ECLI:NL:RVS:2013:BZ7685

Raad van State

Datum uitspraak
8 april 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
201208101/2/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van bestemmingsplan Elst Centraal, Infra, P+R en Huis der Gemeente

Op 8 april 2013 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Het betreft een schorsing van het bestemmingsplan "Elst Centraal, Infra, P+R en Huis der Gemeente", dat op 29 mei 2012 door de raad van de gemeente Overbetuwe was vastgesteld. Diverse appellanten, waaronder [appellante sub 1], [appellante sub 2 A], [appellant sub 3] en de vereniging Comité Verantwoord Beleid Overbetuwe (CVBO), hebben beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 27 maart 2013, waar de betrokken partijen hun standpunten hebben toegelicht.

De voorzitter heeft overwogen dat er een spoedeisend belang is bij de verzoeken, gezien de complexiteit van de zaak en de noodzaak voor nader onderzoek. De voorzitter heeft geconcludeerd dat het niet te verwachten is dat schorsing van het bestemmingsplan de raad en NS Poort onevenredig in hun belangen zal treffen, aangezien de mondelinge behandeling in de bodemprocedure ook op 27 maart 2013 heeft plaatsgevonden. Dit biedt de mogelijkheid voor een spoedige uitspraak in de bodemprocedure.

De voorzitter heeft daarom besloten om de verzoeken om een voorlopige voorziening toe te wijzen en het besluit van de raad van de gemeente Overbetuwe te schorsen. Tevens is de raad veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten aan de verzoekers, die zijn opgelopen door de behandeling van het verzoek. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 8 april 2013.

Uitspraak

201208101/2/R2.
Datum uitspraak: 8 april 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de verzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
1. [appellante sub 1], gevestigd te [plaats],
2. [appellante sub 2 A], gevestigd te Elst, gemeente Overbetuwe, en [appellant sub 2 B] en [appellant sub 2 C], beiden wonend te Elst, gemeente Overbetuwe,
3. [appellant sub 3], wonend te Elst, gemeente Overbetuwe en de vereniging Comité Verantwoord Beleid Overbetuwe (hierna: CVBO), gevestigd te gemeente Overbetuwe,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Otco Straal- en Spuitbedrijf B.V, gevestigd te Elst, gemeente Overbetuwe, en anderen,
verzoekers,
en
de raad van de gemeente Overbetuwe,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 29 mei 2012, met kenmerk 12RB000039, heeft de raad het bestemmingsplan "Elst Centraal, Infra, P+R en Huis der Gemeente" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellante sub 1], [appellante sub 2 A] en anderen, [appellant sub 3] en CVBO, en Otco B.V. en anderen beroep ingesteld.
[appellante sub 1], [appellante sub 2 A] en anderen, [appellant sub 3] en CVBO, en Otco B.V. en anderen hebben de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft de verzoeken ter zitting behandeld op 27 maart 2013, waar [appellante sub 1], vertegenwoordigd door mr. G. Aarts, advocaat te Amsterdam, [appellante sub 2 A] en anderen, vertegenwoordigd door mr. P.J.G. Poels, advocaat te Nijmegen, [appellant sub 3] en CVBO, vertegenwoordigd door mr. E.H.M. Harbers, advocaat te Nijmegen, Otco B.V. en anderen, vertegenwoordigd door mr. P.J.G. Poels, advocaat te Nijmegen, en de raad, vertegenwoordigd door mr. M.J. Tunnissen, advocaat te Amsterdam, zijn verschenen. Voorts zijn ter zitting het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe, vertegenwoordigd door F.M.J. van Rooijen, en NS Poort, vertegenwoordigd door mr. M.E. Koolen, advocaat te Utrecht, gehoord.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Op 27 februari 2013 is bij het college van burgemeester en wethouders een aanvraag ingekomen voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor de bouw van het gemeentehuis dat door het plan mogelijk wordt gemaakt. Ter zitting heeft NS Poort aangegeven spoedig een aanvraag te zullen indienen voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor de bouw van de parkeergarage die door het plan mogelijk wordt gemaakt. Gelet hierop meent de voorzitter dat met de verzoeken een spoedeisend belang is gediend.
Gezien de complexiteit van de zaak vergt de beoordeling van de door verzoekers aangedragen aspecten nader onderzoek waarvoor deze procedure zich niet leent. De vraag of vooruitlopend op die beoordeling in de bodemzaak een voorlopige voorziening moet worden getroffen zal dan ook worden beantwoord aan de hand van een belangenafweging.
Niet is te verwachten dat schorsing van het bestemmingsplan de raad en NS Poort onevenredig in hun belangen zal treffen, nu de mondelinge behandeling in de bodemprocedure eveneens op 27 maart 2013 heeft plaatsgevonden, zodat een spoedige uitspraak in deze procedure is te verwachten. Gelet hierop en op de overige bij het plan betrokken belangen, ziet de voorzitter in dit geval aanleiding de verzoeken om een voorlopige voorziening toe te wijzen.
3. Gelet op het vorenstaande ziet de voorzitter aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen.
4. De raad dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Overbetuwe van 29 mei 2012, met kenmerk 12RB000039, waarbij het bestemmingsplan "Elst Centraal, Infra, P+R en Huis der Gemeente" is vastgesteld;
II. veroordeelt de raad van de gemeente Overbetuwe tot vergoeding van bij verzoekers in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten:
a. tot een bedrag van € 708,00 (zegge: zevenhonderdacht euro) voor [appellante sub 1], geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
b. tot een bedrag van € 708,00 (zegge: zevenhonderdacht euro) voor [appellante sub 2 A], [appellant sub 2 B] en [appellant sub 2 C], geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen;
c. tot een bedrag van € 708,00 (zegge: zevenhonderdacht euro) voor [appellant sub 3] en de vereniging Comité Verantwoord Beleid Overbetuwe, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de ander;
d. tot een bedrag van € 708,00 (zegge: zevenhonderdacht euro) voor Otco Straal- en Spuitbedrijf B.V en anderen, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen;
III. gelast dat de raad van de gemeente Overbetuwe aan verzoekers het door hen voor de behandeling van de verzoeken betaalde griffierecht vergoedt:
a. ten bedrage van € 310,00 (zegge: driehonderdtien euro) voor [appellante sub 1];
b. ten bedrage van € 310,00 (zegge: driehonderdtien euro) voor [appellante sub 2 A], [appellant sub 2 B] en [appellant sub 2 C], met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen;
c. ten bedrage van € 310,00 (zegge: driehonderdtien euro) voor [appellant sub 3] en de vereniging Comité Verantwoord Beleid Overbetuwe, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de ander;
d. ten bedrage van € 310,00 (zegge: driehonderdtien euro) voor Otco Straal- en Spuitbedrijf B.V en anderen vergoedt, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen.
Aldus vastgesteld door mr. W.D.M. van Diepenbeek, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. Y.M. van Soest-Ahlers, ambtenaar van staat.
w.g. Van Diepenbeek w.g. Van Soest-Ahlers
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 8 april 2013
343-723.