ECLI:NL:RVS:2013:CA0680

Raad van State

Datum uitspraak
22 mei 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
201210111/1/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Besluit tot buiten behandelingstelling van aanvraag projectbesluit voor woningen aan de Albionstraat/Achterom te Leunen

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de erven [appellant] tegen een uitspraak van de rechtbank Roermond, waarin het beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Venray ongegrond werd verklaard. Het college had op 13 september 2011 de aanvraag om een projectbesluit voor het realiseren van acht woningen aan de Albionstraat/Achterom te Leunen buiten behandeling gesteld. De erven [appellant] stelden dat de termijn voor het college om op de aanvraag te beslissen al was verstreken en dat de verstrekte gegevens voldoende waren voor de beoordeling van de aanvraag.

De Raad van State oordeelde dat het college de aanvraag niet buiten behandeling had mogen stellen, omdat het niet had voldaan aan de wettelijke termijn zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank had dit niet onderkend, waardoor het hoger beroep gegrond werd verklaard. De Raad van State vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van de erven [appellant] tegen het besluit van 10 januari 2012 gegrond. Het college werd opgedragen het besluit van 13 september 2011 te herroepen en het verzoek om een projectbesluit af te wijzen.

De Raad van State benadrukte dat het ontbreken van een concreet bouwplan voor de aanvraag om een projectbesluit een belangrijke reden was voor de afwijzing. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 22 mei 2013, waarbij het college werd gelast het griffierecht aan de erven [appellant] te vergoeden.

Uitspraak

201210111/1/A1.
Datum uitspraak: 22 mei 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
De erven [appellant], wonend te Smakt, gemeente Venray,
tegen de uitspraak van de rechtbank Roermond van 14 september 2012 in zaak nr. 12/243 in het geding tussen:
De erven [appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Venray.
Procesverloop
Bij besluit van 13 september 2011 heeft het college de aanvraag om een projectbesluit te nemen voor het realiseren van acht woningen aan de Albionstraat/Achterom te Leunen buiten behandeling gesteld.
Bij besluit van 10 januari 2012 heeft het college het door [belanghebbende] en de erven [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 14 september 2012 heeft de rechtbank het door de erven [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben de erven [appellant] hoger beroep ingesteld. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 23 april 2013, waar het college, vertegenwoordigd door M.M. Davits, werkzaam bij de gemeente, is verschenen.
Overwegingen
1. Ingevolge artikel 4:5, eerste lid, aanhef en onder c, van de Awb kan het bestuursorgaan besluiten de aanvraag niet te behandelen indien de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of de voorbereiding van de beschikking, mits de aanvrager de gelegenheid heeft gehad de aanvraag binnen een door het bestuursorgaan gestelde termijn aan te vullen.
Ingevolge het vierde lid wordt een besluit om de aanvraag niet te behandelen aan de aanvrager bekendgemaakt binnen vier weken nadat de aanvraag is aangevuld of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.
2. De erven [appellant] betogen dat de rechtbank heeft miskend dat de termijn waarbinnen op de aanvraag moest worden beslist reeds was verstreken, zodat het college de aanvraag niet meer buiten behandeling mocht laten. Voorts voeren zij aan dat het college in de zomer van 2010 om onbekende redenen heeft geweigerd aanvullende gegevens in ontvangst te nemen en dat de verstrekte gegevens voldoende waren voor de beoordeling van de aanvraag.
2.1. Het college heeft Ger Theelen Consult, die als gemachtigde de aanvraag om het nemen van een projectbesluit voor het realiseren van acht woningen aan de Albionstraat/Achterom te Leunen namens de erven [appellant] en andere eigenaren van de percelen aldaar heeft ingediend, bij brief van 24 mei 2011 verzocht om binnen vier weken na verzending die aanvraag aan te vullen met een concreet bouwplan. Het college heeft door eerst bij besluit van 13 september 2011 de aanvraag buiten behandeling te stellen de termijn in artikel 4:5, vierde lid, van de Awb niet in acht genomen. Gelet hierop was het college niet bevoegd de aanvraag buiten behandeling te stellen, zodat het betoog reeds daarom slaagt. De rechtbank heeft dat niet onderkend.
3. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd wegens strijd met artikel 4:5, vierde lid, van de Awb. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het door de erven [appellant] bij de rechtbank ingestelde beroep tegen het besluit op bezwaar van 10 januari 2012 alsnog gegrond verklaren en dat besluit vernietigen. De Afdeling zal met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, van de Awb op na te melden wijze zelf in de zaak voorzien.
4. Het college heeft zich ter zitting op het standpunt gesteld dat de aanvraag, voor zover die is ingediend namens de erven [appellant] en ziet op het nemen van een projectbesluit voor het realiseren van twee woningen aan de Albionstraat, is af te splitsen van de aanvraag om een projectbesluit te nemen voor het realiseren van acht woningen aan de Albionstraat/Achterom. Dat laat volgens het college echter onverlet dat de aanvraag ook voor dat afzonderlijke deel niet kan worden ingewilligd, wegens het ontbreken van een concreet bouwplan, dan wel concrete informatie over het project in zoverre.
Niet gebleken is dat bij de aanvraag om een projectbesluit te nemen een bouwplan voorhanden is voor het realiseren van twee woningen aan de Albionstraat, zodanig dat op basis daarvan een projectbesluit kan worden genomen. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 3 april 2013, in zaak nr. 2012080044/1/A1), maakt het ontbreken daarvan het voornemen tot het aanbrengen van bepaalde wijzigingen in de fysieke leefomgeving onvoldoende concreet. In hetgeen de erven [appellant] hebben aangevoerd, worden geen aanknopingspunten gevonden voor een ander oordeel. Dat brengt met zich dat de aanvraag om het nemen van een projectbesluit dient te worden afgewezen.
5. De Afdeling zal het besluit van 13 september 2011 herroepen, het verzoek om een projectbesluit te nemen afwijzen en bepalen dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Roermond van 14 september 2012 in zaak nr. 12/243;
III. verklaart het bij de rechtbank tegen het besluit van 10 januari 2012 van het college van burgemeester en wethouders van Venray ingestelde beroep gegrond;
IV. vernietigt dat besluit;
V. herroept het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Venray van 13 september 2011;
VI. wijst het verzoek om een projectbesluit te nemen voor het realiseren van acht woningen aan de Albinonstraat/Achterom te Leunen af;
VII. bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
VIII. gelast dat het college van burgemeester en wethouders van Venray aan de erven [appellant] het door hen betaalde griffierecht ten bedrage van € 388,00 (zegge: driehonderdachtentachtig euro) voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. H. Troostwijk, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. V. van Dorst, ambtenaar van staat.
w.g. Troostwijk w.g. Van Dorst
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 22 mei 2013
357-757.