ECLI:NL:RVS:2014:2701
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- J.A. Hagen
- J.J. Westland
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen vergunning voor uitbreiding agrarisch bedrijf
In deze zaak gaat het om een verzoek om een voorlopige voorziening van de onderlinge waarborgmaatschappij Cooperatie Mobilisation for the Environment U.A. (MOB) en anderen, tegen het besluit van 1 april 2014 van het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland. Dit besluit verleende een vergunning op basis van artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 voor de uitbreiding van een agrarisch bedrijf met een nieuwe vleesvarkensstal aan de [locatie] te Reeuwijk. De openbare zitting vond plaats op 1 juli 2014, waar de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Staatsraad mr. J.A. Hagen, de zaak behandelde.
MOB en anderen hebben eerder een verzoek ingediend om de vergunning te schorsen, maar dit verzoek werd afgewezen bij uitspraak van 21 mei 2014. In hun herhaalde verzoek om een voorlopige voorziening stelden zij dat er nieuwe feiten of gewijzigde omstandigheden waren die een herziening van de eerdere beslissing rechtvaardigden. De voorzitter heeft echter vastgesteld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die niet eerder bekend waren en die aanleiding zouden geven voor het treffen van een voorlopige voorziening.
De voorzitter concludeert dat het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden afgewezen, omdat de ingediende argumenten en de overgelegde bouwvergunning van 3 januari 1994 niet voldoende zijn om het verzoek te onderbouwen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de voorzitter sluit de zitting af met de mededeling dat het verzoek wordt afgewezen.