ECLI:NL:RVS:2013:CA0123

Raad van State

Datum uitspraak
8 mei 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
201303571/2/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake omgevingsvergunning voor huisvesting arbeidsmigranten te Veghel

Op 20 november 2012 verleende het college van burgemeester en wethouders van Veghel een omgevingsvergunning aan Champas Holding B.V. voor de huisvesting van 60 arbeidsmigranten op het perceel Krijtenberg 11 te Veghel. Deze vergunning werd aangevochten door een aantal wederpartijen, die op 8 maart 2013 in hun beroep gelijk kregen van de rechtbank Oost-Brabant. De rechtbank vernietigde het besluit van het college en droeg het college op om een nieuw besluit te nemen.

In reactie op deze uitspraak heeft het college hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, mr. C.H.M. van Altena, heeft het verzoek op 2 mei 2013 ter zitting behandeld. Het college was vertegenwoordigd door T. Bockting en G. Verhoeven, terwijl Champas Holding werd vertegenwoordigd door mr. J.H.M. Verjans en P.A.S. van Asseldonk. De wederpartijen waren bijgestaan door mr. A.A.M. van der Aa.

De voorzitter overwoog dat het college in afwachting van de uitspraak op het hoger beroep geen nieuw besluit hoeft te nemen. Er werd geen dringende belangen aangetoond die zich verzetten tegen het toewijzen van de voorlopige voorziening. De voorzitter besloot daarom dat het college van burgemeester en wethouders van Veghel geen nieuw besluit ter uitvoering van de uitspraak van de rechtbank hoeft te nemen totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.

De beslissing werd openbaar uitgesproken op 8 mei 2013, waarbij de voorzitter, mr. C.H.M. van Altena, en mr. M. Kos, ambtenaar van staat, aanwezig waren.

Uitspraak

201303571/2/A1.
Datum uitspraak: 8 mei 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende de hoger beroepen van onder meer:
het college van burgemeester en wethouders van Veghel,
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 8 maart 2013 in zaken nrs. 13/33 en 13/34 in het geding tussen:
[wederpartij] en anderen
en
het college.
Procesverloop
Bij besluit van 20 november 2012 heeft het college aan Champas Holding B.V. omgevingsvergunning verleend voor de huisvesting van 60 arbeidsmigranten op het perceel Krijtenberg 11 te Veghel.
Bij uitspraak van 8 maart 2013, voor zover hier van belang, heeft de rechtbank het door [wederpartij] en anderen daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 20 november 2012 vernietigd en het college opgedragen een nieuw besluit te nemen.
Tegen deze uitspraak heeft onder meer het college hoger beroep ingesteld.
Het college heeft de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 2 mei 2013, waar het college, vertegenwoordigd door T. Bockting en G. Verhoeven, Champas Holding, vertegenwoordigd door mr. J.H.M. Verjans en P.A.S. van Asseldonk, en [wederpartijen] bijgestaan door mr. A.A.M. van der Aa, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Het college heeft verzocht bij wijze van voorlopige voorziening te bepalen dat het in afwachting van de uitspraak op de ingestelde hoger beroepen geen nieuw besluit ter uitvoering van de uitspraak van de rechtbank hoeft te nemen. Het college heeft daarbij aangegeven dat het zich niet kan vinden in het oordeel van de rechtbank dat de aanvraag van Champas Holding in strijd is met de Verordening Ruimte 2012 van de provincie Noord-Brabant en dat de voorlopige voorziening ertoe strekt dat het niet wordt gedwongen een beslissing te nemen die het college niet juist acht.
2. Niet is gebleken van dringende belangen die zich verzetten tegen het toewijzen van de verzochte voorziening. Gelet hierop ziet de voorzitter aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat het college van burgemeester en wethouders van Veghel geen nieuw besluit ter uitvoering van de uitspraak van de rechtbank hoeft te nemen voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
Aldus vastgesteld door mr. C.H.M. van Altena, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. M. Kos, ambtenaar van staat.
w.g. Van Altena w.g. Kos
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 8 mei 2013
580.