ECLI:NL:RVS:2013:BZ7555
Raad van State
- Hoger beroep
- C.J. Borman
- H. Herweijer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag exploitatievergunning voor elektrisch aangedreven open reddingssloep
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 24 april 2012, waarin het beroep van [appellant] tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een exploitatievergunning voor een elektrisch aangedreven open reddingssloep niet-ontvankelijk werd verklaard. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam had op 22 juli 2011 de aanvraag van [appellant] afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het beroepschrift van [appellant] prematuur was, omdat er nog geen besluit op bezwaar was genomen.
[appellant] heeft in hoger beroep betoogd dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat zijn beroepschrift prematuur was. Hij stelde dat het besluit van 22 juli 2011 geen bezwaarclausule bevatte, waardoor hij geen andere optie had dan naar de bestuursrechter te gaan. De Raad van State heeft echter vastgesteld dat [appellant] op 18 augustus 2011 een beroepschrift had ingediend, dat gericht was tegen het besluit van 22 juli 2011. Bovendien heeft hij op 22 september 2011 een e-mail gestuurd naar het college, waarin hij vroeg om een reactie op zijn eerdere beroep. Het college heeft deze e-mail vervolgens als bezwaar behandeld.
De Raad van State concludeert dat het ontbreken van een bezwaarclausule niet heeft verhinderd dat [appellant] tijdig tegen het besluit van 22 juli 2011 heeft opgekomen. De Raad oordeelt dat ingevolge de Algemene wet bestuursrecht slechts beroep kon worden ingesteld tegen een besluit op bezwaar. Aangezien er ten tijde van het indienen van het beroepschrift nog geen besluit op bezwaar was genomen, heeft de rechtbank het beroep van [appellant] terecht niet-ontvankelijk verklaard.
Het hoger beroep van [appellant] wordt ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.