ECLI:NL:RVS:2013:BZ9029

Raad van State

Datum uitspraak
26 april 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
201204431/1/V2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • E. Steendijk
  • R.M. Ahmady-Pikart
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen inreisverbod van vreemdeling door de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage. De voorzieningenrechter had op 24 april 2012 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en het inreisverbod dat op 23 maart 2012 was uitgevaardigd, vernietigd. De minister, thans de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld. De staatssecretaris betoogde dat de voorzieningenrechter ten onrechte had overwogen dat een inreisverbod slechts door middel van een zelfstandig besluit kan worden uitgevaardigd en niet gelijktijdig met een meeromvattende beschikking. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft deze rechtsvraag eerder beantwoord in een andere uitspraak en oordeelt dat de grief van de staatssecretaris slaagt. Het hoger beroep is kennelijk gegrond, wat betekent dat de aangevallen uitspraak van de voorzieningenrechter wordt vernietigd. De Afdeling verklaart het beroep van de vreemdeling ongegrond, waarmee het inreisverbod in stand blijft. De beslissing is genomen in naam der Koningin en is uitgesproken in het openbaar op 26 april 2013.

Uitspraak

201204431/1/V2.
Datum uitspraak: 26 april 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel,
appellant,
tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage van 24 april 2012 in zaak nrs. 12/10018 en 12/10019 in het geding tussen:
[de vreemdeling]
en
de minister.
Procesverloop
Bij besluit van 23 maart 2012 heeft de minister, voor zover thans van belang, een inreisverbod tegen de vreemdeling uitgevaardigd. Dit besluit is aangehecht.
Bij uitspraak van 24 april 2012 heeft de voorzieningenrechter, voor zover thans van belang, het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard en dat besluit vernietigd. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft de minister, thans de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, hoger beroep ingesteld. Het hogerberoepschrift is aangehecht.
De vreemdeling heeft een verweerschrift ingediend.
De vreemdeling heeft nadere stukken ingediend.
Vervolgens is het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1. Onder de staatssecretaris wordt tevens verstaan: diens rechtsvoorgangers.
2. De staatssecretaris klaagt in zijn enige grief dat de voorzieningenrechter ten onrechte heeft overwogen dat, gelet op het bepaalde in artikel 66a, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000, een inreisverbod slechts door middel van een zelfstandig besluit kan worden uitgevaardigd en derhalve niet gelijktijdig met een meeromvattende beschikking.
2.1. De in deze grief opgeworpen rechtsvraag heeft de Afdeling eerder (bij uitspraak van 29 maart 2013 in zaak nr. 201202612/1/V2) beantwoord. Uit de overwegingen van die uitspraak volgt dat de grief slaagt.
3. Het hoger beroep is kennelijk gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het beroep ongegrond verklaren.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage van 24 april 2012 in zaak nr. 12/10018;
III. verklaart het in die zaak ingestelde beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. E. Steendijk, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R.M. Ahmady-Pikart, ambtenaar van staat.
w.g. Steendijk w.g. Ahmady-Pikart
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 26 april 2013
638.