201208417/1/A1.
Datum uitspraak: 24 april 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
het college van burgemeester en wethouders van Edam-Volendam, appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 19 juli 2012 in zaak nr. 11/5231 in het geding tussen:
Bij besluit van 5 april 2011 heeft het college geweigerd aan [wederpartij] omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een dakkapel op de woning op het perceel [locatie] te Edam, gemeente Edam-Volendam (hierna: de woning).
Bij besluit van 23 augustus 2011 heeft het college het door [wederpartij] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard en het besluit van 5 april 2011 in stand gelaten.
Bij uitspraak van 19 juli 2012 heeft de rechtbank het door [wederpartij] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard en het besluit van 23 augustus 2011 vernietigd. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft het college hoger beroep ingesteld.
[wederpartij] heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 26 maart 2013, waar het college, vertegenwoordigd door M. Smit en A.E.D. Kaagman, beiden werkzaam bij de gemeente, en [wederpartij], vertegenwoordigd door mr. J.A.J.M. van Houtum en [gemachtigde], zijn verschenen.
1. Het bouwplan voorziet in het plaatsen van een dakkapel op het linker zijdakvlak van de woning.
2. Het college heeft aan het besluit van 23 augustus 2011 ten grondslag gelegd dat het bouwplan niet aan redelijke eisen van welstand voldoet. Ter toelichting op dit standpunt heeft het college naar het negatieve advies van de Stichting Welstandszorg Noord-Holland (hierna: de welstandscommissie) van 25 maart 2011 verwezen.
3. Het college betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het zich terecht op het standpunt heeft gesteld, dat het bouwplan niet aan redelijke eisen van welstand voldoet. Hiertoe voert het college aan dat het zich op het welstandsadvies van 25 maart 2011 heeft mogen baseren, nu dit naar inhoud en wijze van totstandkoming deugdelijk is. Volgens het college heeft [wederpartij] dit advies niet gemotiveerd bestreden. Indien aan het advies van 25 maart 2011 wel gebreken kleven, zijn deze door het nadere advies van de welstandscommissie van 15 februari 2012 hersteld, aldus het college.
3.1. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 6 mei 2009 in zaak nr. 200804977/1), mag het college, hoewel het niet aan een welstandsadvies is gebonden en de verantwoordelijkheid voor welstandstoetsing bij hem berust, aan het advies in beginsel doorslaggevende betekenis toekennen. Tenzij het advies naar inhoud en wijze van totstandkoming zodanige gebreken vertoont dat het college dit niet, of niet zonder meer, aan zijn oordeel over de welstand ten grondslag heeft mogen leggen, behoeft het overnemen van een welstandsadvies in beginsel geen nadere toelichting. Dit is anders, indien de aanvrager of een derde-belanghebbende een advies overlegt van een andere deskundig te achten persoon of instantie, dan wel gemotiveerd aanvoert dat het welstandsadvies in strijd is met de volgens de welstandsnota geldende criteria.
3.2. De welstandscommissie heeft zich in haar advies van 25 maart 2011, zoals de rechtbank terecht heeft overwogen, ongemotiveerd op het standpunt gesteld, dat het bouwplan niet aan de in de Welstandsnota van de gemeente Edam-Volendam (hierna: de welstandsnota) neergelegde gebiedsgerichte welstandscriteria voor het gebied C singelgebied Edam, deelgebied C1, oostelijk van de dorpskern Edam, voldoet. Dit is door het college ook niet betwist. Anders dan het college stelt, heeft [wederpartij] het advies van 25 maart 2011 gemotiveerd bestreden. Zij heeft in bezwaar gemotiveerd aangegeven dat en waarom dit advies met de welstandsnota in strijd is. Dat [wederpartij] geen deskundigenrapport heeft overgelegd om het advies van 25 maart 2011 te weerleggen, maakt niet dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat aan dit advies een zodanig gebrek kleeft, dat het college dit niet zonder meer aan het besluit van 23 augustus 2011 ten grondslag heeft mogen leggen.
3.3. Teneinde het gebrek te herstellen, heeft het college de welstandscommissie verzocht nader advies uit te brengen. De welstandscommissie heeft in dit nadere advies uiteengezet dat het bouwplan niet aan de in de welstandsnota opgenomen sneltoetscriteria voor dakkappelen voldoet, nu de onderzijde van de te realiseren dakkapel op meer dan 1 m boven de dakvoet is voorzien. Volgens de welstandscommissie voldoet het bouwplan evenmin aan de gebiedsgerichte welstandscriteria, nu dit, gelet op de situering hoog in het dakvlak, de aanwezige repetitie van de geschakelde zadeldaken doorbreekt. Voorts is het bouwplan in strijd met het in de welstandsnota vermelde algemene welstandscriterium, dat een bouwwerk een positieve bijdrage dient te leveren aan de kwaliteit van de openbare ruimte, nu dit vanuit de openbare ruimte goed zichtbaar is. De verstoring van het dakvlak, de massa en daarmee de contouren van het daklandschap zullen een negatieve invloed hebben op de omgeving, aldus de welstandscommissie.
3.4. De rechtbank heeft in het nadere welstandsadvies van 15 februari 2012 ten onrechte geen aanleiding gezien om de rechtsgevolgen van het door haar vernietigde besluit van 23 augustus 2011 in stand te laten.
Het college heeft, gezien de overgelegde foto’s en het verhandelde ter zitting, anders dan de rechtbank heeft overwogen, aannemelijk gemaakt dat het bouwplan vanuit de openbare ruimte goed zichtbaar zal zijn. Voorts bestaat, anders dan de rechtbank heeft overwogen, geen grond voor het oordeel dat het voldoen aan de sneltoetscriteria ertoe leidt dat de dakkapel 0,3 m hoger wordt. Gezien de bij de aanvraag om omgevingsvergunning behorende tekeningen, heeft de rechtbank zich, door te overwegen dat de onderzijde van de dakkapel 1,3 m boven de dakvoet is gesitueerd, op onjuiste feiten gebaseerd. Dat de karakteristieke zaagtandlijn van de zadeldaken in het bouwblok aan het Volendammerpad, zoals de rechtbank heeft overwogen, feitelijk reeds is doorbroken, maakt het voorgaande niet anders. De welstandscommissie heeft het bouwplan terecht beoordeeld aan de hand van de criteria uit de welstandsnota, zoals deze golden ten tijde van de aanvraag om omgevingsvergunning. De Afdeling is, anders dan de rechtbank, met het college van oordeel dat het welstandsadvies van 25 maart 2011, zoals aangevuld op 15 februari 2012, voldoende is gemotiveerd en het college dit advies aan zijn besluit tot weigering ten grondslag heeft kunnen leggen.
4. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd, voor zover de rechtbank heeft nagelaten de rechtsgevolgen van het door haar vernietigde besluit van het college van 23 augustus 2011 in stand te laten. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, bepaalt de Afdeling alsnog dat de rechtsgevolgen van dat besluit geheel in stand blijven.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 19 juli 2012 in zaak nr. 11/5231, voor zover daarbij is nagelaten de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit van het college van burgemeester en wethouders van Edam-Volendam van 23 augustus 2011, kenmerk 11-01908, in stand te laten;
III. bepaalt dat de rechtsgevolgen van dat besluit geheel in stand blijven.
Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. D.A.B. Montagne, ambtenaar van staat.
w.g. Bijloos w.g. Montagne
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 24 april 2013