ECLI:NL:RVS:2013:BZ9029
Raad van State
- Hoger beroep
- E. Steendijk
- R.M. Ahmady-Pikart
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen inreisverbod van vreemdeling door de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage. De voorzieningenrechter had op 24 april 2012 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en het inreisverbod dat op 23 maart 2012 was uitgevaardigd, vernietigd. De minister, thans de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld. De staatssecretaris betoogde dat de voorzieningenrechter ten onrechte had overwogen dat een inreisverbod slechts door middel van een zelfstandig besluit kan worden uitgevaardigd en niet gelijktijdig met een meeromvattende beschikking. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft deze rechtsvraag eerder beantwoord in een andere uitspraak en oordeelt dat de grief van de staatssecretaris slaagt. Het hoger beroep is kennelijk gegrond, wat betekent dat de aangevallen uitspraak van de voorzieningenrechter wordt vernietigd. De Afdeling verklaart het beroep van de vreemdeling ongegrond, waarmee het inreisverbod in stand blijft. De beslissing is genomen in naam der Koningin en is uitgesproken in het openbaar op 26 april 2013.