestemming van partijen is een zitting achterwege gelaten, waarna de Afdeling het onderzoek heeft gesloten.
De Afdeling bestuursrechtspraak overweegt dat ingevolge artikel 6:12, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het beroep niet-ontvankelijk is indien het beroepschrift onredelijk laat is ingediend. In dit geval heeft [appellant] drie jaar na de indiening van zijn bezwaarschrift beroep ingesteld. De gemachtigde van [appellant] heeft verklaard dat hij hoopte op een onderlinge regeling en dat hij door de verdubbelde asielinstroom niet in staat was om eerder een procedure te starten. De Afdeling concludeert dat er geen aanknopingspunten zijn die rechtvaardigen dat [appellant] erop mocht vertrouwen dat de Raad voor Rechtsbijstand binnen afzienbare tijd een besluit zou nemen. Daarom is het beroep onredelijk laat ingediend en is het niet-ontvankelijk verklaard door de rechtbank.
Het hoger beroep van [appellant] is ongegrond en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.