ECLI:NL:RVS:2014:2366

Raad van State

Datum uitspraak
16 juni 2014
Publicatiedatum
25 juni 2014
Zaaknummer
201403512/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Herziening Westermaat Plein, fase III

Op 4 maart 2014 heeft de raad van de gemeente Hengelo het bestemmingsplan "Herziening Westermaat Plein, fase III" vastgesteld. Dit besluit werd gevolgd door een omgevingsvergunning op 17 maart 2014 voor de bouw van een bedrijfsgebouw, een bouwmarkt met tuincentrum, aan Het Plein nabij 50. De raad had eerder op 10 september 2013 besloten om deze besluiten gecoördineerd voor te bereiden en bekend te maken volgens de Wet ruimtelijke ordening. De besloten vennootschappen Praxis Doe het-Zelf Center B.V. en Praxis Vastgoed B.V., beide gevestigd in Amsterdam, hebben tegen het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning beroep ingesteld en verzochten de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State om een voorlopige voorziening te treffen.

Het verzoek werd behandeld op 3 juni 2014, waar Praxis werd vertegenwoordigd door M. van Bruggen en mr. J.R. van Angeren, terwijl de raad en het college vertegenwoordigd waren door M.D. de Vries, P.L. Drent en C.H. Hartendorp. Ook was de Inter-Ontwerpfabriek B.V. aanwezig, vertegenwoordigd door een manager en bijgestaan door mr. A.R. Klijn en mr. I.J. Middel. De voorzitter benadrukte dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure.

Praxis betoogde dat het bestemmingsplan niet voorziet in een actuele regionale behoefte en vroeg om schorsing van de besluiten om onomkeerbare gevolgen te voorkomen. De Inter-Ontwerpfabriek B.V. heeft toegezegd geen bouwwerkzaamheden uit te voeren totdat de Afdeling in de bodemprocedure beslist. De voorzitter concludeerde dat er geen spoedeisend belang was bij het treffen van een voorlopige voorziening, aangezien het in werking treden van het plan en de omgevingsvergunning op dat moment geen onomkeerbare gevolgen had. Daarom werd het verzoek afgewezen en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

Uitspraak

201403512/2/R1.
Datum uitspraak: 16 juni 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid Praxis Doe het-Zelf Center B.V. en Praxis Vastgoed B.V., beide gevestigd te Amsterdam, (hierna tezamen en in enkelvoud: Praxis),
verzoeksters,
en
1. de raad van de gemeente Hengelo;
2. het college van burgemeester en wethouders van Hengelo,
verweerders.
Procesverloop
Bij besluit van 4 maart 2014 heeft de raad het bestemmingsplan "Herziening Westermaat Plein, fase III" vastgesteld.
Bij besluit van 17 maart 2014 heeft het college een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een bedrijfsgebouw (bouwmarkt met tuincentrum) en het hebben van een uitweg aan Het Plein nabij 50.
Bij besluit van 10 september 2013 heeft de raad besloten voornoemde besluiten gecoördineerd voor te bereiden en bekend te maken zoals bedoeld in artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: de Wro).
Tegen het plan en de omgevingsvergunning heeft onder meer Praxis beroep ingesteld. Praxis heeft de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 3 juni 2014, waar Praxis, vertegenwoordigd door M. van Bruggen, bijgestaan door mr. J.R. van Angeren, advocaat te Amsterdam, en A. Risselada, en de raad en het college, beide vertegenwoordigd door M.D. de Vries, P.L. Drent en C.H. Hartendorp, allen werkzaam bij de gemeente, en [werknemer], werkzaam bij BRO, zijn verschenen. Voor is ter zitting als partij gehoord de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Inter-Ontwerpfabriek B.V., vertegenwoordigd door [manager], bijgestaan door mr. A.R. Klijn en mr. I.J. Middel, beiden advocaat te Amsterdam.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. De bestreden besluiten voorzien in het oprichten van een bouwmarkt met tuincentrum en het hebben van een uitweg aan Het Plein nabij 50.
3. Praxis exploiteert een bouwmarkt in de directe nabijheid van het plangebied. Zij betoogt onder meer dat het plan niet voorziet in een actuele regionale behoefte. Het verzoek van Praxis strekt tot schorsing van het plan en de omgevingsvergunning totdat in de hoofdzaak uitspraak is gedaan, teneinde onomkeerbare gevolgen van de inwerkingtreding van de besluiten te voorkomen.
4. Ter zitting heeft Inter-Ontwerpfabriek toegezegd dat zij voordat de Afdeling in de bodemprocedure over het plan en de omgevingsvergunning heeft beslist geen bouwwerkzaamheden in het plangebied zal uitvoeren. Voor het overige is niet gebleken van een spoedeisend belang bij het treffen van een voorlopige voorziening.
5. Onder deze omstandigheden is de voorzitter van oordeel dat het in werking treden van het plan en de omgevingsvergunning op dit moment geen onomkeerbare gevolgen heeft en dat Praxis in zoverre geen spoedeisend belang heeft bij het treffen van een voorlopige voorziening.
6. Gelet op het vorenstaande dient het verzoek te worden afgewezen.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.A. Hagen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J.S.S. Hupkes, ambtenaar van staat.
w.g. Hagen w.g. Hupkes
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 16 juni 2014
635.