ECLI:NL:RVS:2013:BZ7690
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Th.G. Drupsteen
- P.J.A.M. Broekman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake invordering dwangsom varkenshouderij Oirschot
In deze zaak heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 12 april 2013 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoek werd ingediend door [verzoekster], een varkenshouderij gevestigd te Oirschot, tegen het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant. De aanleiding voor het verzoek was een invorderingsbeschikking van 8 januari 2013, waarbij een bedrag van € 30.000,- werd ingevorderd wegens het niet voldoen aan een last onder dwangsom die op 12 maart 2012 was opgelegd. Deze last was opgelegd vanwege overtreding van artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw) binnen de varkenshouderij.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 4 april 2013, waar [verzoekster] werd vertegenwoordigd door een gemachtigde en een adviseur, evenals mr. E.R. Koster van Achmea Rechtsbijstand. Het college werd vertegenwoordigd door ing. C.L. Kouwenberg en mr. M.J.B. Bruggeman. Tijdens de zitting betoogde [verzoekster] dat zij het besluit op bezwaar van 12 september 2012 niet had ontvangen en dat zij bezwaar had gemaakt tegen een brief van het college van 2 november 2012 over de verbeurte van de dwangsom.
De voorzitter overwoog dat de invorderingsbeschikking van 8 januari 2013 in geschil was en dat het besluit op bezwaar van 12 september 2012 in rechte onaantastbaar was, omdat [verzoekster] hiertegen geen beroep had ingesteld. De voorzitter concludeerde dat de bezwaren van [verzoekster] niet konden leiden tot een andere uitkomst, aangezien de overtreding van de Nbw-vergunning was vastgesteld en er geen bijzondere omstandigheden waren die de invordering zouden rechtvaardigen. Uiteindelijk werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, zonder dat er aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.