201304464/1/R2.
Datum uitspraak: 29 januari 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. [appellante sub 1], wonend te [woonplaats],
2. [appellant sub 2A] en [appellante sub 2B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 2]), wonend te Zijderveld, gemeente Vianen,
en
het college van burgemeester en wethouders van Vianen,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 26 maart 2013 heeft het college het wijzigingsplan "[locatie]" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellante sub 1] en [appellant sub 2] beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
[appellante sub 1], het college en [belanghebbende] hebben nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 20 november 2013, waar [appellant sub 2] en het college, vertegenwoordigd door J. Ariaans, zijn verschenen. Tevens is ter zitting [belanghebbende], bijgestaan door ing. E.W. Lamberts, gehoord.
Overwegingen
1. Met dit wijzigingsplan wordt het bij besluit van de gemeenteraad van Vianen van 14 december 2010 vastgestelde bestemmingsplan "Landelijk gebied" gewijzigd met toepassing van artikel 5, lid 5.9, van de planregels van laatstgenoemd plan.
Met het wijzigingsplan wordt beoogd bewoning van de boerderij op het perceel [locatie] te Zijderveld, de sloop van overtollige bedrijfsbebouwing en de bouw van één nieuwe woning in het kader van de Ruimte-voor-Ruimteregeling mogelijk te maken.
2. [appellante sub 1] betoogt dat het wijzigingsplan niet voldoet aan de voorwaarden die in het bestemmingsplan "Landelijk gebied" voor de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid zijn opgenomen. Hiertoe voert zij aan dat de wijzigingsbevoegdheid alleen van toepassing is op het perceel waarop het voormalige agrarisch bedrijfscomplex is gevestigd en niet op alle bij het voormalige agrarisch bedrijf behorende gronden.
2.1. Ingevolge artikel 5, lid 5.9.1, van de planregels van het bestemmingsplan "Landelijk gebied" kunnen burgemeester en wethouders het plan wijzigen ten behoeve van de verbouw van een voormalig agrarisch bedrijfscomplex voor woondoeleinden, eventueel gecombineerd met woningsplitsing van de voormalige bedrijfswoning dan wel met toevoeging van één extra woning, mits aan de in dat artikel genoemde voorwaarden wordt voldaan. Deze voorwaarden houden onder meer in dat de bestaande situering niet mag worden gewijzigd.
2.2. Ter zitting is toegelicht dat het deel van het plangebied aan de zuidzijde van de Zijderveldselaan geen deel uitmaakt van het agrarisch bedrijfscomplex op het perceel [locatie] en dat de toevoeging van de extra woning niet plaatsvindt op de locatie van één van de voormalige agrarische bedrijfsgebouwen. Gelet hierop voldoet het wijzigingsplan niet aan de in artikel 5, lid 5.9.1, van de planregels van het bestemmingsplan "Landelijk gebied" opgenomen voorwaarden voor wijziging van dat bestemmingsplan, nu de bouw van een nieuwe woning is voorzien op een locatie die geen deel uitmaakt van het voormalig agrarisch bedrijfscomplex en het wijzigingsplan voorziet in een wijziging van de bestaande situering. Het wijzigingsplan dient te worden vernietigd. De overige beroepsgronden behoeven gelet op het voorgaande geen bespreking meer.
3. Gelet op het voorgaande is het beroep van [appellante sub 1] gegrond. Gelet op de aard van het gebrek in het bestreden besluit is het beroep van [appellant sub 2] eveneens gegrond.
4. Uit oogpunt van rechtszekerheid en gelet op artikel 1.2.3 van het Besluit ruimtelijke ordening, ziet de Afdeling aanleiding de raad op te dragen het hierna in de beslissing nader aangeduide onderdeel van deze uitspraak binnen vier weken na verzending van de uitspraak te verwerken op de landelijke voorziening, www.ruimtelijkeplannen.nl.
Proceskosten
5. Ten aanzien van [appellante sub 1] en [appellant sub 2] is niet gebleken van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart de beroepen gegrond;
II. vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Vianen van 26 maart 2013, waarbij het wijzigingsplan "[locatie]" is vastgesteld;
III. draagt het college van burgemeester en wethouders van Vianen op om binnen 4 weken na verzending van deze uitspraak ervoor zorg te dragen dat het hiervoor vermelde onderdeel II wordt verwerkt op de landelijke voorziening, www.ruimtelijkeplannen.nl;
IV. gelast dat het college van burgemeester en wethouders van Vianen aan appellanten het door hen voor de behandeling van de beroepen betaalde griffierecht ten bedrage van € 160,00 (zegge: honderdzestig euro) voor [appellant sub 2A] en [appellante sub 2B], met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de ander, en € 160,00 (zegge: honderdzestig euro) voor [appellante sub 1] vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. J.C. Kranenburg, voorzitter, en mr. J. Hoekstra en mr. G. van der Wiel, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. van Baaren, ambtenaar van staat.
w.g. Kranenburg w.g. Van Baaren
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 29 januari 2014
579-726.