ECLI:NL:RVS:2014:2003
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
- A.J. Soede
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening tegen handhaving kamerverhuur in Eindhoven
In deze zaak gaat het om een verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker A en verzoeker B, wonend te Eindhoven, tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven. Het college had op 5 juni 2012 een verzoek van verzoeker om handhavend op te treden tegen het gebruik van een pand voor kamerverhuur afgewezen. Dit besluit werd door het college in een later stadium, op 8 november 2013, opnieuw onderbouwd, maar verzoeker ging hiertegen in beroep. De rechtbank had eerder, op 18 april 2013, het beroep van verzoeker gegrond verklaard en het college opgedragen een nieuw besluit te nemen. Het college had echter het bezwaar van verzoeker opnieuw ongegrond verklaard, wat leidde tot het verzoek om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 23 januari 2014 behandeld. Tijdens deze zitting waren verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat, en een vertegenwoordiger van het college aanwezig. De voorzitter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er inmiddels in andere zaken, die samenhangen met deze kwestie, al beslissingen zijn genomen. Hierdoor was er geen geding meer en werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 28 mei 2014.