ECLI:NL:RVS:2013:CA2046
Raad van State
- Hoger beroep
- D. Roemers
- J. de Vries
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 19 oktober 2012. De rechtbank had het beroep van [appellant] niet-ontvankelijk verklaard voor zover het gericht was tegen het besluit van 26 april 2012 en ongegrond voor zover het gericht was tegen het besluit van 10 mei 2012. Het college van burgemeester en wethouders van Almere had op 9 augustus 2011 ambtshalve in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens opgenomen dat [appellant] was vertrokken met bestemming 'onbekend'. Vervolgens had het college op 27 januari 2012 een aanvraag van [appellant] om ingeschreven te worden op een briefadres in de gemeente Almere afgewezen. Het bezwaar van [appellant] tegen deze besluiten werd door het college niet-ontvankelijk verklaard of ongegrond verklaard.
Tijdens de zitting op 2 mei 2013 werd het hoger beroep behandeld. [appellant] had in zijn hogerberoepschrift de gronden van zijn hoger beroep niet vermeld. Hij was gewezen op dit verzuim en kreeg de gelegenheid om dit te herstellen. Echter, de ingediende stukken bevatten geen concrete gronden zoals vereist door de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet-ontvankelijk was, omdat [appellant] niet had voldaan aan de vereisten van artikel 6:5 van de Awb.
Daarnaast werd het verzoek van [appellant] om schadevergoeding afgewezen, omdat schadevergoeding volgens artikel 8:73 van de Awb alleen mogelijk is indien het beroep gegrond wordt verklaard. De Afdeling besloot het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 5 juni 2013.