Uitspraak
201211777/2/R4.
Datum uitspraak: 15 maart 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker A] en [verzoeker B], wonend te Leidschendam, gemeente Leidschendam-Voorburg,
en
de raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 25 september 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "Nieuw Marienpark" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [verzoekers] beroep ingesteld.
Bij deze brief hebben [verzoekers] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 4 maart 2013, waar [verzoekers] en de raad, vertegenwoordigd door mr. P.J. Heynen en ir. A.O. Kampschuur, zijn verschenen.
Voorts is de Stichting Vidomes, vertegenwoordigd door mr. H.J. Zwalve-Erades, ir. Y.L. van der Brugge-Wolding en drs. D.E. Gelmers, als partij gehoord.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. [verzoekers] voeren aan dat het plan niet uitvoerbaar is.
Daartoe voeren zij aan dat sprake is van ongeoorloofde staatssteun, omdat geen marktconforme prijs is bepaald. Daartoe stellen zij dat de gemeente niet, zoals vermeld in de toelichting op de anterieure overeenkomst, 1227 m2 grond heeft overgedragen, maar 2100 m2. De opbrengst van € 298.670,00 is volgens hen veel te laag.
2.1. De raad betoogt dat de gemeente 205 m2 grond heeft overgedragen aan Vidomes voor € 44.950 en 570 m2 aan KSM voor € 253.702. De marktconforme grondprijs, in de vorm van de onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik, is in overeenstemming met de gemeentelijke "Nota grondprijsbeleid 2011" vastgesteld op basis van een taxatie door een onafhankelijk makelaar/taxateur, te weten Van Lieshout Lammers en Kruize te Leidschendam, aldus de raad. De raad vermeldt dat deze taxatiewaarde door de gemeente als marktconforme waarde van de betreffende gronden is overgenomen. Daarnaast vermeldt de gemeente dat zij om niet 33 m2 grond heeft ontvangen van Vidomes en 1.227 m2 grond van KSM.
2.2. De voorzitter overweegt dat de gedingstukken onvoldoende informatie bevatten om de stellingen van de raad te verifiëren. De vraag of zich in deze zaak ongeoorloofde staatssteun voordoet, leent zich om deze reden niet voor beantwoording in deze procedure en zal in de bodemprocedure onderzocht moeten worden. Nu daarmee niet duidelijk is of sprake is van ongeoorloofde staatssteun en evenmin duidelijk is of zich gevolgen voor de uitvoerbaarheid van het plan zouden voordoen, wanneer daarvan sprake zou zijn, ziet de voorzitter, in afweging van de betrokken belangen, aanleiding de hierna te noemen voorlopige voorziening te treffen. De voorzitter betrekt daarbij voorts dat op het onderhavige besluit de Crisis- en herstelwet van toepassing is, zodat de zaak op korte termijn, te weten op 18 april 2013, op zitting zal worden behandeld.
3. Gelet op het vorenstaande ziet de voorzitter aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen.
4. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.
Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg van 25 september 2012, kenmerk 756296, waarbij het bestemmingsplan "Nieuw Mariënpark" is vastgesteld;
II. gelast dat de raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg aan [verzoeker A] en [verzoeker B] het door hen voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 156,00 (zegge: honderdzesenvijftig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. J.A. Hagen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. A. Bijleveld, ambtenaar van staat.
w.g. Hagen w.g. Bijleveld
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 15 maart 2013
433.