ECLI:NL:RVS:2014:2010

Raad van State

Datum uitspraak
22 mei 2014
Publicatiedatum
4 juni 2014
Zaaknummer
201309626/2/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van een staatsraad in bestuursrechtelijke procedure

Op 22 mei 2014 vond de openbare behandeling plaats van de zaak met nummer 201309626/1/A3, waarin [verzoekster] verzocht om wraking van mr. H. Troostwijk, lid van de enkelvoudige kamer van de Raad van State. Dit verzoek werd gedaan tijdens de zitting, waarbij [verzoekster] werd vertegenwoordigd door een gemachtigde. De staatsraad, mr. H. Troostwijk, maakte geen gebruik van de gelegenheid om gehoord te worden. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het wrakingsverzoek op dezelfde dag behandeld en uiteindelijk afgewezen.

In de overwegingen van de beslissing werd ingegaan op artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de mogelijkheid biedt om een rechter te wraken op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. [verzoekster] stelde dat de staatsraad vooringenomen was omdat hij haar verzoek om een wethouder als getuige op te roepen had afgewezen. De Afdeling oordeelde echter dat de beslissing om een getuige niet te horen een procesbeslissing is en dat deze niet ter beoordeling staat in de wrakingsprocedure. Het enkele feit dat de staatsraad een procesbeslissing had genomen, was onvoldoende om vooringenomenheid aan te nemen. Bovendien werden er geen andere feiten of omstandigheden aangedragen die de vooringenomenheid van de staatsraad konden onderbouwen.

De mondelinge beslissing werd uitgesproken door mr. M.G.J. Parkins-de Vin, voorzitter, en mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen en mr. A.W.M. Bijloos, leden van de Afdeling, in aanwezigheid van mr. J.J. Reuveny, ambtenaar van staat. De Afdeling concludeerde dat het wrakingsverzoek niet kon worden toegewezen en dat er geen sprake was van een schending van de onpartijdigheid van de staatsraad.

Uitspraak

201309626/2/A3.
Datum beslissing: 22 mei 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge beslissing met overeenkomstige toepassing van artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op een verzoek van:
[verzoekster], wonend te Den Haag,
om toepassing van artikel 8:15 van de Awb.
Procesverloop
Tijdens de openbare behandeling ter zitting van 22 mei 2014 van zaak nr. 201309626/1/A3 heeft [verzoekster] verzocht om wraking van mr. H. Troostwijk (hierna: de staatsraad) als lid van de enkelvoudige kamer belast met de behandeling van die zaak.
De staatsraad heeft niet in de wraking berust.
De Afdeling heeft het wrakingsverzoek op 22 mei 2014 ter openbare zitting behandeld, waar [verzoekster], vertegenwoordigd door [gemachtigde], is gehoord. De staatsraad heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid te worden gehoord.
Beslissing
Bij mondelinge beslissing van 22 mei 2014 heeft de Afdeling het verzoek om toepassing van artikel 8:15 van de Awb afgewezen. Daartoe heeft zij het volgende overwogen.
Overweging
1. Ingevolge artikel 8:15 van de Awb kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2. [verzoekster] betoogt dat de staatsraad vooringenomen is, omdat zij haar verzoeken om een wethouder op te roepen als getuige en hem op die manier onder ede te horen heeft afgewezen. Een wethouder zal niet onder ede liegen. Nu hij niet als getuige wordt opgeroepen, wordt de waarheidsvinding belemmerd.
2.1. De beslissing van de staatsraad om een getuige niet te doen horen is een procesbeslissing. De vraag of die procesbeslissing al dan niet juist is, staat niet ter beoordeling in de wrakingsprocedure, nu een wrakingsverzoek niet is bedoeld als rechtsmiddel tegen de inhoud van zo’n procesbeslissing. Het enkele feit dat de procesbeslissing is genomen, maakt niet dat sprake is van vooringenomenheid. [verzoekster] heeft verder geen feiten of omstandigheden gesteld waaruit vooringenomenheid van de staatsraad blijkt.
Aldus uitgesproken in het openbaar door mr. M.G.J. Parkins-de Vin, voorzitter, en mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen en mr. A.W.M. Bijloos, leden, in tegenwoordigheid van mr. J.J. Reuveny, ambtenaar van staat.
w.g. Parkins-de Vin w.g. Reuveny
voorzitter ambtenaar van staat
622.