201207023/1/A2.
Datum uitspraak: 1 mei 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Technometrica Leeuwarden B.V., gevestigd te Leeuwarden,
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank Groningen van 31 mei 2012 in zaak nr. 11/1149 in het geding tussen:
het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland.
Bij besluit van 5 november 2010 heeft het dagelijks bestuur het besluit tot verlening van subsidie voor een haalbaarheidsonderzoek naar een detectiemethode om kaviaar te identificeren, ingetrokken.
Bij besluit van 1 september 2011 heeft het dagelijks bestuur het door Technometrica daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 31 mei 2012 heeft de rechtbank het door Technometrica daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft Technometrica hoger beroep ingesteld.
Het dagelijks bestuur heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 20 maart 2013, waar Technometrica, vertegenwoordigd door mr. I. van der Meer, advocaat te Leeuwarden, vergezeld van dr. G.J. Jansen en R.B. Olthof, en het dagelijks bestuur, vertegenwoordigd door mr. S.E. van der Heijden en drs. C. van Rosendal, beiden werkzaam bij het Samenwerkingsverband Noord-Nederland, zijn verschenen
1. Ingevolge artikel 4:48, eerste lid, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) kan, zolang de subsidie niet is vastgesteld, het bestuursorgaan de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen, indien de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.
Ingevolge artikel 12 van de Subsidieregeling Noordelijke Innovatie OndersteuningsFaciliteit 2008 (hierna: de NIOF 2008) wordt bij de subsidieverlening in elk geval de verplichting opgelegd de kosten van de uitvoering van het project op eenduidige wijze in de administratie van de subsidieontvanger weer te geven.
Ingevolge artikel 13, aanhef en onder a, kan de subsidie onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:48 en 4:50 van de Awb worden ingetrokken of ten nadele van de subsidieontvanger worden gewijzigd, indien het project niet wordt uitgevoerd volgens de voorschriften van deze regeling.
2. Namens Technometrica heeft TechnologieCentrum Noord-Nederland op 8 september 2008 een aanvraag om subsidie in het kader van de NIOF 2008 ingediend voor een haalbaarheidsonderzoek naar een detectiemethode om kaviaar te identificeren. Hierbij is vermeld dat het onderzoek zal worden uitgevoerd door instituut Van Hall Larenstein en dat de looptijd acht maanden bedraagt, alsmede is een projectopzet en een offerte van de projectkosten overgelegd.
Bij besluit van 29 oktober 2008 (hierna: de verleningsbeschikking) heeft het dagelijks bestuur Technometrica subsidie voor dit haalbaarheidsonderzoek verleend tot een bedrag van maximaal € 34.000,00. Hierbij is bepaald dat aan de verleningsbeschikking de regels en voorwaarden zijn verbonden zoals opgenomen in de NIOF 2008.
Bij brief van 21 juli 2010 heeft het dagelijks bestuur Technometrica verzocht om de volledige, gewaarmerkte projectadministratie van Van Hall Larenstein met betrekking tot dit project, met daarbij het aantal gewerkte uren per betrokken medewerker en (tussen)rapportages per fase van de gedane werkzaamheden, over te leggen.
2.1. Aan de na bezwaar gehandhaafde intrekking van de subsidieverleningsbeschikking heeft het dagelijks bestuur ten grondslag gelegd dat uit het rapport van het haalbaarheidsonderzoek dat is meegezonden bij het verzoek om vaststelling niet blijkt dat het onderzoek conform de bij de aanvraag overgelegde projectopzet is uitgevoerd, gelet op de looptijd van het onderzoek en nu uit het rapport niet naar voren komt dat bij de uitvoering van het onderzoek de in de projectopzet vermelde zes stappen zijn gevolgd. De bij brief van 21 juli 2010 gevraagde projectadministratie is niet door Technometrica overgelegd. Volgens het dagelijks bestuur kan aldus niet worden vastgesteld welke personen, tegen welk tarief, aan het rapport hebben gewerkt. Derhalve kan niet worden nagegaan of de gedeclareerde kosten ten behoeve van het bij de aanvraag gepresenteerde project zijn gemaakt, aldus het dagelijks bestuur.
3. Technometrica betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het dagelijks bestuur ten onrechte om de volledige projectadministratie heeft gevraagd. Zij voert aan dat deze verplichting haar niet kan worden tegengeworpen. Technometrica betoogt voorts dat het dagelijks bestuur zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat het haalbaarheidsonderzoek niet overeenkomstig de bij de aanvraag overgelegde projectopzet is uitgevoerd. Zij wijst daartoe op haar brief aan het dagelijks bestuur van 1 juni 2011.
3.1. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 18 april 2007 in zaak nr. 200607070/1) dient een subsidieverplichting als bedoeld in artikel 4:37 van de Awb kenbaar te zijn voor de subsidieontvanger. Deze hoeft niet te voldoen aan verplichtingen die aan hem niet kenbaar zijn gemaakt en die hij evenmin langs een andere weg behoorde te kennen.
3.2. In de verleningsbeschikking is Technometrica de verplichting opgelegd om bij een verzoek om vaststelling een aantal specifieke, in dit besluit genoemde documenten over te leggen, te weten: "de meest recente, complete jaarrekening; een accountantsverklaring volgens bijgevoegd model; de getekende overeenkomst(en) met de onafhankelijke deskundige(n) en een (kopie van) het uitgebrachte adviesrapport." Niet in geschil is dat deze stukken door Technometrica zijn overgelegd. Artikel 12 van de NIOF 2008 legt voorts de verplichting op de kosten van de uitvoering van het project op eenduidige wijze in de administratie van de subsidieontvanger weer te geven. Deze bepaling stelt evenwel geen concrete eisen aan de bij te houden projectadministratie wat betreft de tijdverantwoording en registratie van de verrichte werkzaamheden, als waar om is verzocht in de brief van 21 juli 2010. Uit enige andere bepaling van de NIOF 2008 kan evenmin een dergelijk vereiste worden afgeleid. Anders dan de rechtbank heeft overwogen, strekt de verplichting tot het bijhouden van een projectadministratie met het aantal gewerkte uren per betrokken medewerker en (tussen)rapportages per fase van de gedane werkzaamheden, bovendien verder dan de verplichting tot het afleggen van rekening en verantwoording over uitgaven en inkomsten, waartoe de subsidieontvanger ingevolge artikel 4:45 van de Awb gehouden is. Gelet op het vorenstaande was deze verplichting voor Technometrica niet kenbaar. Om die reden is deze haar door het dagelijks bestuur ten onrechte tegengeworpen.
3.3. Technometrica heeft bij brief van 1 juni 2011 aan het dagelijks bestuur te kennen gegeven op welke wijze de in de projectopzet onderscheiden zes stappen in het onderzoek zijn uitgevoerd. Bij het besluit op bezwaar van 1 september 2011 heeft het dagelijks bestuur nagelaten hierop in te gaan. De enkele verwijzing naar de looptijd van het onderzoek door het dagelijks bestuur en zijn stelling dat de uitvoering van het onderzoek door medewerkers van een kennisinstelling verwachtingen over het type rapport en de kwaliteit ervan meebrengt, vormen onvoldoende grond voor de conclusie dat het overgelegde rapport niet het resultaat is van het gesubsidieerde project.
4. Het in 3.2 en 3.3 overwogene leidt tot het oordeel dat het dagelijks bestuur bij het na bezwaar gehandhaafde besluit van 5 november 2010 ten onrechte de verleningsbeschikking heeft ingetrokken. Hetgeen Technometrica overigens heeft aangevoerd behoeft geen bespreking meer.
5. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het beroep tegen het besluit van 1 september 2001 alsnog gegrond verklaren. Dat besluit dient wegens strijd met artikel 7:12, eerste lid, van de Awb te worden vernietigd.
Bij vernietiging van een besluit dient de bestuursrechter de mogelijkheden tot definitieve beslechting van het geschil te onderzoeken. De Afdeling ziet gelet daarop aanleiding om te bezien of het mogelijk is met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, van de Awb zelf in de zaak te voorzien.
5.1. Nu de vertegenwoordigers van het dagelijks bestuur desgevraagd ter zitting bij de Afdeling ook niet inzichtelijk hebben kunnen maken op grond waarvan moet worden aangenomen dat het haalbaarheidsonderzoek niet overeenkomstig de bij de aanvraag overgelegde projectopzet is uitgevoerd, bestaat aanleiding het geschil definitief te beslechten. De Afdeling zal daartoe het besluit van 5 november 2010 herroepen.
Dit leidt ertoe dat het dagelijks bestuur een besluit dient te nemen op het door Technometrica bij brief van 5 november 2009 gedane verzoek de subsidie vast te stellen.
6. Het dagelijks bestuur dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Groningen van 31 mei 2012 in zaak nr. 11/1149;
III. verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep gegrond;
IV. vernietigt het besluit van het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland van 1 september 2011, kenmerk UP-11-08255;
V. herroept het besluit van het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland van 5 november 2010, kenmerk UP-10-19070;
VI. bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
VII. veroordeelt het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland tot vergoeding van bij de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Technometrica Leeuwarden B.V. in verband met de behandeling van het bezwaar opgekomen kosten tot een bedrag van € 944,00 (zegge: negenhonderdvierenveertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
VIII. veroordeelt het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland tot vergoeding van bij de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Technometrica Leeuwarden B.V. in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.964,80 (zegge: negentienhonderdvierenzestig euro en tachtig cent), waarvan € 1.888,00 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
IX. gelast dat het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Technometrica Leeuwarden B.V. het door hem betaalde griffierecht ten bedrage van € 768,00 (zegge: zevenhonderdachtenzestig euro) voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, voorzitter, en mr. N. Verheij en mr. G.M.H. Hoogvliet, leden, in tegenwoordigheid van mr. P. Lodder, ambtenaar van staat.
w.g. Slump w.g. Lodder
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 1 mei 2013