ECLI:NL:RVS:2014:1459

Raad van State

Datum uitspraak
23 april 2014
Publicatiedatum
23 april 2014
Zaaknummer
201307011/1/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Bakel, Milheeze en De Rips vastgesteld door de raad van de gemeente Gemert-Bakel

Op 27 juni 2013 heeft de raad van de gemeente Gemert-Bakel het bestemmingsplan "Bakel, Milheeze en De Rips" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft appellante, gevestigd te Bakel, beroep ingesteld. De raad heeft een verweerschrift en een nader stuk ingediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige kamer, die de zaak op 20 maart 2014 ter zitting heeft behandeld.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de raad bij de vaststelling van het bestemmingsplan beleidsvrijheid heeft om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die noodzakelijk zijn voor een goede ruimtelijke ordening. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend en beoordeelt of de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Tevens wordt beoordeeld of het bestreden besluit anderszins in strijd met het recht is voorbereid of genomen.

In de uitspraak van 3 april 2013 heeft de Afdeling geconstateerd dat er op de website www.ruimtelijkeplannen.nl twee versies van het plan stonden, waarbij in één versie onjuiste SBI-codes waren opgenomen. Dit was niet in overeenstemming met het vaststellingsbesluit. De Afdeling oordeelt dat het vaststellingsbesluit en de bijlage 1b bij de planregels in onderlinge samenhang zijn vastgesteld in strijd met de rechtszekerheid.

Appellante heeft aangevoerd dat de tenaamstelling van het plan in de kennisgeving onjuist is, maar deze beroepsgrond kan de rechtmatigheid van het besluit niet aantasten. Ook de stelling dat de raad onbehoorlijk heeft gehandeld tijdens de beroepsprocedure, wordt door de Afdeling niet onderbouwd en faalt. Tot slot stelt appellante dat de naam van haar bedrijf in bijlage 1b niet correct is vermeld, maar de Afdeling oordeelt dat dit niet leidt tot verwarring of rechtsonzekerheid. Het beroep wordt ongegrond verklaard en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201307011/1/R3.
Datum uitspraak: 23 april 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellante], gevestigd te Bakel, gemeente Gemert-Bakel,
en
de raad van de gemeente Gemert-Bakel,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 27 juni 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Bakel, Milheeze en De Rips" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellante] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De raad heeft een nader stuk ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 20 maart 2014.
Overwegingen
1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
2. Het bestreden besluit is genomen naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling van 3 april 2013 in zaak nr. 201209352/1/R3, waarin de Afdeling heeft overwogen dat op www.ruimtelijkeplannen.nl twee versies van het plan stonden. In één van deze versies was in bijlage 1b bij de planregels een kolom met onjuiste SBI-codes opgenomen, hetgeen niet in overeenstemming was met het vaststellingsbesluit. Naar het oordeel van de Afdeling waren het vaststellingsbesluit en bijlage 1b bij de planregels van het in die uitspraak voorliggende bestemmingsplan in onderlinge samenhang vastgesteld in strijd met de rechtszekerheid.
3. [appellante] voert aan dat in de kennisgeving van het vastgestelde plan de tenaamstelling van het plan onjuist is. Deze beroepsgrond heeft betrekking op een mogelijke onregelmatigheid van na de datum van het bestreden besluit en kan reeds om die reden de rechtmatigheid van het besluit niet aantasten. Deze mogelijke onregelmatigheid kan geen grond vormen voor de vernietiging van het bestreden besluit. Het betoog faalt.
4. [appellante] betoogt voorts dat de handelwijze van de raad hangende de beroepsprocedure onbehoorlijk is geweest. In deze, niet met stukken nader onderbouwde, stelling ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad het bestreden besluit heeft voorbereid of genomen in strijd met het recht. Het betoog faalt.
5. [appellante] stelt dat in bijlage 1b bij de planregels, waarin de lijst van bedrijven/bedrijfsactiviteiten is opgenomen, de naam van zijn bedrijf niet correct staat vermeld. De vermelding van het bedrijf van [appellante] als [naam A] in plaats van [naam B] leidt naar het oordeel van de Afdeling niet tot verwarring of rechtsonzekerheid. Redelijkerwijs kan geen twijfel bestaan over welk bedrijf in bijlage 1b is genoemd. Het betoog faalt.
6. Het beroep is ongegrond.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. W.D.M. van Diepenbeek, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R.P.F. Boermans, ambtenaar van staat.
w.g. Van Diepenbeek w.g. Boermans
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 23 april 2014
429-653.