ECLI:NL:RVS:2013:BZ7692

Raad van State

Datum uitspraak
12 april 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
201301653/2/R6
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan 'De Pauw' te Graft-De Rijp

Op 12 april 2013 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot het bestemmingsplan 'De Pauw', vastgesteld door de raad van de gemeente Graft-De Rijp op 13 december 2012. Verzoekers, [verzoeker sub 1] en [verzoekster sub 2], hebben tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter heeft de verzoeken behandeld op 26 maart 2013.

In de overwegingen van de voorzitter werd benadrukt dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Het bestemmingsplan voorziet in de bouw van 142 woningen, waarvan 31 woningen bij recht worden gerealiseerd. De verzoekers beogen onomkeerbare ontwikkelingen te voorkomen die voortvloeien uit de inwerkingtreding van het plan. De raad heeft in een brief van 20 maart 2013 toegelicht dat de gronden in het plangebied volledig in eigendom zijn van de gemeente en dat er geen derde partijen betrokken zullen worden bij de uitvoering van het plan voordat het plan in rechte onaantastbaar is.

De voorzitter concludeert dat er geen spoedeisend belang is bij de verzoeken om een voorlopige voorziening, aangezien er geen feitelijke werkzaamheden in het plangebied zullen plaatsvinden en er geen aanvragen om omgevingsvergunningen te verwachten zijn. Indien er toch een aanvraag voor een omgevingsvergunning wordt ingediend, dient de raad de verzoekers daarvan op de hoogte te stellen, zodat zij een nieuw verzoek om een voorlopige voorziening kunnen indienen. Gelet op deze overwegingen heeft de voorzitter de verzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De beslissing van de voorzitter is openbaar uitgesproken op 12 april 2013.

Uitspraak

201301653/2/R6.
Datum uitspraak: 12 april 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de verzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
1. [verzoeker sub 1], wonend te De Rijp, gemeente Graft-De Rijp,
2. [verzoekster sub 2], wonend te De Rijp, gemeente Graft-De Rijp, en anderen,
en
de raad van de gemeente Graft-de Rijp,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 13 december 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "De Pauw" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [verzoeker sub 1] en [verzoekster sub 2] en anderen beroep ingesteld.
[verzoeker sub 1] en [verzoekster sub 2] en anderen hebben de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De raad heeft een nader stuk ingediend.
De voorzitter heeft de verzoeken ter zitting behandeld op 26 maart 2013, waar [verzoeker sub 1] en [verzoekster sub 2] en anderen zijn verschenen.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het plan voorziet in een juridisch-planologische regeling voor de bouw van 142 woningen, waarvan 31 bij recht worden voorzien en de overige door middel van uitwerkingsplannen worden gerealiseerd.
3. [verzoeker sub 1] en [verzoekster sub 2] en anderen beogen met hun verzoeken onomkeerbare ontwikkelingen ten gevolge van de inwerkingtreding van het plan te voorkomen.
3.1. Bij brief van 20 maart 2013 heeft de raad toegelicht dat de gronden in het plangebied volledig in eigendom zijn van de gemeente, dat geen derde partijen tot uitvoering van het plan zullen overgaan en dat de gemeente geen overeenkomsten zal aangaan met derde partijen alvorens het plan in rechte onaantastbaar is geworden. De raad heeft in voormelde brief voorts medegedeeld dat hij de uitspraak in de bodemprocedure zal afwachten. De voorzitter ziet geen aanleiding om aan de mededelingen van de raad te twijfelen. Gelet hierop kan er van worden uitgegaan dat geen feitelijke werkzaamheden in het plangebied zullen worden verricht en dat geen aanvragen om een omgevingsvergunning zijn te verwachten. Derhalve bestaat geen spoedeisend belang bij de verzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening. Indien desondanks een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor bouwen wordt ingediend, dient de raad [verzoeker sub 1] en [verzoekster sub 2] en anderen daarvan direct op de hoogte te stellen, zodat zij desgewenst een nieuw verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening kunnen indienen.
3.2. Gelet op het voorgaande bestaat aanleiding de verzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst de verzoeken af.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J. Schaaf, ambtenaar van staat.
w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Schaaf
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 12 april 2013
523.