ECLI:NL:RVS:2013:CA2001

Raad van State

Datum uitspraak
30 mei 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
201302666/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Woonwagencentrum Broekweg te Waalre

Op 5 maart 2013 heeft de raad van de gemeente Waalre het bestemmingsplan "Woonwagencentrum Broekweg" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben onder meer [verzoeker] en anderen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek behandeld op 16 mei 2013. Tijdens deze zitting waren [verzoeker] en anderen aanwezig, bijgestaan door hun advocaat mr. P.J.A. van de Laar, terwijl de raad vertegenwoordigd was door mr. T.E.P.A. Lam en andere ambtenaren.

De voorzitter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Het bestemmingsplan voorziet in een planologische regeling voor bestaande woonwagenstandplaatsen aan de Broekweg. [verzoeker] en anderen betogen dat het plan ten onrechte geen bouwmogelijkheden voor bedrijfsloodsen bevat. Ze verzoeken om schorsing van het besluit om te voorkomen dat het college van burgemeester en wethouders handhavend optreedt tegen reeds opgerichte loodsen.

De voorzitter concludeert dat schorsing niet in het belang van [verzoeker] en anderen is, omdat de vorige bestemmingsplannen dan van toepassing blijven. Ook is het verzoek om een voorlopige voorziening voor bouwmogelijkheden voor bedrijfsloodsen te verstrekkend, aangezien het bestemmingsplan daar niet in voorziet. Er zijn geen uitzonderlijke omstandigheden die een andere conclusie rechtvaardigen. Daarom wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De beslissing van de voorzitter is openbaar uitgesproken op 30 mei 2013.

Uitspraak

201302666/2/R3.
Datum uitspraak: 30 mei 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker] en anderen, allen wonend te Waalre,
en
de raad van de gemeente Waalre,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 5 maart 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Woonwagencentrum Broekweg" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben onder meer [verzoeker] en anderen beroep ingesteld. [verzoeker] en anderen hebben de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 16 mei 2013, waar [verzoeker] en anderen, bijgestaan door mr. P.J.A. van de Laar, advocaat te Eindhoven, en de raad, vertegenwoordigd door mr. T.E.P.A. Lam, advocaat te Nijmegen, mr. S.G. Beekman, A.P.M. Sluijter en ing. H.J.M. Dings, allen werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het plan voorziet in een planologische regeling voor de bestaande woonwagenstandplaatsen aan de Broekweg ten noorden van de kern Waalre.
3. [verzoeker] en anderen betogen dat de raad ten onrechte het plan heeft vastgesteld, voor zover hierin geen bouwmogelijkheden zijn opgenomen voor bedrijfsloodsen. Zij verzoeken om schorsing van het bestreden besluit en beogen met het verzoek te voorkomen dat het college van burgemeester en wethouders van Waalre handhavend zal optreden tegen de reeds opgerichte loodsen in het plangebied.
4. Niet in geschil is dat de vorige bestemmingsplannen "Natuurgebieden" en "Woonwagenstandplaatsen" die betrekking hebben op de gronden in het plangebied, niet voorzien in de mogelijkheid van oprichting van bedrijfsloodsen. De voorzitter overweegt dat [verzoeker] en anderen niet gebaat zijn bij schorsing van het bestreden besluit, omdat met een schorsing de vorige planologische regelingen voor deze gronden van toepassing blijven. Voor zover [verzoeker] en anderen hebben verzocht een voorlopige voorziening te treffen die in bouwmogelijkheden voor bedrijfsloodsen voorziet, terwijl het bestreden bestemmingsplan daarin niet voorziet, acht de voorzitter een dergelijke voorlopige voorziening te verstrekkend. Ook de uitspraak van de Afdeling zal, gelet op de aard van de toetsing in de bodemprocedure, doorgaans immers niet strekken tot het zelfvoorziend vaststellen van een bestemmingsplan met de door [verzoeker] en anderen gewenste bouwmogelijkheden. Van uitzonderlijke omstandigheden welke nopen tot een andere conclusie is niet gebleken.
5. Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. F.W.M. Kooijman, ambtenaar van staat.
w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Kooijman
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 30 mei 2013
177-629.