ECLI:NL:RVS:2013:CA2844

Raad van State

Datum uitspraak
6 juni 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
201303623/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
  • F.W.M. Kooijman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Wolberg gemeente Valkenswaard

In deze zaak heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 6 juni 2013 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot het bestemmingsplan "Wolberg" van de gemeente Valkenswaard. Het bestemmingsplan werd op 31 januari 2013 vastgesteld door de raad van de gemeente Valkenswaard. Tegen dit besluit heeft de verzoeker, wonend te Valkenswaard, beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Dit verzoek werd behandeld op een zitting op 16 mei 2013, waar de verzoeker werd bijgestaan door J.H.T. Roosen-Goudsmit en de raad werd vertegenwoordigd door B. Tax.

De voorzitter overwoog dat het verzoek uitsluitend betrekking had op de gronden ter plaatse van de kruising Europalaan/Bakkerstraat/Wolbergstraat, die volgens de verzoeker ten onrechte buiten het plangebied waren gelaten. De verzoeker wilde voorkomen dat de aanleg van een rotonde op deze gronden doorgang zou vinden. De voorzitter stelde vast dat de gronden inderdaad buiten het plangebied lagen en dat een voorlopige voorziening om deze gronden binnen het plangebied te brengen, te verstrekkend zou zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden waren. De voorzitter concludeerde dat er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die een andere conclusie rechtvaardigden.

Daarom werd het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 6 juni 2013.

Uitspraak

201303623/2/R3.
Datum uitspraak: 6 juni 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker A] en [verzoekster B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [verzoeker]), wonend te Valkenswaard,
de raad van de gemeente Valkenswaard,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 31 januari 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Wolberg" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [verzoeker] beroep ingesteld. [verzoeker] heeft de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 16 mei 2013, waar [verzoeker], bijgestaan door J.H.T. Roosen-Goudsmit, en de raad, vertegenwoordigd door B. Tax, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het plan voorziet in een actualisering van het planologische regime voor een deel van de bebouwde kom van de gemeente Valkenswaard, aan de zuidoostelijke zijde van de kern Valkenswaard.
3. Uit het verzoekschrift en het verhandelde ter zitting blijkt dat het verzoek uitsluitend betrekking heeft op de gronden ter plaatse van de kruising Europalaan/Bakkerstraat/Wolbergstraat. Volgens [verzoeker] zijn deze gronden ten onrechte buiten het plangebied gelaten. Met het verzoek beoogt hij te voorkomen dat de voorgenomen aanleg van een rotonde op deze gronden doorgang zal vinden.
4. Vast staat dat de gronden buiten het plangebied liggen. De voorzitter overweegt dat een voorlopige voorziening die ertoe strekt dat deze gronden binnen de begrenzing van het plangebied worden gebracht, behoudens uitzonderlijke omstandigheden, te verstrekkend is. Daartoe overweegt de voorzitter dat een uitspraak van de Afdeling doorgaans niet zal strekken tot het na een vernietiging zelfvoorziend vaststellen van een andere planbegrenzing. Van uitzonderlijke omstandigheden die nopen tot een andere conclusie, is in dit geval niet gebleken. Voorts zal een schorsing van de planbegrenzing aan de zijde van voormelde kruising niet het door [verzoeker] beoogde effect met zich kunnen brengen.
5. Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. F.W.M. Kooijman, ambtenaar van staat.
w.g. Van der Beek-Gillessen w.g. Kooijman
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 6 juni 2013
177-629.