201401556/1/A4.
Datum uitspraak: 16 juli 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het verzoek van:
[verzoekster], wonend te [woonplaats],
om herziening (artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht).
Procesverloop
Bij uitspraak van 14 april 2010, in zaak nr. 200906865/1/M1, heeft de Afdeling een door [verzoekster] ingesteld beroep, tegen een aan de naamloze vennootschap Oasen N.V. verleende vergunning, ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 13 juni 2012, in zaak nr. 201103803/1/A4, heeft de Afdeling het verzoek van [verzoekster] om herziening van de uitspraak van 14 april 2010 afgewezen.
Bij uitspraak van 26 maart 2013, in zaak nr. 201207267/2/A4, heeft de Afdeling na vereenvoudigde behandeling het verzoek van [verzoekster] om herziening van de uitspraak van 13 juni 2012 afgewezen.
Bij uitspraak van 24 juli 2013, in zaak nr. 201207267/3, heeft de Afdeling het verzet van [verzoekster] tegen de uitspraak van 26 maart 2013 ongegrond verklaard.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 21 februari 2014, heeft [verzoekster] de Afdeling verzocht om herziening.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft het verzoek ter zitting behandeld op 22 mei 2014, waar [verzoekster] is verschenen. Voorts zijn Oasen N.V., vertegenwoordigd door [gemachtigden], en het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland, vertegenwoordigd door mr. A.L. Biemond, als partij gehoord.
Overwegingen
1. In de Nederlandse wetgeving is burgers het recht gegeven om beroep in te stellen tegen een besluit waarbij zij belanghebbende zijn. De rechter beslist bij uitspraak of dat beroep terecht is ingesteld of niet en als het terecht is ingesteld of het besluit moet worden vernietigd. Met die uitspraak zullen partijen het moeten doen: bij het beslechten van een geschil hoort onvermijdelijk dat niet alle partijen in het gelijk kunnen worden gesteld. Als de uitspraak onherroepelijk is, moet er op kunnen worden vertrouwd dat daarmee de kous af is.
2. In deze zaak, en een aantal andere bij de Afdeling lopende zaken, heeft de Afdeling [verzoekster] niet in het gelijk gesteld. Zij meent dat deze beslissing anders had moeten luiden en probeert via het indienen van talloze herzieningsverzoeken alsnog in het gelijk te worden gesteld. De herzieningsprocedure is echter niet bedoeld om de discussie in een eenmaal beslecht geschil te heropenen en opnieuw te voeren. De herzieningsprocedure biedt de mogelijkheid om een uitspraak, ondanks dat deze onherroepelijk is, te herzien uitsluitend indien - kort weergegeven - voor die uitspraak doorslaggevende feiten in de procedure die tot die uitspraak leidde niet konden worden aangevoerd. Deze situatie is uitzonderlijk en doet zich in dit geval niet voor.
3. Ook dit herzieningsverzoek wordt dan ook niet ingewilligd. Het indienen van nog meer vergelijkbare herzieningsverzoeken zal [verzoekster] niet verder helpen.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. B.J. van Ettekoven, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.J. van der Zijpp, ambtenaar van staat.
w.g. Van Ettekoven w.g. Van der Zijpp
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 16 juli 2014
262-720.