ECLI:NL:RVS:2014:1084

Raad van State

Datum uitspraak
26 maart 2014
Publicatiedatum
26 maart 2014
Zaaknummer
201307362/1/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Th.C. van Sloten
  • S. Zwemstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen bestemmingsplan 'Vijzelstraat 66-80 (Duintjer)' niet-ontvankelijk verklaard

Op 25 juni 2013 heeft de deelraad van het stadsdeel Centrum het bestemmingsplan 'Vijzelstraat 66-80 (Duintjer)' vastgesteld. Tegen dit besluit heeft de appellant, wonend op een afstand van ongeveer 130 meter van het betrokken perceel, beroep ingesteld. De deelraad heeft een verweerschrift ingediend en de commanditaire vennootschap Borgkey Vijzelstraat C.V. heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven. De zaak is behandeld door een enkelvoudige kamer van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 12 februari 2014.

De Afdeling heeft overwogen dat, ingevolge artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een belanghebbende bij de Afdeling beroep kan instellen tegen een besluit omtrent de vaststelling van een bestemmingsplan. Volgens artikel 1:2 van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. De appellant heeft echter geen zicht op het betrokken perceel en de afstand van 130 meter is naar het oordeel van de Afdeling te groot om een rechtstreeks betrokken belang aan te nemen. Bovendien heeft de appellant geen feiten of omstandigheden aangevoerd die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat zijn belang rechtstreeks door het besluit wordt geraakt.

De Afdeling concludeert dat de appellant geen belanghebbende is in de zin van de Awb en dat hij derhalve geen beroep kan instellen. Het beroep wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. Th.C. van Sloten, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S. Zwemstra, ambtenaar van staat, en is openbaar uitgesproken op 26 maart 2014.

Uitspraak

201307362/1/R1.
Datum uitspraak: 26 maart 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te [woonplaats],
en
de deelraad van het stadsdeel Centrum,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 25 juni 2013 heeft de deelraad het bestemmingsplan "Vijzelstraat 66-80 (Duintjer)" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
De deelraad heeft een verweerschrift ingediend.
Daartoe in de gelegenheid gesteld heeft de commanditaire vennootschap Borgkey Vijzelstraat C.V. een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 12 februari 2014, waar [appellant] en de deelraad, vertegenwoordigd door mr. J.E. Kenter, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Voorts is ter zitting Borgkey Vijzelstraat C.V., vertegenwoordigd door R.J. Camps, als partij gehoord.
Overwegingen
1. Het plan voorziet in de herontwikkeling van het gebouw Duintjer op het perceel Vijzelstraat 66-80.
2. Ingevolge artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), in samenhang gelezen met artikel 8:6 van de Awb en artikel 2 van bijlage 2 bij de Awb, kan door een belanghebbende bij de Afdeling beroep worden ingesteld tegen een besluit omtrent vaststelling van een bestemmingsplan.
Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
3. [appellant] woont op een afstand van ongeveer 130 m van het gebouw Duintjer. Zijn beroep richt zich tegen de functieaanduidingen "onderdoorgang 1" en "onderdoorgang 2". Vanuit zijn woning heeft hij geen zicht op het betrokken perceel. Mede gelet op de aard en omvang van de ruimtelijke ontwikkelingen die op de door Hoogensteyn bestreden plandelen mogelijk worden gemaakt is deze afstand naar het oordeel van de Afdeling te groot om een rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken belang te kunnen aannemen.
Voorts heeft [appellant] geen feiten of omstandigheden aangevoerd in verband waarmee zou moeten worden geoordeeld dat ondanks deze afstand een objectief en persoonlijk belang van hem rechtstreeks door het besluit zou worden geraakt. Een louter subjectief gevoel van betrokkenheid bij een besluit, hoe sterk dat gevoel ook is, is daarvoor niet voldoende.
De conclusie is dat [appellant] geen belanghebbende is bij het bestreden besluit als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb en dat hij daartegen ingevolge artikel 8:1 van de Awb, in samenhang gelezen met artikel 8:6 van de Awb en artikel 2 van bijlage 2 bij de Awb, geen beroep kan instellen.
4. Gelet op het voorgaande is het beroep niet-ontvankelijk.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. Th.C. van Sloten, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S. Zwemstra, ambtenaar van staat.
w.g. Van Sloten w.g. Zwemstra
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 26 maart 2014
91-770.