201307547/1/A3.
Datum uitspraak: 25 juni 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te Alphen aan den Rijn,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 26 juni 2013 in zaak
nr. 13/1867 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Alphen aan den Rijn.
Procesverloop
Bij besluit van 15 augustus 2012 heeft het college een ontheffing en de burgemeester een vergunning aan Stichting Culinair Alphen verleend voor het houden van een culinair festival met muziek op 30 augustus tot en met 2 september 2012 in het Park Rijnstroom te Alphen aan den Rijn (hierna: het evenement).
Bij besluit van 23 januari 2013 hebben het college en de burgemeester het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 26 juni 2013 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.
Het college en de burgemeester hebben een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 22 april 2014, waar [appellant], en het college en de burgemeester, vertegenwoordigd door mr. L. Koek en mr. E. Brummer-Eden, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is daar Stichting Culinair Alphen, vertegenwoordigd door J.J.M. van Hanswijk gehoord.
Overwegingen
1. Ingevolge artikel 2:25, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Alphen aan den Rijn 2010 (hierna: de Apv), zoals dat luidde ten tijde hier van belang, is het verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.
Ingevolge artikel 4:6a, eerste lid, is het verboden in de openlucht een geluidsapparaat, een (recreatie)toestel of een (bouw)machine in werking te hebben op een zodanige wijze dat voor een omwonende of overigens voor de omgeving (geluid)hinder wordt veroorzaakt.
Ingevolge het derde lid kan het college van het verbod ontheffing verlenen.
Bij de beoordeling van een aanvraag om een evenementenvergunning passen het college en de burgemeester het Evenementenbeleid Alphen aan den Rijn 2011 (hierna: het Evenementenbeleid) toe.
2. Bij het besluit van 23 januari 2013 hebben het college en de burgemeester het besluit van 15 augustus 2012 gehandhaafd en zich op het standpunt gesteld dat zij in redelijkheid de ontheffing en vergunning ten behoeve van het evenement hebben kunnen verlenen. Zij hebben hieraan ten grondslag gelegd dat het evenement op grond van het Evenementenbeleid is ingedeeld in klasse B, een grootschalig evenement met een gemiddeld risico. Ten aanzien van het geluid is het evenement ingedeeld in categorie II, middelgroot evenement. De voorschriften over sluitingstijden en eindtijden van de muziek zijn gebaseerd op die categorie-indeling. De evenementenvergunning is volgens het college en de burgemeester derhalve verleend overeenkomstig de regelgeving en het Evenementenbeleid.
3. Hetgeen [appellant] in hoger beroep aanvoert, is een niet nader gemotiveerde herhaling van de door hem in beroep aangevoerde gronden, waarop de rechtbank in de aangevallen uitspraak gemotiveerd is ingegaan. [appellant] heeft in zijn hogerberoepschrift noch ter zitting bij de Afdeling redenen aangevoerd waarom de weerlegging van die gronden door de rechtbank onjuist dan wel onvolledig zou zijn. Gelet hierop kan het aldus aangevoerde niet leiden tot vernietiging van de aangevallen uitspraak.
4. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. M. Vlasblom, voorzitter, en mr. B.P. Vermeulen en mr. G.M.H. Hoogvliet, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.J. Veenboer, ambtenaar van staat.
w.g. Vlasblom w.g. Veenboer
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 25 juni 2014
730.