ECLI:NL:RVS:2013:CA2061

Raad van State

Datum uitspraak
5 juni 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
201208457/1/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • D.A.C. Slump
  • P.B.M.J. van der Beek-Gillissen
  • P.A. Koppen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vrijstelling en bouwvergunning voor bedrijfspanden in Sneek

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Bouwmarkt 82 Sneek B.V. en Syjoni Vastgoed B.V. tegen een uitspraak van de rechtbank Leeuwarden, die op 24 juli 2012 het beroep van appellanten ongegrond verklaarde. De zaak betreft een besluit van het college van de toenmalige gemeente Sneek, dat op 19 december 2008 vrijstelling en een bouwvergunning verleende aan Recul B.V. voor het bouwen van bedrijfspanden ten behoeve van perifere detailhandelsvestigingen op een perceel in Sneek, gemeente Súdwest Fryslân. Appellanten betogen dat het vrijstellingsbesluit in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel en het bestemmingsplan. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State overweegt dat het bouwplan voorziet in het oprichten van twee bouwmarkten en dat het college vrijstelling en bouwvergunning heeft verleend voor deze bouwmarkten. De Afdeling stelt vast dat het thans geldende bestemmingsplan 'Detailhandel De Hemmen, Sperkhem II, Houkesloot' een brede perifere detailhandelsbestemming toelaat, waaronder bouwmarkten. Hierdoor is het bouwplan in overeenstemming met het bestemmingsplan en bestaat er geen belang meer bij een beoordeling van de rechtmatigheid van het vrijstellingsbesluit. De Afdeling verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201208457/1/A1.
Datum uitspraak: 5 juni 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid Bouwmarkt 82 Sneek B.V. en Syjoni Vastgoed B.V., beide gevestigd te Sneek, gemeente Súdwest Fryslân,
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 24 juli 2012 in zaak nr. 10/2393 in het geding tussen:
Bouwmarkt 82 Sneek B.V. en Syjoni Vastgoed B.V.
en
het college van burgemeester en wethouders van Súdwest Fryslân.
Procesverloop
Bij besluit van 19 december 2008 heeft het college van de toenmalige gemeente Sneek aan Recul B.V., thans [belanghebbende], voor zover thans van belang, vrijstelling en bouwvergunning verleend voor het bouwen van bedrijfspanden ten behoeve van perifere detailhandelsvestigingen op het perceel [locatie] te Sneek, gemeente Súdwest Fryslân (hierna: het perceel).
Bij besluit van 20 oktober 2010 heeft het college, voor zover thans van belang, het door Bouwmarkt 82 Sneek B.V. en Syjoni Vastgoed B.V. tegen dat besluit gemaakte bezwaar alsnog ongegrond verklaard voor zover het is gericht tegen het verlenen van vrijstelling en bouwvergunning voor het oprichten van twee bedrijfspanden met perifere detailhandelsactiviteit.
Bij uitspraak van 24 juli 2012 heeft de rechtbank het door Bouwmarkt 82 Sneek B.V. en Syjoni Vastgoed B.V. daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben Bouwmarkt 82 Sneek B.V. en Syjoni Vastgoed B.V. hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Desgevraagd hebben partijen toestemming verleend, als bedoeld in artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb), om in het geding uitspraak te doen zonder zitting. Vervolgens heeft de Afdeling bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft.
Overwegingen
1. Een van de bedrijfspanden is thans gerealiseerd. Hierin is een Praxis bouwmarkt gevestigd.
2. Wegens strijd met het ten tijde van de aanvraag geldende bestemmingsplan "Bedrijvenpark De Hemmen", op grond waarvan op het perceel de bestemming "Bedrijfsdoeleinden met bijbehorende voorzieningen - B(bv)" rustte, op welke gronden een bouwmarkt niet was toegestaan, heeft het college met toepassing van artikel 4, lid A, onder 2, onder d, onder 3 van de planvoorschriften vrijstelling verleend.
Ten tijde van het besluit van 20 oktober 2010 gold ter plaatse het op 27 mei 2009 in werking getreden bestemmingplan "Bedrijvenpark De Hemmen A7", op grond waarvan op het perceel de bestemming "Bedrijfsdoeleinden -B-" rustte. Nu het perceel op de kaart niet van een aanduiding is voorzien dat daar een bouwmarkt mag worden gevestigd, is ingevolge artikel 4, Lid A, onder 1 van de planvoorschriften, vestiging van een bouwmarkt niet toegestaan.
Ingevolge lid A, onder 2, onder d, onder 3, kan ten aanzien van de uitoefening van detailhandelsactiviteiten, na een door burgemeester en wethouders verleende vrijstelling en met inachtneming van het daaronder bepaalde, medewerking worden verleend aan de vestiging van detailhandelsbedrijven in grove bouwmaterialen/bouwgrondstoffen, bouwmarkten, alsmede landbouwwerktuigen, alsmede detailhandel in automobielen, motoren, caravans, waarbij het beleid is gericht op het slechts toestaan van detailhandelsactiviteiten, indien wordt voldaan aan de daarna vermelde voorwaarden.
3. Bouwmarkt 82 Sneek B.V. en Syjoni Vastgoed B.V. betogen dat de rechtbank heeft miskend dat het vrijstellingsbesluit in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel en het bestemmingsplan.
3.1. De Afdeling overweegt als volgt. Uit de bewoordingen van het besluit van 19 december 2008 volgt dat het bouwplan voorziet in het oprichten van twee bouwmarkten. In het licht hiervan verstaat de Afdeling het dictum van dat besluit aldus dat het college daarbij vrijstelling en bouwvergunning heeft verleend voor het bouwen van bedrijfspanden ten behoeve van perifere detailhandel in de vorm van twee bouwmarkten.
4. Ingevolge het thans geldende bestemmingsplan "Detailhandel De Hemmen, Sperkhem II, Houkesloot" is ter plaatse van het perceel een brede perifere detailhandelsbestemming, waaronder begrepen bouwmarkten, rechtstreeks toegelaten, zodat het bouwplan hiermee in overeenstemming is. Dit brengt met zich dat bij Bouwmarkt 82 Sneek B.V. en Syjoni Vastgoed B.V. geen belang meer bestaat bij een beoordeling van de rechtmatigheid van het vrijstellingsbesluit. Thans is voor het bouwplan immers geen vrijstelling meer vereist.
5. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, voorzitter, en mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillissen en mr. P.A. Koppen, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.M. van Driel, ambtenaar van staat.
w.g. Slump w.g. Van Driel
Voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 5 juni 2013
414-619.